Table 4.7
Wizard Beveiligingsniveas (2 van 2)
Beveiligingsniveau
Custom Security
NLWW
Beschrijving
Deze optie wordt verwerkt in alle beschikbare
beveiligingsinstellingen die door de printserver worden
ondersteund. Zie de tabbladen op de menupagina's
Protocols
en
Authorization
informatie.
U gebruikt de pagina Administrator Account om het
beheerderswachtwoord in te voeren.
U gebruikt de pagina Web Mgmt. (alleen voor printservers
met alle functies) voor de configuratie van HTTPS (beveiligd
HTTP), met inbegrip van certificaten en coderingsniveaus.
Op de pagina Management Tools kunt u
beheerprotocollen configureren die niet beveiligd zijn (zoals
RCFG, Telnet en FTP-firmware-updates).
U gebruikt de pagina's van SNMP Configuration om
specifieke SNMP-instellingen te configureren.
Enable SNMPv1/v2: schakel deze optie in om
G
beheersoftware toe te staan waarbij gebruik wordt
gemaakt van SNMP v1/v2. Als deze optie is
geselecteerd, wordt de pagina SNMPv1/v2
Configuration weergegeven voor configuratie van
SNMP-communitynamen.
G
Enable SNMPv3: (alleen printservers met alle functies)
schakel deze optie in om een SNMP v3-account te
maken. Het verdient geen aanbeveling een SNMP
v3-account te maken als u apparaten beheert met HP
Web Jetadmin. Zie SNMP.
U gebruikt de pagina Access Control om, indien gewenst,
een toegangscontrolelijst te maken om de hosttoegang tot
het apparaat te regelen.
De pagina Print Protocols and Services gebruikt u voor
het in- of uitschakelen van afdrukken via het netwerk,
printservices en apparaatdetectieprotocollen, die gevolgen
voor de beveiliging kunnen hebben.
De pagina Configuration Review bevat alle huidige
instellingen die gevolgen kunnen hebben voor de
beveiliging. Klik op Finish om de basisbeveiligingskeuzen
in te stellen.
De geïntegreerde webserver gebruiken 125
onder SECURITY voor meer
Mgmt.