4. Kies Een nieuwe poort maken en selecteer LPR-poort in de
vervolgkeuzelijst. Klik op Volgende.
5. Ga als volgt te werk in het venster LPR-compatibele printer
toevoegen:
a. Type de DNS-naam (Domain Name System of het IP-adres
(Internet Protocol) van de HP Jetdirect-printserver.
b. Typ (in kleine letters) de naam van de afdrukwachtrij voor
de HP Jetdirect-printserver (bijvoorbeeld: raw, text, auto
of binps.)
c.
Klik op OK.
6. Selecteer de fabrikant en het printermodel. (Klik indien nodig
op Diskette en volg de aanwijzingen om het
printerstuurprogramma te installeren.) Klik op Volgende.
7. Klik op Ja als u wordt gevraagd of u het bestaande
stuurprogramma wilt behouden. Klik op Volgende.
8. Typ een printernaam en klik op deze printer als
standaardprinter (indien gewenst). Klik op Volgende.
9. Selecteer of u deze printer wilt delen met andere
netwerkcomputers (als uw systeem bijvoorbeeld een printserver
is). Indien u deze printer wil delen, moet u een sharenaam
opgeven waaraan andere gebruikers deze printer kunnen
herkennen. Klik op Volgende.
10. Geef indien nodig een locatie en andere informatie op voor deze
printer. Klik op Volgende.
11. Klik op Ja om een testpagina af te drukken en klik vervolgens
op Volgende.
12. Klik op Voltooien om de wizard te sluiten.
Een LPR-poort maken voor een geïnstalleerde printer
1. Klik op Start, Printers en faxen.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Printer en
selecteer Eigenschappen.
3. Selecteer het tabblad Poorten en vervolgens Poort
toevoegen.
4. Selecteer LPR-poort in het dialoogvenster Printerpoorten
en selecteer vervolgens Nieuwe poort.
NLWW
Configuratie voor afdrukken via LPD 159