N is het aantal "1 s" waarden voor de betreffende samenvoegingsperiode (1, 2, 3, 4, 5, 6, 10, 12, 15, 20, 30 of 60 minuten).
9.4. TOEGELATEN ELEKTRICITEITSNETTEN
De volgende soorten verdeelnetten worden in aanmerking genomen:
■ V1, V2 zijn de fase-nulleider spanningen van de gemeten installatie. [V1=VL1-N; V2=VL2-N].
■ De kleine letters v1, v2, v3 geven de bemonsterde waarden aan.
■ U12 is de spanningen tussen fasen van de gemeten installatie.
■ De kleine letters geven de bemonsterde waarden aan [u12=v1-v2].
■ I1, I2 zijn de stroomwaarden die in de fasegeleiders van de gemeten installatie circuleren.
■ De kleine letters i1, i2, i3 geven de bemonsterde waarden aan.
Verdeelnet
Afkorting
PEL51
Eenfasig
(eenfasig 2 draden
1 stroom)
PEL51 en PEL52
Eenfasig
(eenfasig 3 draden
2 stroomwaarden)
PEL51 en PEL52
Tweefasig
(split-fase eenfasig
met 3 draden)
Grootheden
Cos (φ)
van de lading
L
met de bijbehorende kwadrant
Opmerkingen
De spanning wordt gemeten tussen L1 en N.
1P- 2W1I
De stroom wordt gemeten op de geleider L1.
De spanning wordt gemeten tussen L1 en N.
1P- 3W2I
De stroom wordt gemeten op de geleiders L1 en L2.
De spanning wordt gemeten tussen L1, L2 en N.
2P-3W2I
De stroom wordt gemeten op de geleiders L1 en L2.
Formule
1
Cos(
ϕ
)
[
agg
]
=
×
L
L
N
Tabel 18
Tabel 19
44
N
−
1
∑
Cos(
ϕ
)
1 [
s
]
L
L
x
x
=
0
Referentieschema
zie § 4.1.1
zie § 4.1.2
zie § 4.1.3