Veiligheidsaanwijzingen
2
Doelgroep
2.3
Doelgroep
2.4
Reglementair gebruik
8
Mechanische werkzaamheden mogen alleen door geschoold personeel worden ver-
richt. Geschoold personeel zijn volgens deze documentatie personen die vertrouwd zijn
met de opbouw, de mechanische installatie, het verhelpen van storingen en de reparatie
van het product, en de volgende kwalificaties hebben:
•
succesvol afgesloten scholing op het gebied van mechanica (bijvoorbeeld als meca-
nicien of mechatronicus)
•
kennis van deze technische handleiding
Elektrotechnische werkzaamheden mogen alleen door een geschoolde elektricien
worden verricht. Elektriciens zijn volgens deze documentatie personen die vertrouwd
zijn met de elektrische installatie, de inbedrijfstelling, het verhelpen van storingen en de
reparatie van het product, en de volgende kwalificaties hebben:
•
succesvol afgesloten scholing op het gebied van elektrotechniek (bijvoorbeeld als
elektricien, elektronicus of mechatronicus)
•
kennis van deze technische handleiding
Alle werkzaamheden in de overige afdelingen transport, opslag, bedrijf en afvoer mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door goed opgeleide personen.
Het vakpersoneel dient beschermende kleding te dragen die geschikt is voor de uit te
voeren handelingen.
De explosiebeveiligde elektromotoren zijn bestemd voor commerciële installaties.
Bij inbouw in machines is de inbedrijfstelling, d.w.z. de ingebruikname conform de voor-
schriften, van de motoren niet toegestaan, voordat is vastgesteld dat de machine vol-
doet aan de bepalingen van de EG-richtlijn 94/9/EG (ATEX-richtlijn).
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN VOOR DE EXPLOSIEBEVEILIGING
•
De motor mag alleen onder de in het hoofdstuk "Inbedrijfstelling" beschreven voor-
waarden gebruikt worden.
•
De motor mag alleen met een frequentieregelaar worden gebruikt als de vereisten
van de EG-prototypecertificaten en/of van deze documentatie en de gegevens op
het typeplaatje van de motor, indien aanwezig, aangehouden worden!
•
In de onmiddellijke omgeving mogen geen agressieve stoffen aanwezig zijn, die de
lak en de afdichtingen kunnen aantasten.
•
De motoren mogen niet in gebieden/toepassingen worden gebruikt waardoor pro-
cessen plaatsvinden die een sterke lading op de motorbehuizing genereren, bijv.
binnenin een buisleiding als ventilatormotor, indien in de buisleiding stof wordt
getransporteerd. Dit kan namelijk tot elektrostatische oplading van de gelakte
oppervlakken leiden.
Luchtgekoelde uitvoeringen zijn bedoeld voor omgevingstemperaturen van –20 °C tot
+40 °C alsmede installatiehoogtes ≤ 1000 m boven zeeniveau. Let op afwijkende spe-
cificaties op het typeplaatje! De omstandigheden op de plaats van opstelling moeten
overeenkomen met de specificaties op het typeplaatje.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde draaistroommotoren DR63/eDR63, DVE250/280