Afb. 4
Fundering bij buitenopstelling
Lucht-
aanzuig-
zijde
9 0
1 Bodemplaat van de warmtepomp
2 Uitbreekbare installatieopeningen in de bodemplaat
Afb. 5
Randstenen voor buitenopstelling
Lucht-
aanzuig-
zijde
1 Bodemplaat van de warmtepomp
2 Uitbreekbare installatieopeningen in de bodemplaat
Afb. 6
6
Transporthulp - openingen
2
200
800
2
min 600
Lucht-
uitblaas-
zijde
1
Maten in mm
Lucht-
uitblaas-
zijde
1
Maten in mm
3 Opstelling, aansluiting, geluids-
emissie en eerste inbedrijfname
3.1
Transport
De vier openingen in de bodemplaat (sokkel)
van de warmtepomp kunnen bij het transport
voor het vasthaken van de draaggordels of
voor het doorsteken van stangen worden
gebruikt (afb. 4).
Om transportschade te voorkomen moeten
de beide demonteerbare bekledingsdelen
voor het transport in het gebouw verwijderd
worden.
De warmtepomp mag niet aan sterke stoten
worden blootgesteld. Een kortdurende
schuine positie is toegestaan.
De aanzuig- en uitblaascombinatie (bij
buitenopstelling) alsmede de afdekking (bij
binnenopstelling) zijn aparte transporteen-
heden en worden pas op de opstellingsplaats
op het basistoestel gemonteerd.
3.2
Plaats van opstelling
3.2.1 De ondergrond voor het opstellen van
de warmtepomp moet horizontaal, vlak,
stevig en duurzaam zijn.
Het frame van de warmtepomp moet
gelijkmatig op de ondergrond liggen. Een
ongelijkmatige ondergrond kan het geluids-
gedrag van de warmtepomp beïnvloeden.
Dit kan ook niet worden uitgesloten
wanneer voor het egaliseren van ongelijk-
matigheden de in de hoogte verstelbare
voeten (7) worden gebruikt (afb. 9).
De warmtepomp moet van alle zijden
toegankelijk zijn (VBG 20). De minimum-
afstand tot de muur bedraagt 50 cm.
3.2.2 Bijzonderheden bij de binnenopstelling
Aanbevolen ondergrond :
– Fundering (afb. 5)
– Randstenen (afb. 6)
– Steenplaat
Voor de van de onderzijde in de warmte-
pomp in te voeren water- en elektronische
installatieleidingen moet een uitsparing (vrije
ruimte) in de ondergrond worden gemaakt
(afb. 5 en 11).
Paragraaf 3.3 „Geluidsemissie bij buiten-
opstelling" in acht nemen!
3.2.3 Bijzonderheden bij de binnen-
opstelling
Ondergrond: Beton of estrik
Ventilatorbouwset
De warmtepomp bevat het brandbare
koelmiddel R 290 (propaan). In geval van
lekkage moet ervoor worden gezorgd dat vrij
komend koelmiddel naar buiten wordt
getransporteerd. Om dit te bereiken wordt
door de ventilator, die bij de accessoires
binnenopstelling werd meegeleverd, de
behuizing tijdens de werking continu en in
stilstandtijden intermitterend in onderdruk
gehonden.
De bouwset ventilator moet bij het instal-
leren van de installatie door een gekwalifi-
ceerd vakman worden ingebouwd.