Inhoudsopgave
Advertenties
Problemen oplossen
Bericht
104_MOTHERBOARD
FUSE4 (zekering4 moederbord)
105_MOTHERBOARD
FUSE5 (zekering5 moederbord)
109_HI MPU TEMP (hoge MPU-
temp)
129_REACT PURGE FAIL
(reactor spoelen mislukt)
130_NO SIGMATAX SIGNAL
(geen Sigmatax-signaal)
131_SIGMATAX FAULT
(Sigmatax-fout)
18
Tabel 2 Systeemstoringen (vervolg)
Beschrijving
Zekering 4 op het moederbord is
doorgebrand.
Opmerking: Zekering 4 is voor de koeler en
ozongenerator.
Zekering F5 op het moederbord is
doorgebrand.
Opmerking: F5 is voor de pompen, kleppen,
mengreactor, koelerventilator, ozondestructor
en ozongeneratorventilator.
De temperatuur van de MPU
(microprocessoreenheid) is hoger dan
70 °C (158 °F).
Er is een verstopping in de reactor, de
reactorklep (MV3), de monsterklep
(MV4) of de bijbehorende slangen en
aansluitingen. De MFC werkt niet naar
behoren of er zit een verstopping in de
MFC-slang.
Raadpleeg REACTOR PURGE CHECK
(reactor spoelen controle) en REACTOR
PURGE BAND (reactor spoelen band)
in De druktest- en flowtestinstellingen
configureren in de geavanceerde
configuratiehandleiding.
Er is een probleem met de signalen
"sample ready" (monster gereed) die
van het Sigmatax-
monstervoorbereidingssysteem naar de
B3500s-analyser worden verzonden.
Raadpleeg SIGMATAX FLT DELAY
(vertraging Sigmatax-fout) in De
storingsinstellingen configureren van de
geavanceerde configuratiehandleiding.
Het Sigmatax-
monstervoorbereidingssysteem heeft
een foutsignaal (foutconditie) naar de
B3500s-analyser verzonden.
Raadpleeg SIGMATAX FLT DELAY
(vertraging Sigmatax-fout) in De
storingsinstellingen configureren van de
geavanceerde configuratiehandleiding.
Oorzaak en oplossing
Als zekering 4 (F4) is doorgebrand, vervangt u
de zekering. Zie
Een zekering vervangen
op pagina 7.
Zorg ervoor dat de zekering volledig in de
zekeringhouder zit.
Als zekering 5 (F5) is doorgebrand, vervangt u
de zekering. Zie
Een zekering vervangen
op pagina 7.
Zorg ervoor dat de zekering volledig in de
zekeringhouder zit.
Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) >
DIAGNOSTICS (diagnostiek) > SIMULATE
(simuleren). Bedien elk apparaat dat is
verbonden met F5. F5 is verbonden met de
pompen, kleppen, mengreactor,
koelerventilator, ozondestructor en
ozongeneratorventilator.
Controleer de filters in de ventilator en de
ventilatieopening. Controleer de werking van
de ventilator.
Zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur
lager is dan 45 °C (113 °F) en dat de analyser
niet in direct zonlicht staat.
Opmerking: Bij temperaturen onder 25 °C (77 °F)
schakelt de analyser de ventilator uit.
Er is een probleem met de lucht- of
zuurstoftoevoer. Raadpleeg het menu O2-
CTRL STATUS (O2-controlestatus) om de
zuurstofdruk te controleren. De druk is
gewoonlijk 400 mbar (±10 mbar) bij een MFC-
flow van 20 L/uur.
Voer een flowtest uit. Zie
Een flowtest
uitvoeren
op pagina 29.
Controleer de Sigmatax-sampler en de werking
ervan. Raadpleeg de gebruikershandleiding.
Controleer de optische kabel en bedrading
tussen de Sigmatax-sampler en de B3500s-
analyser.
Controleer de Sigmatax-sampler. Raadpleeg
de gebruikershandleiding.
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
