Montage van de afdekking en luchtslangen (binnenopstelling)
Luchtinlaat
6
∗ ∗ ∗ ∗ ∗
De rode punten moeten bij de montage
over elkaar liggen!
Afb. 15
3.14.3 Luchtslangaansluitingen aan de
warmtepomp
De luchtslangen aan de uiteinden met be-
trekking tot de vorm aan de ovale slang-
aansluitstompen op de afdekking aanpassen.
De luchtslangen over de aansluitstomp
schuiven. De binnenslangen met het zelf-
klevende plakband (bij de afdekking inbe-
grepen) op de aansluitstomp afdichten. Met
de ovale slangklemmen die eveneens bij de
afdekking zijn bijgevoegd, de slangen goed
bevestigen (zie afb. 15).
3.14.4 Luchtslangaansluitingen aan de
buitenmuur van het gebouw
Voor de slangaansluitingen aan de door-
brekingen van de buitenmuur of kelder-
vensters zijn slangaansluitplaten met ovale
kraag leverbaar (bestelnummer zie para-
graaf 1.6).
De slangen worden erop gestoken, met
plakband afgedicht en met de bijgesloten
slangklemmen bevestigd (afb. 3 en 15).
12
4
5
3
7
Attentie: De aanzuig- en uitblaasopening
moeten in elk geval met een draadrooster
worden afgedekt en de slangen tegen weg-
glijden worden beveiligd.
4
5
3
2
6
1
8
9
Luchtuitlaat
1 WPL 10 KW basistoestel
2 Afdekking
3 Slangklem, ovaal
4 Luchtslang
5 Slangklem, rond
(aan buitenmuur c.q.
kelderram)
6 Aansluitstrip slang
7 Bekledingsdeel, afneembaar
(condensorzijde)
toegankelijk zijn:
- Warmwateraansluitingen
- Aansluitingen condenswater
- Elektrische aansluitingen
- Condensor
- Verdamper
- Expansieventiel
- Ontdooiklep
- Ventilator bouwset
8 Bekledingsdeel, afneembaar
(compressorzijde)
toegankelijk zijn:
- Compressor
- Pressostaat
- Ventilator
- Drukverschilschakelaar
- Schakelkast
- Droger
- Kijkglas
9 Vermogensplaatje