Maxum II beveiligingssystemen - kleppen, detectors en externe systemen
5.2 Detectors
Afbeelding 5-17
Markeringen en vlampaden tweecellige TCD
5.2.5
Onderhoudsfactoren betreffende de detector
De behuizing van iedere detector moet gecontroleerd worden om de fysieke integriteit te
verifiëren. Er mag geen schade, waaronder scheuren of gaten, aanwezig zijn die het
functioneren van de behuizing kunnen aantasten. Brand-/explosieveilige detectorbehuizingen
worden gemonteerd met behulp van schroefdraadafdekkers of een serie bouten die de
verschillende stukken bij elkaar houden. Deze bevestigingen moeten op de juiste wijze
aangedraaid worden, volgens de plaatselijke veiligheidsgebruiken.
80
Veiligheidsnormen voor explosiebeveiliging
Toestelhandboek, 10/2018, A5E02220442001 Rev 11