Met uitzondering van de accu en de geheugenkaart bevat het apparaat geen onderdelen die door niet opgeleid en
onbevoegd personeel vervangen moet worden. Bij onbevoegde werkzaamheden of vervanging van onderdelen door
andere kan de veiligheid van het instrument in gevaar komen.
17.1. REINIGING VAN HET KASTJE
Maak alle snoeren van het apparaat los en schakel dit uit.
Gebruik een zachte doek met een klein beetje zeepwater. Afnemen met een vochtige doek en snel afdrogen met een droge doek
of hete lucht. Geen alcohol, oplosmiddel of koolwaterstof gebruiken.
17.2. ONDERHOUD VAN DE SENSOREN
De stroomsensoren hebben een regelmatig onderhoud nodig:
Gebruik voor de reiniging een zachte doek en een beetje zeepwater. Afnemen met een vochtige doek en snel afdrogen met
een droge doek of hete lucht. Geen alcohol, oplosmiddel of koolwaterstof gebruiken.
Zorg dat de luchtspleten van de tangen volmaakt schoon blijven. Smeer de zichtbare metalen delen in met een beetje olie om
roest te voorkomen.
17.3. VERVANGEN VAN DE ACCU
Om het apparaat op veilige wijze te kunnen blijven gebruiken, moet de accu door een origineel model vervangen worden.
Werp de accu niet in open vuur.
Stel de accu niet bloot aan warmte boven 100°C.
Veroorzaak geen kortsluiting op de klemmen van het accupack.
Demontage van de lege accu.
Maak, om elektrische schokken te voorkomen, de net- en meetsnoeren van het apparaat los.
Draai met behulp van een kruiskopschroevendraaier de 6 schroeven van het luikje voor toegang tot de accu los.
17. SERVICEONDERHOUD
121