n
kVA
Bedrijfssoorten en grenswaarden
6
f
Veilig bedrijf van motoren van categorie 3
i
P
Hz
6.3
Veilig bedrijf van motoren van categorie 3
6.3.1
Maximaal toelaatbare koppels
Maximaal
toegestane
frequenties
Keuze frequentie-
regelaar
6.3.2
Combinatie motor/regelaar: MOVIDRIVE
40
De configuratie is basisvoorwaarde voor de veilige werking van explosiebeveiligde
motoren. Hierbij moeten de volgende punten in acht worden genomen:
•
Thermische koppel-grenskarakteristiek aanhouden
•
Dynamisch grenskoppel aanhouden
•
Motorgrensfrequentie aanhouden
•
Passende frequentieregelaar selecteren
•
Belasting van de radiale en axiale kracht van de motoras bij enkelvoudige motoren
controleren
•
Maximaal ingaand toerental van de reductor in acht nemen, zie n
typeplaatje
•
Maximaal uitgaand koppel van de reductor in acht nemen, zie n
typeplaatje
De thermische koppel-grenskarakteristiek geeft de maximaal toegestane koppels aan
waarmee de motor permanent mag worden gebruikt.
Het kortstondig overschrijden van deze waarden is toegestaan als het effectieve werk-
punt onder de thermische grenskarakteristiek ligt.
Het maximale, dynamische grenskoppel van de motoren van categorie 3 mag niet groter
zijn dan 200 % van M
nom
De in de overzichtstabellen met combinaties van motoren en frequentieregelaars ver-
melde maximumfrequenties dienen beslist aangehouden te worden. Overschrijdingen
zijn niet toelaatbaar.
Selecteer de juiste frequentieregelaar aan de hand van de tabel in het hoofdstuk
"Combinatie motor/regelaar: MOVIDRIVE
Motortype II3GD
P
FR
DR63S4
0,25
DR63M4
0,25
DR63L4
0,25
DVE250M4
DVE280S4
®
1) Alleen MOVITRAC
B
2) Waarden tussen haakjes: optioneel
®
3) Alleen MOVIDRIVE
B
Technische handleiding – Explosiebeveiligde draaistroommotoren DR63/eDR63, DVE250/280
.
®
en MOVITRAC
®
®
en MOVITRAC
Motorschakeling Õ
[kW]
n
max
[rpm]
1)
2100
1)
2100
1)
2100
55
2100
75
2100
emax
amax
®
".
Motorschakeling Ö
P
[kW]
n
FR
max
[rpm]
1)
0,25
3600
1)
0,25
3600
1)
0,37
3600
2)
3)
(90)
, 110
2500
2)
3)
(110)
, 132
2500
op het
op het