21 - SELECTIE BESTURING
A - GROENE CONTROLELAMPJES WIELUITLIJNING
Alvorens één van de drie besturingsmogelijkheden te selecteren, de 4 wielen uitlijnen ten opzichte van de as van de heftruck.
Deze groene controlelampjes gaan branden om aan te geven dat de wielen uitgelijnd zijn ten opzichte van de as van de
heftruck. Controlelampje A1 voor de voorwielen en controlelampje A2 voor de achterwielen.
B - SELECTIEHENDEL BESTURING
• B1 - Voorwielen bekrachtigd (rijden in verkeer).
• B2 - Wielen voor en achter bekrachtig in tegengestelde richting (korte draaicirkel).
• B3 - Wielen voor en achter bekrachtigd in dezelfde richting (zijdelingse verplaatsing).
BEDIENING VAN WIELUITLIJNING
Alvorens zich met de heftruck op de openbare weg te begeven, is het noodzakelijk te controleren of de wielen naar behoren zijn gericht en te rijden met bekrachtiging op
Tijdens het rijden met de heftruck, regelmatig controleren of de achterwielen naar behoren gericht zijn met behulp van de groene controlelampjes.
- Zet de selectiehendel van besturing B in stand B2 (korte draaicirkel).
- Draai het stuur en lijn de achterwielen uit totdat het controlelampje A2 gaat branden.
- Zet de selectiehendel van besturing B in stand B1 (rijden in verkeer).
- Draai het stuur en lijn de voorwielen uit totdat het controlelampje A1 gaat branden.
22 - BEDIENING VERWARMING
A - VENTILATORBEDIENING
Dit bedieningsorgaan met 3 snelheden maakt het mogelijk lucht te ventileren via de
ventilatoren.
B - TEMPERATUURBEDIENING
Met dit bedieningsorgaan kan men de temperatuur in de cabine regelen.
• B1 - De ventilator voert lucht met omgevingstemperatuur aan.
• B2 - De ventilator voert warme lucht aan.
Men kan de gewenste temperatuur instellen met de tussenstanden.
BELANGRIJK
Nooit tijdens het rijden van besturing veranderen.
BELANGRIJK
de twee voorwielen.
Bij storingen uw dealer raadplegen.
2 - 60
A
B
B1
B2