Opmerking
G
RARP. Een op een netwerk gebaseerde server kan met RARP
(Reverse Address Resolution Protocol) het RARP-verzoek van
de printserver beantwoorden en de printserver het IP-adres
geven. Met de RARP-methode kunt u alleen het IP-adres
configureren. Zie
G
De opdrachten arp en ping. (Alleen voor printservers die
zijn geconfigureerd met het verouderde standaard-IP-adres
192.0.0.192) U kunt de opdrachten arp en ping van het
systeem gebruiken. Zie
voor meer informatie.
G
Telnet. U kunt configuratieparameters instellen met Telnet.
Om de configuratieparameters in te kunnen stellen, moet u
een Telnet-verbinding opzetten vanuit uw systeem naar de
HP Jetdirect-printserver met gebruikmaking van het
standaard IP-adres. Wanneer de configuratie eenmaal is
opgegeven, wordt de configuratie opgeslagen wanneer de
printserver wordt uitgeschakeld en weer wordt ingeschakeld.
Zie
Telnet gebruiken
NLWW
Linux- en UNIX-systemen: voor meer informatie
raadpleegt u de pagina bootpd man.
Op HP-UX-systemen is het mogelijk dat zich
een voorbeeld van een DHCP-configuratiebestand
(dhcptab) in de directory /etc bevindt.
Aangezien HP-UX momenteel geen DDNS
(Dynamic Domain Name Services) voor de
eigen DHCP-implementaties biedt, wordt door
HP aanbevolen dat u de duur van alle leases instelt
op Onbeperkt. Op deze manier wordt verzekerd dat
de IP-adressen van de printserver hetzelfde blijven
tot Dynamic Domain Name Services beschikbaar
worden gesteld.
RARP gebruiken
De opdrachten arp en ping gebruiken
voor meer informatie.
voor meer informatie.
TCP/IP-configuratie 38