Inhoudsopgave
Advertenties
Bijlage A - Glossarium
Spoel-/drukregeling
Dit proces omvat toevoer van een beveiligend gas (schone droge lucht) naar de behuizing. Dit
zorgt voor stroming door de behuizing om brandbare dampen en gassen in de behuizing te
verdunnen en eruit te spoelen (purgeren). Het creëert ook een hogere druk in de behuizing, ten
opzichte van de omgevingslucht buiten de behuizing. Op deze wijze verhindert het dat externe
dampen en gassen binnendringen in de behuizing (drukregeling).
RTD (Resistance Temperature Device)
Een sensor die wordt gebruikt om oventemperaturen en de verschillende andere apparaten in
de Maxum II te bewaken.
SYSCON-module voor systeembediening (System Controller Module)
De primaire processor en geheugenmodule voor een aantal versies van de Maxum II. Er
bestaan twee primaire versies van SYSCON, de originele SYSCON+ en de volgende generatie
SYSCON2.
Temperatuurcategorie (nominale T-waarde).
Een classificatiesysteem ter identificatie van de maximaal toelaatbare oppervlaktemperatuur
voor apparaten in een locatie. De temperatuurcategorie houdt rekening met het soort
brandbare gassen dat aanwezig kan zijn (en de temperaturen waarbij deze gassen zullen
ontbranden).
Temperatuurprogrammering
Het proces van het cumulatieve verhoging van de oventemperatuur om de benodigde tijd voor
het scheiden van een monster met behulp van een chromatograaf te verlagen. In de Maxum II
kan een variant op de luchtbadoven gebruikt worden voor toepassing van
temperatuurprogrammering.
Type X drukregeling (px)
Een spoelsysteem waar alle externe circuits inclusief stroom onderbroken worden bij ieder
verlies van spoeldruk. Zie de paragraaf Automatische spoeleenheid (APU = Automatic Purge
Unit) (Pagina 34).
Type Y drukregeling (py)
Een spoelsysteem dat een alarm voortbrengt bij verlies van spoeldruk. Zie de paragraaf
Elektronisch spoelsysteem (py; zonder de automatische spoeleenheid) (Pagina 21)
Zone 1
In een atmosfeer, waar bij normaal gebruik grote kans bestaat op incidentele aanwezigheid van
een mengsel van lucht en brandbare stoffen in de vorm van gas, damp of nevel. Deze term
wordt gewoonlijk buiten de Verenigde Staten en Canada gebruikt met betrekking tot explosieve
zones.
Zone 2
Een atmosfeer, waar alleen bij normaal gebruik nauwelijks kans bestaat op aanwezigheid van
een mengsel van lucht en brandbare stoffen in de vorm van gas, damp of nevel en als zich dit
toch voordoet dit slechts voor de duur van een korte periode is. Deze term wordt gewoonlijk
buiten de Verenigde Staten en Canada gebruikt met betrekking tot explosieve zones.
94
Veiligheidsnormen voor explosiebeveiliging
Toestelhandboek, 10/2018, A5E02220442001 Rev 11
Advertenties
Inhoudsopgave
