Gebruik
Machine beveiligd parkeren
Bij werkzaamheden aan de batterij moet de
machine veilig worden geparkeerd. De machi-
ne kan alleen opnieuw worden gestart als
de afdekkingen en connectoren weer in hun
werkstand zijn aangebracht.
Batterij opladen
Veiligheidsinstructies voor montage en ge-
bruik:
De elektrische installatie moet voldoen aan
●
de norm die in uw land van toepassing is
Het wandstopcontact moet 2-polig en ge-
●
aard zijn, 16 A bij 230 V leveren en correct
zijn aangesloten en beveiligd
Controleer de toestand van de aansluitin-
●
gen en kabels voordat u begint met opla-
den. Indien nodig opnieuw vastzetten
Het opladen met een externe batterijlader
●
moet plaatsvinden in een omgeving met
voldoende ventilatie maar zonder conden-
satie of vervuiling
De lader mag niet worden blootgesteld aan
●
olie, vet of soortgelijke stoffen
Het opladen moet plaatsvinden terwijl de
●
machine stilstaat
Algemene aanbevelingen voor het opla-
den
Aanbevolen wordt dat u zich houdt aan de
volgende aanbevelingen:
Start het opladen zodra de batterij leeg is
●
Voorkom dat het opladen wordt onderbro-
●
ken voordat het is voltooid. Dit verlengt de
levensduur van de batterij
Breng de machine tot stilstand in de buurt
●
van een contactdoos (220 V - 10/16 A)
Open het deksel van het batterijcomparti-
●
ment voor een goede ventilatie (risico van
ontsnappend gas)
Aanbevelingen voor de externe oplader
Alvorens op te laden met een externe oplader
Als u niet zeker weet of de oplader compa-
●
tibel is, neem dan vóór gebruik contact op
met het aftersales-servicecentrum.
Bij gebruik van oude opladers is het van
●
essentieel belang dat de machine wordt uit-
geschakeld of dat de batterijstekker wordt
losgekoppeld van de machine.
WAARSCHUWING
Ernstig risico van beschadiging
Als de oplader niet compatibel is en/of de instructies
niet correct worden opgevolgd, bestaat het risico van
onherstelbare schade aan de componenten.
11558011559 NL - 10/2023 - 04
Omgang met de batterij
4
87