SNMP
De standaard SNMP-parameters (Simple Network Management
Protocol) kunnen door de gebruiker worden gewijzigd. Zie
LET OP
Table 4.4
SNMP-instellingen (1 van 2)
Item
Enable SNMPv1/v2
read-write access
NLWW
Als u HP Web Jetadmin gebruikt om apparaten te
beheren, gebruikt u HP Web Jetadmin om SNMP
v3 en andere beveiligingsinstellingen op de printer
naadloos te configureren.
Als u de geïntegreerde webserver gebruikt om de
SNMP v3-account te maken, worden alle bestaande
SNMP v3-accounts verwijderd. Tevens dienen de
SNMP v3-accountgegevens te worden
geïmplementeerd op de SNMP-beheertoepassing.
Zie
SNMP v3
voor meer informatie.
Beschrijving
Met deze optie schakelt u de SNMP v1/v2c-agents op
de printserver in. U kunt aangepaste communitynamen
configureren om de beheerstoegang tot de printserver te
bepalen.
De SNMP-opdracht Set Community Name fungeert als
wachtwoord voor het configureren (of schrijven) van
SNMP-gegevens op de HP Jetdirect-printserver.
De SNMP-opdracht Get Community Name fungeert
als wachtwoord voor het ophalen (of lezen) van
SNMP-gegevens op de HP Jetdirect-printserver.
Een binnenkomende SNMP SetRequest- of
GetRequest-opdracht dient de juiste communitynaam voor
Set of Get te bevatten voordat antwoord van de printserver
kan worden verkregen.
Een communitynaam moet uit ASCII-tekens bestaan en
mag maximaal 255 tekens lang zijn.
De standaardcommunitynaam voor Get is 'public'. Om de
toegang te beperken, kan deze naam worden uitgeschakeld
door het desbetreffende selectievakje in te schakelen.
Opmerking: als 'public' is uitgeschakeld, bestaat de
mogelijkheid dat bepaalde poortmonitoren of
controlehulpprogramma's niet goed functioneren.
De geïntegreerde webserver gebruiken 110
Tabel
4.4.