Inhoudsopgave
Advertenties
Onderhoudsoverwegingen voor Intrinsiek Beveiligde Apparaten:
● Onderhoud voor intrinsiek beveiligde apparaten is beperkt tot vervanging. Reparatie of
onderhoud ter plaatse is niet toegestaan.
● Bij intrinsiek beveiligde apparaten in de Maxum II die zijn voorzien van een bedekking moet
deze worden bevestigd tijdens gebruik. Gebruik zonder bevestigde bedekking kan eisen
met betrekking tot de verplichte scheiding van niet-intrinsiek-veilige bedrading schenden.
● Intrinsiek beveiligde apparaten in de Maxum II mogen alleen worden gebruikt als al het
fabrieksmatig geïnstalleerde montagemateriaal en aardingsapparatuur is bevestigd. IS
schakelsystemen in de Maxum vergen twee extra aardingen van het gestel. Er zijn twee
verschillende aansluitingen van ieder intrinsiek veilig apparaat naar het gestel. Let erop dat
extra aardingen van hetzelfde apparaat niet verbonden mogen worden met hetzelfde
aansluitpunt, maar aardingen van verschillende apparaten (bijvoorbeeld een CIM en een IS-
TCD DPM) wel een aansluitpunt kunnen delen.
● Er moet zorgvuldig op worden gelet dat andere bedrading niet in contact komt met het IS-
schakelsysteem. Dit betekent dat alle andere bedrading die is bevestigd, bevestigd moet
blijven. Als de bedrading voor onderhoud moet worden losgemaakt, moet deze weer op
dezelfde plaatsen worden bevestigd voordat de uitrusting weer wordt gebruikt.
● Externe bedrading omvat seriële bedrading, ethernetkabels, externe IO-kabels, externe
stroomkabels en andere externe bedrading die van buiten bij de Maxum II binnen komt.
Voor de installatie van externe bedrading moet de bedrading op minstens twee plekken
worden bevestigd, binnen 50 mm van het aansluitingspunt en ook binnen 100 mm van het
aansluitingspunt. Bevestig de bedrading bovendien in de lengte, zodat deze minstens 50
mm van ieder intrinsiek veilig schakelsysteem verwijderd is.
● Alle bedrading die niet bevestigd is zoals boven beschreven, moet een toereikende
isolatiedikte hebben van minstens 1mm vaste isolatie, 2mm inkapseling of aan de andere
kant van een geschikte materiële barrière van een IS-circuit.
● Het Maxum gestel moet geaard zijn op de plek waar het geïnstalleerd is met
aardingsschroeven die extern verbonden zijn zoals het in de Maxum Installatiehandleiding
(2000595‑001) staat omschreven. De gebruikte aarde moet zo dicht mogelijk bij de Maxum
zijn.
● De randaarding die vanuit de netspanning naar de Maxum wordt geleid, vergt een aarding
naar de kast als onderdeel van de vereiste installatiestappen om een basisveiligheid te
garanderen
2.2
Gespoelde behuizingen
Voor beveiligingsdoeleinden, Maxum moeten behuizingen, die geïnstalleerd zijn in gevaarlijke
omgevingen waar brandbare dampen of gassen aanwezig kunnen zijn, gespoeld worden.
Spoeling refereert naar het proces waarbij beveiligingsgas in het interieur van de behuizing
wordt gevoerd om de druk in de behuizing boven de druk van de omgevingslucht erbuiten te
brengen. Deze verhoogde druk creëert stroom uit de behuizing en voorkomt binnendringing
van brandbare dampen of gassen in de behuizing. Spoelen verwijdert ook brandbare dampen
of gassen die zich binnen in de behuizing kunnen bevinden. Dat is met name belangrijk voor
een analysator die zich in een onbekende veiligheidsstatus bevindt.
De primaire elektronische apparaten van de Maxum II analysator bevinden zich in de
elektronicabehuizing (zie afbeeldingen 1-1 en 1-2). Alle elektronica in de Maxum II is
Veiligheidsnormen voor explosiebeveiliging
Toestelhandboek, 10/2018, A5E02220442001 Rev 11
Beveiligingsprincipes
2.2 Gespoelde behuizingen
15
Advertenties
Inhoudsopgave
