Hoofdstuk 11
op een USB-poort van de computer. Als de kabel goed is aangesloten, schakelt u de
HP Photosmart uit en weer in.
•
Zorg dat de hub is ingeschakeld als u de HP Photosmart aansluit met een USB-hub.
Probeer een rechtstreekse verbinding met de computer te maken als de hub is
ingeschakeld.
•
Controleer eventuele andere printers of scanners. Waarschijnlijk zult u oudere
producten van uw computer moeten loskoppelen.
•
Probeer de USB-kabel aan te sluiten op een andere poort van de computer. Start de
computer na het controleren van de aansluitingen opnieuw op. Schakel de
HP Photosmart uit en weer in.
•
Indien nodig verwijdert u de software die u op de HP Photosmart hebt geïnstalleerd,
en installeert u deze vervolgens opnieuw.
Zie voor meer informatie:
"De software verwijderen en opnieuw installeren" op pagina 88
Informatie over papier
De HP Photosmart is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste
papiersoorten. Test diverse soorten papier voordat u van een bepaalde soort grotere
hoeveelheden koopt. Zoek een papiersoort die de gewenste resultaten biedt en die
gemakkelijk is aan te schaffen. HP Premium-papier is ontwikkeld voor resultaten met de
beste kwaliteit. Houd u daarnaast aan de volgende richtlijnen:
•
Gebruik geen papier dat te dun is, een te gladde structuur heeft of gemakkelijk rekt.
Het kan verkeerd in de papierbaan worden ingevoerd en papierstoringen
veroorzaken.
•
Bewaar afdrukmaterialen voor foto's in de oorspronkelijke verpakking in een
hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u
gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u
klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak.
•
Houd fotopapier altijd bij de rand vast. Door vingerafdrukken op het fotopapier
vermindert de afdrukkwaliteit.
72
Probleemoplossing