Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

HP Jetdirect
HP J7949E
Embedded
Handleiding
Print Server
voor beheerders

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor HP J7949E

  • Pagina 1 HP Jetdirect HP J7949E Embedded Handleiding Print Server voor beheerders...
  • Pagina 2 Handleiding voor beheerders HP Jetdirect Geïntegreerde printserver...
  • Pagina 3 De informatie in dit document kan zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd. De garanties voor HP producten en services staan in de garantiebeschrijvingen bij de desbetreffende producten en services. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden gezien. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    Wizard HP Install Network Printer (Windows)....17 HP Jetdirect-printerinstalleerder voor UNIX...... 18 HP Web Jetadmin..............19 Internet Printer Connection-software ........22 HP IP/IPX Printer Gateway voor NDPS ......25 HP LaserJet Utilities voor Mac OS ........27 3. TCP/IP-configuratie Inleiding ................. 34 Standaard-IP-adres ...............
  • Pagina 5 Voorbeeld van een FTP-sessie..........169 7. Beveiligingsfuncties Inleiding ................170 Beveiligingsfuncties gebruiken ........... 175 8. Problemen met de HP Jetdirect-printserver oplossen Inleiding ................177 Fabriekswaarden herstellen ..........178 Algemene probleemoplossing ..........180 Problemen met de LPD-configuratie voor UNIX oplossen 188 9.
  • Pagina 6: Kennismaking Met De Geïntegreerde Hp Jetdirect-Printserver

    HP Jetdirect-printserver Inleiding Deze printer of dit alles-in-één-apparaat is voorzien van een geïntegreerde HP Jetdirect-printserver die rechtstreeks op het apparaat is geïntegreerd. Dankzij deze printserver kunt u dit apparaat rechtstreeks aansluiten op een netwerk en kunnen meerdere gebruikers of systemen gebruikmaken van het apparaat.
  • Pagina 7: Identificatie

    Identificatie Productnummer en firmwareversie De voorzieningen en mogelijkheden van een HP Jetdirect-printserver hangen af van het productmodel/-nummer en de firmwareversie van de printserver. De printserver kan worden bijgewerkt met eventuele nieuwe firmwareversies. Nieuwe versies kunnen uitgebreide voorzieningen en mogelijkheden bieden.
  • Pagina 8: Ondersteunde Netwerkprotocollen

    (Alleen EtherTalk) DLC/LLC Microsoft Windows NT** * Raadpleeg het huidige gegevensblad voor het HP Jetdirect-product voor aanvullende netwerksystemen en versies. Voor werking met andere netwerkomgevingen neemt u contact op met de fabrikant van uw systeem of een erkend verkooppunt van HP-producten.
  • Pagina 9: Beveiligingsprotocollen

    HP Jetdirect-printservers ondersteunen SNMP en standaard MIB-II-objecten (Management Information Base) in IP- en in IPX-netwerken. De geïntegreerde HP Jetdirect-printserver ondersteunt een SNMP v1/v2c-agent, alsook een SNMP v3-agent voor verbeterde beveiliging. HTTPS De geïntegreerde HP Jetdirect-printserver ondersteunt HTTPS (Secure Hyper Text Transfer Protocol) voor beveiligde, gecodeerde beheercommunicatie tussen de geïntegreerde webserver en de...
  • Pagina 10 Security). Voor beveiligde communicatie worden dynamische coderingssleutels gebruikt. Het netwerkinfrastructuurapparaat dat de printserver met het netwerk verbindt (zoals een HP Procurve-switch), moet ook de gebruikte EAP/802.1X-methode ondersteunen. In combinatie met de verificatieserver kan het infrastructuurapparaat regelen in hoeverre er netwerktoegang mogelijk is en welke services beschikbaar zijn voor de client van de printserver.
  • Pagina 11: Hp-Ondersteuning

    HP-ondersteuning On line HP-ondersteuning Gebruik de muis om snel oplossingen te vinden! De website van HP http://www.hp.com/support/net_printing is de aangewezen plek om antwoord te vinden op al uw vragen over de HP Jetdirect-printserver. De website is 24 uur per dag, 7 dagen per week bereikbaar.
  • Pagina 12: Hp-Ondersteuning Via De Telefoon

    HP-ondersteuning via de telefoon Goed opgeleide deskundigen staan klaar om u te helpen. Bezoek voor actuele telefoonnummers voor ondersteuning en wereldwijd beschikbare services van HP de volgende website: http://www.hp.com/support/support_assistance Bel voor gratis ondersteuning in de VS en Canada Opmerking 1-800-HPINVENT of 1-800-474-6836.
  • Pagina 13: Productregistratie

    Productregistratie Als u het product registreert, hebt u gemakkelijker toegang tot de ondersteuning en diensten van HP voor dit product. Ga naar de volgende website van HP om het product te registreren: http://www.hp.com/go/jetdirect_register Kennismaking met de geïntegreerde HP Jetdirect-printserver 13...
  • Pagina 14: Inleiding

    Overzicht van softwareoplossingen van HP Inleiding HP biedt een verscheidenheid aan softwareoplossingen voor het instellen en beheren van netwerkapparatuur die met behulp van HP Jetdirect is aangesloten. Zie Tabel 2.1 om te bepalen welke software u het best kunt gebruiken.
  • Pagina 15 TCP/IP IPP (Internet Printing afdrukkwaliteit via Opmerking: Protocol). internet (dient als internetafdruksoftware vervanging van fax, van Microsoft is eveneens post- en geïntegreerd in koeriersdiensten). Windows 2000, XP en Server 2003. Overzicht van softwareoplossingen van HP 15 NLWW...
  • Pagina 16 Tabel 2.1 Softwareoplossingen (3 van 3) Besturingssysteem Functie Opmerkingen HP IP/IPX Printer Gateway voor NDPS NetWare 5.x, 6.0 Vereenvoudigde installatie, Maakt afdrukken en bidirectioneel gebruikerslicenties vrij. beheer van via Biedt uitschakeling van HP Jetdirect aangesloten SAP's voor verminderd printers onder NDPS netwerkverkeer.
  • Pagina 17: Wizard Hp Install Network Printer (Windows)

    Wizard HP Install Network Printer (Windows) De HP Install Network Printer Wizard is een softwaremodule voor het snel en gemakkelijk installeren van printers in een TCP/IP-netwerk. Tijdens de installatie kunt u voor het apparaat algemene TCP/IP-parameters instellen die nodig zijn om het apparaat in het netwerk te gebruiken.
  • Pagina 18: Hp Jetdirect-Printerinstalleerder Voor Unix

    HP Jetdirect-printerinstalleerder voor UNIX De HP Jetdirect-printerinstalleerder voor UNIX is bestemd voor HP-UX- en Solaris-systemen. De software biedt diagnostische mogelijkheden en installeert en configureert HP-printers die via HP Jetdirect-printservers met alle functies op een TCP/IP-netwerk zijn aangesloten. De software kan worden gedownload vanaf de website van de on line ondersteuning van HP op: http://www.hp.com/support/net_printing...
  • Pagina 19: Hp Web Jetadmin

    HP Web Jetadmin HP Web Jetadmin is een programma waarmee in een onderneming uiteenlopende, al dan niet door HP geleverde netwerkafdrukapparaten op afstand kunnen worden geïnstalleerd, geconfigureerd en beheerd via een standaardbrowser. HP Web Jetadmin kan worden gebruikt om zowel afzonderlijke apparaten als groepen apparaten proactief te beheren.
  • Pagina 20: Hp Web Jetadmin Installeren

    1. Download de installatiebestanden vanaf de website van de on line ondersteuning van HP op http://www.hp.com/go/webjetadmin. 2. Volg de aanwijzingen op het scherm om de HP Web Jetadmin-software te installeren. U kunt de installatie-instructies ook vinden in Opmerking het installatiebestand van HP Web Jetadmin.
  • Pagina 21: Hp Web Jetadmin-Software Verwijderen

    Een apparaat configureren en wijzigen Ga met de browser naar de URL van HP Web Jetadmin. Bijvoorbeeld: http://systeemnaam.domein:poort/ In plaats van systeemnaam.domein kan het Opmerking IP-adres worden gebruikt van de hostcomputer waarop HP Web Jetadmin is geïnstalleerd. Volg de aanwijzingen op de desbetreffende pagina om de printer te vinden en te configureren of te wijzigen.
  • Pagina 22: Internet Printer Connection-Software

    Windows NT 4.0 of Windows 2000 wordt uitgevoerd. 1. De software is als volgt verkrijgbaar: Download HP Internet Printer Connection vanaf de website van de on line ondersteuning van HP op: http://www.hp.com/support/net_printing...
  • Pagina 23 Windows-systeem is geïntegreerd. De IPP-functie van de HP Jetdirect-printserver is compatibel met de IPP-clientsoftware van het Windows-systeem. Voor het instellen van een afdrukpad naar een via HP Jetdirect aangesloten internetprinter met behulp van de IPP-clientsoftware van Windows 2000/XP gaat u als volgt te werk: 1.
  • Pagina 24 IPP-client de bij de cd-rom van Windows ME geleverde instructies. Door Novell geleverde software De HP Jetdirect-printserver is compatibel met de IPP-functie die wordt uitgevoerd op NetWare 5.1 met SP1 of hoger. Voor ondersteuning voor NetWare-clients raadpleegt u de technische documentatie van NetWare of neemt u contact op met Novell.
  • Pagina 25: Hp Ip/Ipx Printer Gateway Voor Ndps

    Beheerders kunnen NDPS gebruiken voor het beheer van netwerkprinters in ondersteunde NetWare-omgevingen. De HP IP/IPX Printer Gateway is een NLM (NetWare Loadable Module) die voor HP Jetdirect-printservers met alle functies door HP is ontwikkeld voor gebruik en compatibiliteit met NDPS van Novell.
  • Pagina 26: De Software Verkrijgen

    De software verkrijgen De HP IP/IPX Printer Gateway wordt geleverd bij alle actuele versies van NDPS. NDPS is inbegrepen bij Novell NetWare 5.x en 6.0. Ga als volgt te werk om de meest recente softwareversie of de bijbehorende documentatie te verkrijgen: Ga naar http://www.hp.com/go/hpgate_sw.
  • Pagina 27: Hp Laserjet Utilities Voor Mac Os

    HP LaserJet Utilities voor Mac OS Met de HP LaserJet Utilities voor Mac OS kunt u de op HP Jetdirect aangesloten printers beheren in netwerken die gebruikmaken van het AppleTalk-protocol (EtherTalk). In TCP/IP-netwerken kunt u de hulpprogramma's Opmerking van Mac OS gebruiken om de printer te detecteren en te installeren: Gebruik op systemen met Mac OS 9.x het Apple...
  • Pagina 28: De Printer Configureren

    De printer configureren Met HP LaserJet Utility kunt u printerinstellingen, zoals de naam van de printer en de gewenste zone, via de Mac OS-computer configureren. Het wordt door Hewlett-Packard aangeraden de configuratie van de printer met dit hulpprogramma uitsluitend door een netwerkbeheerder te laten uitvoeren.
  • Pagina 29: De Netwerkconfiguratie Controleren

    De naam kan maximaal 32 tekens bevatten. Als u Opmerking een pieptoon hoort, is er een teken gebruikt dat niet geldig is. Raadpleeg het Help-systeem van de software voor informatie over ongeldige tekens. Overzicht van softwareoplossingen van HP 29 NLWW...
  • Pagina 30: Een Zone Selecteren

    U kunt de printer elke gewenste naam geven, bijvoorbeeld 'LaserJet 4000 van Bert'. Met HP LaserJet Utility beschikt u over de mogelijkheid om apparaten in verschillende zones en in de lokale zone een nieuwe naam te geven (er hoeven geen zones te zijn om HP LaserJet Utility te gebruiken).
  • Pagina 31: De Printer Selecteren

    De knop Actief wordt ingeschakeld. Als uw netwerk op andere netwerken is aangesloten, wordt de keuzelijst AppleTalk-zones weergegeven in de Kiezer. 4. Selecteer, indien nodig, de zone waarin de printer zich bevindt in de lijst AppleTalk-zones. Overzicht van softwareoplossingen van HP 31 NLWW...
  • Pagina 32 Wanneer u uw gebruikersnaam op het netwerk wilt weergeven tijdens het afdrukken van documenten, gaat u naar het bedieningspaneel van uw Mac OS-computer en selecteert u Samengebruik-configuratie. Typ vervolgens uw naam (als eigenaar). Overzicht van softwareoplossingen van HP 32 NLWW...
  • Pagina 33: De Configuratie Controleren

    Het dialoogvenster Print wordt weergegeven. 2. Klik op Print. Als de afdruktaak door de printer wordt uitgevoerd, hebt u de printer juist op het netwerk aangesloten. Als de printer niets afdrukt, raadpleegt u Hoofdstuk Overzicht van softwareoplossingen van HP 33 NLWW...
  • Pagina 34: Tcp/Ip-Configuratie

    TCP/IP-netwerken. Op server gebaseerde en handmatige TCP/IP-configuratie Als de fabrieksinstellingen actief zijn en als de HP Jetdirect-printserver voor het eerst wordt ingeschakeld, wordt automatisch geprobeerd met behulp van de servermethode (BOOTP, DHCP en RARP, zie beschrijving verderop in dit hoofdstuk) de TCP/IP-configuratie op te vragen.
  • Pagina 35: Standaard-Ip-Adres

    Standaard-IP-adres Wanneer de fabrieksinstellingen van de HP Jetdirect-printserver actief zijn (bijvoorbeeld bij levering of na een 'cold reset' van de printserver), heeft de printserver geen IP-adres. Afhankelijk van de netwerkomgeving kan een standaard-IP-adres zijn toegewezen. Geen toewijzing van standaard-IP-adres Er wordt geen standaard-IP-adres toegewezen als de servermethode (zoals BOOTP of DHCP) heeft gewerkt.
  • Pagina 36: Configuratie-Opties Voor Het Standaard-Ip-Adres

    Het standaard-gateway-adres is hetzelfde als het link-local adres. Als er een dubbel adres wordt gedetecteerd, wordt het adres van de HP Jetdirect-printserver indien nodig automatisch opnieuw toegewezen overeenkomstig de standaardtoewijzingsmethoden voor link-local adressen.
  • Pagina 37: Hulpprogramma's Voor Tcp/Ip-Configuratie

    Deze parameter kan echter worden uitgeschakeld met ondersteunde configuratieprogramma's, zoals Telnet, met een webbrowser of met een SNMP-beheertoepassing. Hulpprogramma's voor TCP/IP-configuratie Afhankelijk van de printer en het besturingssysteem kan een HP Jetdirect-printserver met behulp van de volgende hulpmiddelen worden geconfigureerd met geldige TCP/IP-parameters voor het netwerk: Software.
  • Pagina 38 Aangezien HP-UX momenteel geen DDNS (Dynamic Domain Name Services) voor de eigen DHCP-implementaties biedt, wordt door HP aanbevolen dat u de duur van alle leases instelt op Onbeperkt. Op deze manier wordt verzekerd dat de IP-adressen van de printserver hetzelfde blijven tot Dynamic Domain Name Services beschikbaar worden gesteld.
  • Pagina 39 Geïntegreerde webserver. U kunt naar de geïntegreerde webserver op de HP Jetdirect-printserver bladeren om de configuratieparameters in te stellen. Raadpleeg Hoofdstuk 4 voor meer informatie. Bedieningspaneel van de printer. U kunt de configuratiegegevens handmatig invoeren met de toetsen op het bedieningspaneel van de printer. Als u de gegevens invoert via het bedieningspaneel, kunt u slechts een beperkt aantal configuratieparameters configureren.
  • Pagina 40: Bootp/Tftp Gebruiken

    Met BOOTP (Bootstrap Protocol) en TFTP (Trivial File Transfer Protocol) kan de HP Jetdirect-printserver gemakkelijk automatisch worden geconfigureerd voor gebruik in een TCP/IP-netwerk. Tijdens het opstarten wordt door de HP Jetdirect-printserver een BOOTP-verzoek over het netwerk uitgezonden. Een correct geconfigureerde BOOTP-server op het netwerk zal reageren met een bericht met gegevens over de basisnetwerkconfiguratie van de HP Jetdirect-printserver.
  • Pagina 41: De Voordelen Van Bootp/Tftp

    Transfer Protocol) op UNIX-servers. BOOTP en TFTP worden gebruikt om netwerkconfiguratie-informatie te downloaden van een server naar de HP Jetdirect-printserver via het netwerk. Systemen die Netwerk Informatie Services (NIS) gebruiken Als uw systeem gebruik maakt van NIS, is het mogelijk dat u de NIS-map opnieuw moet opbouwen met de BOOTP-service voordat u de BOOTP configuratiestappen uitvoert.
  • Pagina 42 De BOOTP-server configureren Als de HP Jetdirect-printserver de configuratiedata via het netwerk op wil halen, moeten de BOOTP/TFTP-servers zijn geïnstalleerd met de juiste configuratiebestanden. BOOTP wordt gebruikt door de printserver van gegevens uit het bestand /etc/bootptab op een BOOTP-server, terwijl TFTP gebruikt wordt voor het ophalen van aanvullende configuratie-informatie vanuit een configuratiebestand op een TFTP-server.
  • Pagina 43: Bootptab-Bestandsvermeldingen

    Het label van de BOOTP-rapportindeling (verplicht). Stel deze parameter in op rfc1048. Het label van het hardwareadres. Het hardwareadres (MAC) is het koppelingsniveau- of stationadres van de HP Jetdirect-printserver. U kunt het op de HP Jetdirect-configuratiepagina vinden als het HARDWARE ADDRESS. TCP/IP-configuratie 43...
  • Pagina 44 Het label van het IP-adres (verplicht). Dit adres wordt het IP-adres van de HP Jetdirect-printserver. Het label van het subnetmasker. Het subnetmasker wordt gebruikt door de HP Jetdirect-printserver om de delen van een IP-adres mee aan te duiden die het netwerk-/subnetwerknummer en het hostadres bevatten.
  • Pagina 45 SMTP-server (Simple Mail Transport Protocol) voor uitgaande e-mail voor gebruik met ondersteunde scanapparaten. T144 Een eigen label van HP dat de relatieve padnaam aanduidt van het TFTP-configuratiebestand. Langere padnamen kunnen worden ingekort. De padnaam moet tussen dubbele aanhalingstekens staan (bijvoorbeeld 'padnaam').
  • Pagina 46 BOOTP/DHCP-opstartbestand (4 van 5) Item Beschrijving 2132 optie T146 Optie voor 'buffer packing'. Een eigen label van HP voor het instellen van de functie voor buffer packing voor TCP/IP-pakketten. 0 (standaardinstelling): normaal gesproken worden gegevensbuffers samengepakt alvorens ze naar de printer worden verzonden.
  • Pagina 47 T149 De optie voor de interlock-modus. Een eigen label van HP dat aangeeft of een bevestiging (ACK) voor alle TCP-pakketten vereist is alvorens de printer de afdrukverbinding via poort 9100 mag sluiten. Voor Poortnummer en Optie wordt een waarde aangegeven in de vorm: <De poortnummer voor>...
  • Pagina 48 # Example of an HP Jetdirect TFTP Configuration File # Allow only Subnet 192.168.10 access to peripheral. # Up to 10 'allow' entries can be written through TFTP. # Up to 10 'allow' entries can be written through Telnet # or embedded Web server.
  • Pagina 49 Tabel 3.2 biedt een overzicht van de ondersteunde TFTP-opdrachten (HP Jetdirect-firmwareversie V.28.xx of hoger). Tabel 3.3 beschrijft de TFTP-opdrachtparameters. Tabel 3.2 Lijst van ondersteunde TFTP-opdrachten (1 van 2) Algemeen passwd ssl-state: sys-location: security-reset: sys-contact: tftp-parameter-attribute: Basisparameters voor TCP/IP host-name: sec-dns-svr:...
  • Pagina 50 Tabel 3.2 Lijst van ondersteunde TFTP-opdrachten (2 van 2) SNMP snmp-config: auth-trap: get-cmnty-name: trap-dest: set-cmnty-name: IPX/SPX ipx-config: ipx-nds-context: ipx-unit-name: ipx-job-poll: ipx-frametype: pjl-banner: ipx-sapinterval: pjl-eoj: ipx-nds-tree: pjl-toner-low: AppleTalk appletalk: DLC/LLC dlc/llc-config: Overige instellingen link-type: Ondersteuning support-name: support-url: support-number: tech-support-url: TCP/IP-configuratie 50 NLWW...
  • Pagina 51 (passwd-admin:) Een wachtwoord (van maximaal zestien alfanumerieke tekens) waarmee beheerders wijzigingen van de configuratieparameters van de HP Jetdirect-printserver via Telnet, HP Web Jetadmin of de geïntegreerde webserver kunnen regelen. U kunt het wachtwoord wissen door de fabriekswaarden te herstellen. sys-location: (host-location:, location:) Identificeert de fysieke locatie van de printer (SNMP sysLocation-object).
  • Pagina 52 De vermelding voor het pad en de bestandsnaam is beperkt tot 64 alfanumerieke tekens. domain-name: De domeinnaam van het apparaat (bijvoorbeeld support.hp.com). De hostnaam maakt hiervan geen deel uit; het is niet de zogenaamde volledig correcte domeinnaam, zoals printer1.support.hp.com.
  • Pagina 53 Port 9100 mag sluiten. Voor Poortnummer en Optie wordt een waarde aangegeven. Voor een geïntegreerde HP Jetdirect-printserver is het poortnummer 1. Met de optiewaarde 0 (standaardinstelling) wordt de interlock uitgeschakeld; met 1 wordt de interlock ingeschakeld.
  • Pagina 54 [mask] Maakt een vermelding in de hosttoegangslijst die is opgeslagen op de HP Jetdirect-printserver. Elke vermelding duidt een host of netwerk met hosts aan die verbinding mogen maken met de printer. De opmaak is ’allow: netnum [mask]’ waarbij ’netnum’ een netwerknummer of het IP-adres van een host is en ’mask’...
  • Pagina 55 (bijvoorbeeld voor het bepalen van de bron van bepaalde berichten tijdens het oplossen van problemen). Als standaardinstelling wordt door de HP Jetdirect-printserver LPR als de bronfaciliteitcode gebruikt, maar plaatselijke gebruikerswaarden van local0 tot en met local7 kunnen worden gebruikt om aparte printservers of groepen van printservers te identificeren.
  • Pagina 56 Tabel 3.3 TFTP-configuratiebestandsparameters (6 van 11) mdns-pri-svc: De mDNS-service met de hoogste prioriteit die moet worden gebruikt voor afdrukken. Als u deze parameter wilt instellen, kiest u een van de volgende afdrukopties: 1: afdrukken naar poort 9100 2: afdrukken naar IPP-poort 3: de standaard-LPD-wachtrij van het type 'raw' 4: de standaard-LPD-wachtrij van het type 'text' 5: de standaard-LPD-wachtrij van het type 'auto'...
  • Pagina 57 (subnets-local:) Hiermee wordt de maximale segmentgrootte (MSS) aangeduid die de HP Jetdirect-printserver bij voorkeur gebruikt wanneer er wordt gecommuniceerd met lokale subnetten (Ethernet MSS=1460 bytes of meer) of externe subnetten (MSS=536 bytes): 0 (standaardinstelling): alle netwerken worden verondersteld lokaal te zijn (Ethernet MSS=1460 bytes of meer).
  • Pagina 58 Activeert of deactiveert werking van SNMP op de printserver. 0 deactiveert, 1 (standaardinstelling) activeert SNMP. LET OP: als SNMP wordt gedeactiveerd, worden alle SNMP-agents (SNMP v1, v2, v3) en de communicatie met HP Web Jetadmin gedeactiveerd. Tevens worden firmware-upgrades via de huidige HP-downloadhulpprogramma's gedeactiveerd. get-cmnty-name:...
  • Pagina 59 EN_II, TR_8022, TR_SNAP. ipx-sapinterval: Duidt op de tijd (van 1 tot 3600 seconden) dat de HP Jetdirect-printserver wacht tussen broadcasts van het SAP-protocol (Service Advertising Protocol) op het netwerk. De standaardinstelling is 60 seconden. 0 dient voor het uitschakelen van SAP-broadcasts.
  • Pagina 60 Tabel 3.3 TFTP-configuratiebestandsparameters (10 van 11) ipx-job-poll: Bepaalt de tijd (in seconden) dat de HP Jetdirect-printserver wacht alvorens de afdrukwachtrij te controleren op afdruktaken. pjl-banner: (ipx-banner:) Dient voor het in- of uitschakelen van een IPX-voorblad. 0 schakelt voorbladen uit. 1 1 (standaardinstelling) schakelt voorbladen in.
  • Pagina 61 Tabel 3.3 TFTP-configuratiebestandsparameters (11 van 11) upgrade: Hiermee configureert u een of meer Jetdirect-printservers met de naam en locatie van een bestand met een firmware-upgrade. LET OP: zorg ervoor dat de opdrachtparameters goed zijn ingevoerd en dat het upgradebestand nieuwer is dan de geïnstalleerde versie. Wanneer het upgradebestand een hogere versie bevat dan de geïnstalleerde versie, wordt geprobeerd de printserver bij te werken.
  • Pagina 62: Dhcp Gebruiken

    DHCP gebruiken Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP, RFC 2131/2132) is een van de verscheidene automatische configuratiemechanismen die door de HP Jetdirect-printserver worden gebruikt. Als u een DHCP-server op uw netwerk hebt, haalt de HP Jetdirect-printserver automatisch het IP-adres vanuit die...
  • Pagina 63: Windows-Systemen

    Voor meer informatie over het instellen van DHCP op UNIX-systemen raadpleegt u de pagina bootpd man. Op HP-UX-systemen is het mogelijk dat zich een voorbeeld van een DHCP-configuratiebestand (dhcptab) in de directory /etc bevindt. Aangezien HP-UX momenteel geen DDNS (Dynamic Domain Name Services) voor de eigen DHCP-implementaties biedt, wordt u aangeraden de duur van alle leases in te stellen op Onbeperkt.
  • Pagina 64 7. Selecteer in de sectie Duur lease de optie Onbeperkt en selecteer vervolgens OK. HP raadt aan om aan alle printers leases voor onbepaalde tijd toe te kennen om problemen die voortkomen uit gewijzigde IP-adressen te voorkomen. Denk er wel aan dat het toekennen van een lease voor onbepaalde tijd ertoe leidt dat alle clients in dat bereik leases voor onbepaalde tijd hebben.
  • Pagina 65 8. Sla deze stap over als u bij de vorige stap leases voor onbepaalde tijd hebt toegekend. Selecteer anders Bereik en selecteer Reserveringen toevoegen om uw printers te installeren als gereserveerde clients. Voer voor elke printer de volgende stappen uit in het venster Gereserveerde clients toevoegen om een reservering voor die printer in te stellen: a.
  • Pagina 66 U moet nu het IP-adres van de WINS-server opgeven; dit gaat als volgt: Selecteer eerst Waarde en vervolgens Matrix bewerken. Selecteer vanuit de Matrixeditor voor IP-adres Verwijderen om alle ongewenste adressen die eerder zijn ingesteld, te verwijderen. Typ dan het IP-adres van de WINS-server in en selecteer Toevoegen.
  • Pagina 67 Klik vervolgens op Volgende. 8. Stel de duur in van de IP-adreslease voor uw DHCP-clients. Klik vervolgens op Volgende. HP raadt aan dat aan alle printers gereserveerde IP-adressen worden toegewezen. Dit kunt u bewerkstelligen nadat u het bereik hebt ingesteld (zie stap 11).
  • Pagina 68 HP Jetdirect-printserver kan het bijwerken van de afdrukconfiguratie van de printer of het systeem voor clients of server nodig maken. Als u niet wilt dat de HP Jetdirect-printserver wordt geconfigureerd via DHCP, dient u voor de printserver een andere configuratiemethode in te stellen.
  • Pagina 69 DHCP niet gebruikt. 3. U kunt de TCP/IP-parameters handmatig via een ondersteunde webbrowser wijzigen met behulp van de geïntegreerde Jetdirect-webserver of met HP Web Jetadmin. Wanneer u naar BOOTP-configuratie overstapt, worden de door DHCP geconfigureerde parameters vrijgegeven en wordt het TCP/IP-protocol geïnitialiseerd.
  • Pagina 70: Rarp Gebruiken

    UNIX- en Linux-systemen. Door deze installatieprocedure kan de RARP-daemon die op uw systeem wordt uitgevoerd, reageren op een RARP-verzoek vanuit de HP Jetdirect-printserver en het IP-adres doorgeven aan de printserver. 1. Zet de printer uit. 2. U dient zich als 'superuser' aan te melden bij het UNIX- of Linux-systeem.
  • Pagina 71 7. Bewerk het bestand /etc/ethers (bestand /etc/rarpd.conf voor HP-UX 10.20) om het LAN-hardwareadres/stationadres voor de LAN (van de configuratiepagina) en de knooppuntnaam voor de HP Jetdirect-printserver toe te voegen. Bijvoorbeeld: 00:01:E6:a8:b0:00 laserjet1 Als uw systeem gebruik maakt van Netwerk Opmerking Informatie Services (NIS), moet u wijzigingen aanbrengen in de NIS-host en ethers-databases.
  • Pagina 72: De Opdrachten Arp En Ping Gebruiken

    Nadat een IP-adres is toegewezen door middel van de opdracht arp of ping, configureert u de overige IP-parameters met andere hulpprogramma's (bijvoorbeeld Telnet, de geïntegreerde webserver of de software HP Web Jetadmin). Voor het configureren van een HP Jetdirect-printserver gebruikt u de volgende opdrachten: arp -s <IP-adres> <LAN-hardwareadres> ping <IP-adres>...
  • Pagina 73 Afhankelijk van het systeem is het mogelijk dat voor het LAN-hardwareadres een specifieke opmaak vereist is. Bijvoorbeeld: Voor Windows NT 4.0, 2000, XP of Server 2003 arp -s 192.168.45.39 00-01-E6-a2-31-98 ping 192.168.45.39 Voor UNIX arp -s 192.168.45.39 00:01:E6:a2:31:98 ping 192.168.45.39 Wanneer het IP-adres eenmaal op de printserver is Opmerking ingesteld, worden verdere arp- en ping-opdrachten...
  • Pagina 74: Telnet Gebruiken

    Web Jetadmin-software). Telnet-verbinding maken Voor gebruik van Telnet-opdrachten met de HP Jetdirect-printserver moet een route beschikbaar zijn van het werkstation naar de printserver. Als de printserver en de computer een vergelijkbaar IP-adres moeten hebben (dat wil zeggen dat de netwerkgedeelten van beide IP-adressen overeenkomen), bestaat de kans dat er een route bestaat.
  • Pagina 75 <IP-adres Jetdirect> <IP-adres systeem> waarbij <IP-adres Jetdirect> het IP-adres is dat op de HP Jetdirect-printserver geconfigureerd is, en waarbij <IP-adres systeem> het IP-adres van de netwerkkaart is, die op hetzelfde fysieke LAN is aangesloten als de printserver.
  • Pagina 76: Een Gebruikelijke Telnet-Sessie

    <IP-adres> het IP-adres is dat wordt weergegeven op de Jetdirect-configuratiepagina. Zie Hoofdstuk 2. Er wordt een verbinding naar de HP Jetdirect-printserver weergegeven. Als de server reageert met connected to IP address, drukt u tweemaal op Enter om te controleren of de Telnet-verbinding is geïnitialiseerd.
  • Pagina 77: Opties Van De Gebruikersinterface

    Raadpleeg voor een lijst van ondersteunde opdrachten en parameters 'Telnet-opdrachten en parameters'. Opties van de gebruikersinterface De HP Jetdirect-printserver biedt twee interface-opties voor het invoeren van Telnet-opdrachten: een Opdrachtregel-interface (standaardinstelling) en een Menu-interface. Opdrachtregel-interface (standaardinstelling) Met behulp van de opdrachtregel-interface voor Telnet kunt u de...
  • Pagina 78 1. Typ achter de Telnet-prompt '>': <parameter>: <waarde> en druk vervolgens op Enter. Hierbij verwijst <parameter> naar de configuratieparameter die u definieert, en <waarde> naar de definities die u aan die parameter toekent. Elk parameteritem wordt gevolgd door een return. Tabel 3.4 voor configuratieparameters.
  • Pagina 79 Opdracht Beschrijving passwd Stelt het beheerderswachtwoord in (wordt gedeeld met de geïntegreerde webserver en HP Web Jetadmin). passwd jd1234 jd1234 stelt het wachtwoord bijvoorbeeld in op jd1234. jd1234 wordt tweemaal ingevoerd ter bevestiging. Er mogen maximaal 16 alfanumerieke tekens worden gebruikt.
  • Pagina 80 Tabel 3.4 Telnet-opdrachten en parameters (2 van 15) ssl-state Hiermee wordt het beveiligingsniveau voor webcommunicatie van de printserver ingesteld: 1: gedwongen omleiding naar de HTTPS-poort. Alleen HTTPS-communicatie (beveiligd HTTP) kan worden gebruikt. 2: gedwongen omleiding naar HTTPS uitschakelen. HTTP- en HTTPS-communicatie kunnen worden gebruikt. security-reset Beveiligingsinstellingen op de printserver terugzetten op fabriekswaarden.
  • Pagina 81 DHCP-pool met IP-adressen toegewezen. Config Server (Alleen-lezen-parameter) Het IP-adres van de server (bijvoorbeeld een BOOTP- of DHCP-server) waardoor de vorige keer het IP-adres van de HP Jetdirect-printserver is geconfigureerd. TFTP Server (Alleen-lezen-parameter) Het IP-adres van de TFTP-server die TFTP-parameters aan de HP Jetdirect-printserver geleverd heeft.
  • Pagina 82 TCP-pakketten vereist is alvorens de printer de afdrukverbinding via Port 9100 mag sluiten. Voor Poortnummer en Optie wordt een waarde aangegeven. Voor geïntegreerde HP-printservers is het standaardpoortnummer 1. Met de optiewaarde 0 (standaardinstelling) wordt de interlock uitgeschakeld; met 1 wordt het interlock ingeschakeld. Bijvoorbeeld:...
  • Pagina 83 Tabel 3.4 Telnet-opdrachten en parameters (5 van 15) TCP/IP LPD Queues Opdracht Beschrijving addq Voegt een door de gebruiker gedefinieerde wachtrij toe. De naam van de wachtrij (maximaal 32 ASCII-tekens die kunnen worden weergegeven), van de prepend-tekenreeks, de append-tekenreeks en de verwerkingswachtrij (over het algemeen RAW) moeten in de opdrachtregel worden opgegeven.
  • Pagina 84 Beschrijving allow Maakt een vermelding in de hosttoegangslijst die is opgeslagen op de HP Jetdirect-printserver. Elke vermelding duidt een host of netwerk met hosts aan die verbinding mogen maken met de printer. De opmaak is ’allow: netnum [mask]’ waarbij ’netnum’ een netwerknummer...
  • Pagina 85 Activeert of deactiveert SLP-werking (Service Location Protocol) op de printserver: 0 deactiveert, 1 (standaardinstelling) activeert. SLP wordt door bepaalde softwareprogramma's van HP gebruikt (via UDP-poort 427) voor de automatische detectie van apparaten. slp-keep-alive Geeft de periode aan waarin de printserver...
  • Pagina 86 Tabel 3.4 Telnet-opdrachten en parameters (8 van 15) mdns-pri-svc De mDNS-service met de hoogste prioriteit die moet worden gebruikt voor afdrukken. Als u deze parameter wilt instellen, kiest u een van de volgende afdrukopties: 1: afdrukken naar poort 9100 2: afdrukken naar IPP-poort 3: de standaard-LPD-wachtrij van het type 'raw' 4: de standaard-LPD-wachtrij van het type 'text' 5: de standaard-LPD-wachtrij van het type 'auto'...
  • Pagina 87 Als de instelling 0 is, is de vernieuwingsfrequentie uitgeschakeld. tcp-mss Hiermee wordt de maximale segmentgrootte (MSS) aangeduid die de HP Jetdirect-printserver bij voorkeur gebruikt wanneer er wordt gecommuniceerd met lokale subnetten (Ethernet MSS=1460 bytes of meer) of externe subnetten (MSS=536 bytes): 0: (standaard) Alle netwerken worden verondersteld lokaal te zijn (Ethernet MSS=1460 bytes of meer).
  • Pagina 88 TCP/IP Diagnostics Opdracht Beschrijving Last Config IP (Alleen-lezen-parameter) Het IP-adres van het systeem van waaruit het IP-adres van de HP Jetdirect-printserver is geconfigureerd. TCP Conns Refused (Alleen-lezen-parameter) Het aantal TCP-verbindingen met clientcomputers dat door de printserver geweigerd is. TCP Access Denied...
  • Pagina 89 Activeert of deactiveert werking van SNMP op de printserver. 0 deactiveert, 1 (standaardinstelling) activeert SNMP. LET OP: als SNMP wordt gedeactiveerd, worden alle SNMP-agents (SNMP v1, v2 en v3) en de communicatie met beheertoepassingen, zoals HP Web Jetadmin, gedeactiveerd. Tevens worden firmware-upgrades via de huidige HP-downloadhulpprogramma's gedeactiveerd. get-cmnty-name Geeft een wachtwoord aan dat bepaalt op welke SNMP GetRequests de HP Jetdirect-printserver reageert.
  • Pagina 90 Telnet-opdrachten en parameters (12 van 15) trap-dest Hiermee wordt het IP-adres van een host ingevoerd in de lijst met SNMP-trap-bestemmingen van de HP Jetdirect-printserver. De opmaak van de opdracht is: trap-dest: ip-address [communitynaam] [poortnummer] De standaardcommunitynaam is 'public'; het standaard-SNMP-poortnummer is 162. Het poortnummer kan niet worden opgegeven zonder communitynaam.
  • Pagina 91 2 (P2) is vooraf geconfigureerd op de HP Jetdirect-printserver. Status (Alleen-lezen-parameter) Duidt op de huidige status van de AppleTalk-configuratie. KLAAR: duidt erop dat de HP Jetdirect-printserver wacht op gegevens. UITGESCHAKELD: duidt erop dat AppleTalk handmatig is uitgeschakeld. INITIALISATIE: duidt erop dat de printserver bezig is met het registreren van het knooppuntadres of de naam.
  • Pagina 92 Tabel 3.4 Telnet-opdrachten en parameters (14 van 15) DLC/LLC Opdracht Beschrijving dlc/llc-config Activeert of deactiveert de werking van het DLC/LLC-protocol op de printserver. 0 deactiveert, 1 (standaardinstelling) activeert. Bijvoorbeeld: dlc/llc-config 0 dient voor het uitschakelen van de DLC/LLC-werking. strict-8022 Regelt de interpretatie van het DLC/LLC-protocol: 0 (standaardinstelling): deactiveert, dat wil zeggen, zorgt voor een vrije interpretatie.
  • Pagina 93 Support Opdracht Beschrijving Web JetAdmin URL (Alleen-lezen-parameter) Wanneer dit apparaat door HP Web Jetadmin wordt gevonden, wordt de URL voor toegang tot de HP Web Jetadmin weergegeven. Web JetAdmin (Alleen-lezen-parameter) Wanneer dit apparaat door Name HP Web Jetadmin wordt gevonden, wordt de naam van de HP Web Jetadmin weergegeven (als deze bekend is).
  • Pagina 94 Afbeelding 3.1 Voorbeeld: De menu-interface gebruiken Main Menu ------------------------------- 1. General Menu 2. TCP/IP Menu... 3. SNMP Menu... 4. IPX/SPX Menu 5. AppleTalk Menu 6. DLC/LLC Menu 7. Other Settings 8. Support Settings 9. Wireless Settings ?. Help e. Exit Menu Kies 2 voor het TCP/IP Menu.
  • Pagina 95: Telnet Gebruiken Voor Het Verwijderen Van De Bestaande Ip-Instellingen

    Als u alle parameters op de fabrieksinstellingen terug wilt zetten, raadpleegt u Hoofdstuk De geïntegreerde webserver gebruiken U kunt de IP-parameters instellen op HP Jetdirect-printservers die de geïntegreerde webserver ondersteunen. Zie Hoofdstuk 4 voor meer informatie. TCP/IP-configuratie 95 NLWW...
  • Pagina 96: Het Bedieningspaneel Van De Printer Gebruiken

    (bijvoorbeeld Telnet of de geïntegreerde webserver). Als voor de HP Jetdirect-printserver is ingesteld dat de TCP/IP-configuratie via het bedieningspaneel wordt verkregen, wordt de configuratie opgeslagen op de printserver en blijft deze bewaard, ook wanneer de stroom wordt uit- en weer ingeschakeld.
  • Pagina 97: Verplaatsen Naar Een Ander Netwerk

    Verplaatsen naar een ander netwerk Wanneer u een HP Jetdirect-printserver met een IP-adres verplaatst naar een nieuw netwerk, moet u ervoor zorgen dat dit IP-adres geen conflicten met de adressen in het nieuwe netwerk oplevert. U kunt het IP-adres van de printserver wijzigen in een...
  • Pagina 98: De Geïntegreerde Webserver Gebruiken

    De weergegeven tabbladen en functies zijn afhankelijk van de mogelijkheden van het apparaat en de firmwareversie van de HP Jetdirect-printserver. De netwerkconfiguratie voor de HP Jetdirect-printserver vindt plaats via het tabblad Networking. Een voorbeeld van het tabblad...
  • Pagina 99: Vereisten

    Jetadmin weergegeven als dit apparaat in HP Web Jetadmin via een integratie-URL is ontdekt. Op dit moment kan de ondersteuning van browsers tussen HP Web Jetadmin en de geïntegreerde webserver verschillen. Bezoek voor browsers die worden ondersteund door HP Web Jetadmin http://www.hp.com/go/webjetadmin.
  • Pagina 100: De Geïntegreerde Webserver Bekijken

    U kunt IP-parameters ook handmatig configureren via het bedieningspaneel van de printer of met Telnet, de systeemopdrachten 'arp' en 'ping', HP Web Jetadmin of andere beheersoftware. Zie voor meer informatie over opties voor het configureren van TCP/IP...
  • Pagina 101: Opmerkingen Bij Het Gebruik

    Novell-server worden gemaakt. Om deze objecten te maken, gebruikt u een Novell NetWare-hulpprogramma, zoals NWAdmin, of configureert u de IPX/SPX-stack voor NDS via HP-hulpprogramma's, zoals de wizard HP Install Network Printer of HP Web Jetadmin. De geïntegreerde webserver gebruiken 101...
  • Pagina 102: Het Tabblad Networking

    Configuration Page De eerste keer dat u het tabblad Networking opent, wordt u gevraagd of er productinformatie naar HP mag worden verzonden. Identificatie- en gebruiksgegevens die door HP over het product worden verzameld, worden gebruikt om de functies en services van het product te verbeteren.
  • Pagina 103 Tabel 4.1 TCP/IP-instellingen (1 van 4) Item Beschrijving IP Configuration De methode die de HP Jetdirect-printserver gebruikt voor de Method IP-configuratieparameters: BOOTP (standaardinstelling), DHCP, Manual of Auto IP. Voor BOOTP of DHCP worden de IP-parameters elke keer dat de printserver wordt ingeschakeld automatisch door een BOOTP- of DHCP-server geconfigureerd.
  • Pagina 104 Beschrijving Domain Name De naam van het DNS-domein (Domain Name System) waarin de HP Jetdirect-printserver zich bevindt (bijvoorbeeld support.hp.com). De hostnaam maakt hiervan geen deel uit; het is niet de zogenaamde volledig correcte domeinnaam, zoals printer1.support.hp.com. Primary WINS Het IP-adres van de primaire WINS-server (Windows Internet Server Naming Service).
  • Pagina 105 Dit veld kan een telefoonnummer of een naam bevatten. Indien geconfigureerd, wordt deze parameter weergegeven op de introductiepagina van de HP Jetdirect-printserver. System Location De fysieke locatie van het apparaat of verwante informatie. Alleen afdrukbare ASCII-tekens mogen worden gebruikt (maximaal 64 tekens).
  • Pagina 106 DHCP-verzoeken in te schakelen. IPX/SPX Het tabblad IPX/SPX dient voor de configuratie van de IPX/SPX-parameters (Internet Packet Exchange/Sequenced Packet Exchange) van de HP Jetdirect-printserver voor gebruik in een Novell NetWare-netwerk of een IPX/SPX-compatibel netwerk (zoals een Microsoft-netwerk). Zie Tabel 4.2 voor een beschrijving van de items op deze pagina.
  • Pagina 107 IPX/SPX-instellingen (1 van 2) Item Beschrijving IPX/SPX Enable Activeert of deactiveert de werking van het IPX/SPX-protocol op de HP Jetdirect-printserver. Als het vakje niet is aangekruist, is IPX/SPX uitgeschakeld. IPX/SPX Frame Geef het IPX/SPX-frametype op dat door de Type HP Jetdirect-printserver in uw netwerk moet worden gebruikt.
  • Pagina 108 Opmerking: NDS-objecten kunnen niet worden gemaakt door de geïntegreerde webserver. Job Poll Interval Bepaalt de tijd (in seconden) dat de HP Jetdirect-printserver wacht alvorens de afdrukwachtrij te controleren op afdruktaken. PJL Configuration Activeer of deactiveer voor PJL-taken (Printer Job Language)
  • Pagina 109: Opmerking

    AppleTalk Met het tabblad AppleTalk kunt u geselecteerde AppleTalk-instellingen op de HP Jetdirect-printserver configureren. Tabel 4.3 voor een beschrijving van de items op deze pagina. De weergegeven AppleTalk-parameters tonen Opmerking onder andere de AppleTalk-printertypen die in het netwerk bekend zijn.
  • Pagina 110 De standaard SNMP-parameters (Simple Network Management Protocol) kunnen door de gebruiker worden gewijzigd. Zie Tabel 4.4. Als u HP Web Jetadmin gebruikt om apparaten te LET OP beheren, gebruikt u HP Web Jetadmin om SNMP v3 en andere beveiligingsinstellingen op de printer naadloos te configureren.
  • Pagina 111: Other Settings

    Enable SNMPv3 (Alleen HP Jetdirect-printservers met alle functies) Met deze optie schakelt u de SNMP v3-agent op de printserver in of uit. Wanneer deze optie is ingeschakeld, moet er een SNMP v3-account op de printserver worden gemaakt en moeten de accountgegevens worden geïmplementeerd op de...
  • Pagina 112 Poort 9100-services in- of uitschakelen. Dient voor het in- en uitschakelen van services via poort 9100. Poort 9100 is een eigen 'raw' TCP/IP-poort van HP op de HP Jetdirect-printserver en is de standaardpoort voor het afdrukken. De poort biedt toegang voor software van HP (bijvoorbeeld HP Standard Port).
  • Pagina 113 Diverse instellingen (2 van 5) Item Beschrijving LPD Printing Dient voor het in- en uitschakelen van de LPD-services (Line Printer Daemon) op de HP Jetdirect-printserver. LPD op de HP Jetdirect-printserver biedt services voor lineprinter-spooling voor TCP/IP-systemen. Zie Hoofdstuk 5 voor meer informatie.
  • Pagina 114 Als standaardinstelling wordt door de HP Jetdirect-printserver LPR als de bronfaciliteitcode gebruikt, maar plaatselijke gebruikerswaarden van local0 tot en met local7 kunnen worden gebruikt om aparte printservers of groepen van printservers te identificeren.
  • Pagina 115 Priority Service gebruikt voor afdrukken. Als u deze parameter wilt instellen, kiest u een van de volgende afdrukopties: 9100 Printing: 'Raw' IP afdrukken via eigen HP-poort 9100. IPP Printing: Afdrukken met Internet Printing Protocol. LPD Printing (RAW): afdrukken met standaard-LPD-wachtrij van het type 'raw'.
  • Pagina 116: Firmware-Upgrade

    Het bestand voor de firmware-upgrade van de printserver moet beschikbaar zijn op het systeem. Om het juiste upgrade-bestand te vinden en op te halen, bezoekt u de on line ondersteuning van HP: http://www.hp.com/go/webjetadmin_firmware Op deze pagina gaat u als volgt te werk: 1.
  • Pagina 117 Ga als volgt te werk om de printserver op te waarderen via de geïntegreerde webserver: 1. Voer het pad van het upgrade-bestand in of klik op Browse om het op te zoeken. 2. Klik vervolgens op Upgrade Firmware. LPD Queues Op de pagina LPD Queues kunt u LPD-afdrukwachtrijen (Line Printer Daemon) opgeven op de Jetdirect-printserver.
  • Pagina 118 Table 4.6 LPD-wachtrijparameters (1 van 3) Item Beschrijving Queue Name De naam van de door de gebruiker gedefinieerde wachtrij. Deze naam kan maximaal 32 tekens lang zijn en mag uit alle ASCII-tekens bestaan die kunnen worden weergegeven. U kunt maximaal zes wachtrijen definiëren. Prepend String Voer de naam in van een of meer tekenreeksen die vóór de Name...
  • Pagina 119 RAW - geen verwerking De LDP (Line Printer Daemon) behandelt gegevens in een raw-wachtrij als een afdruktaak die al is opgemaakt in de PCL-, PostScript- of HP GL/2-printertaal en stuurt de gegevens zonder wijziging naar de printer. (Een door de gebruiker gedefinieerde prepend- of append-tekenreeks wordt op de juiste plaats aan de afdruktaak toegevoegd.)
  • Pagina 120 Table 4.6 LPD-wachtrijparameters (3 van 3) Item Beschrijving Value De inhoud van de tekenreeks. Met de parameter String Name wordt de naam van de tekenreeks bepaald, met de parameter Value wordt de inhoud gedefinieerd. Wanneer er een tekenreeksnaam voor een prepend- of append-tekenreeks wordt opgegeven (in de tabel boven aan het browservenster), stuurt de LPD (Line Printer Daemon) de waarde van die tekenreeks vóór of na de afdrukgegevens naar de printer.
  • Pagina 121 Voorbeeld. Als u een LPD-printer hebt en deze aan het begin van elke afdruktaak opnieuw wilt instellen, kunt u een wachtrij instellen met de naam clear_printer die aan het begin van elke taak de opdracht PCL reset (Escape-E) geeft. Dit kunt u als volgt instellen: Stel eerst de afdrukwachtrij in: a.
  • Pagina 122: Privacy Settings

    Op de pagina Privacy Settings kunt u aangeven dat op de geïntegreerde webserver identificatie- en gebruiksgegevens met betrekking tot het product mogen worden verzameld en naar HP mogen worden verzonden (toegang tot internet is vereist). HP kan mede aan de hand van gegevens over productgebruik de productfuncties en services verbeteren.
  • Pagina 123 Via de pagina Wizard kunt u de wizard HP Jetdirect Security Configuration uitvoeren. Deze wizard leidt u door de beveiligingsconfiguratie van de printserver die nodig is voor het netwerk.
  • Pagina 124 Enable SNMPv3: (alleen printservers met alle functies) Schakel SNMP v3 in en maak SNMP v3-account. Het verdient geen aanbeveling een SNMP v3-account te maken als u apparaten beheert met HP Web Jetadmin. Zie SNMP. Enable SNMPv1/v2 read-only access: schakel deze...
  • Pagina 125 Enable SNMPv3: (alleen printservers met alle functies) schakel deze optie in om een SNMP v3-account te maken. Het verdient geen aanbeveling een SNMP v3-account te maken als u apparaten beheert met HP Web Jetadmin. Zie SNMP. U gebruikt de pagina Access Control om, indien gewenst, een toegangscontrolelijst te maken om de hosttoegang tot het apparaat te regelen.
  • Pagina 126 Jetdirect-configuratie- en statusinformatie. Het beheerderswachtwoord wordt ook gebruikt door Jetdirect-configuratieprogramma's, zoals de geïntegreerde webserver, Telnet en HP Web Jetadmin. Bij de van toepassing zijnde printers wordt het wachtwoord bovendien gedeeld met de printer (zie Printer Password Synchronization verderop).
  • Pagina 127 Security van de printer en op de pagina Admin. Account met de netwerkconfiguratie. Certificates (Alleen HP Jetdirect-printservers met alle functies) Dit tabblad biedt toegang tot installatie-, configuratie- en beheerservices voor digitale X.509-certificaten. Een digitaal certificaat is een elektronisch bericht dat meestal onder meer een sleutel (een korte tekenreeks die wordt gebruikt voor codering en decodering) en een digitale handtekening bevat.
  • Pagina 128 Certificaten configureren. Een CA-certificaat wordt niet opgeslagen wanneer de fabriekswaarden van de printserver worden hersteld. De maximumgrootte van een certificaat dat op de HP Jetdirect-printserver kan worden opgeslagen, is 3072 bytes. De geïntegreerde webserver gebruiken 128 NLWW...
  • Pagina 129: Certificaten Configureren

    Certificaten configureren Wanneer u op Configure klikt, biedt een wizard voor certificaatbeheer hulp bij het bijwerken of installeren van een certificaat. De vensters die worden weergegeven, zijn afhankelijk van het type certificaat (Jetdirect of CA) en uw keuzen. Tabel 4.8 bevat een beschrijving van de vensters en configuratieparameters die kunnen worden weergegeven.
  • Pagina 130 Table 4.8 Vensters voor het configureren van certificaten (2 van 4) Install Certificate. Deze optie wordt alleen weergegeven als er een Jetdirect-certificaataanvraag (bij een vertrouwde instantie) in behandeling is. Als het certificaat is ontvangen, wordt het met deze optie geïnstalleerd. Als het certificaat is geïnstalleerd, is het vooraf geïnstalleerde certificaat overschreven.
  • Pagina 131 Voorbeelden: Domeinnaam: mijnprinter.mijnafdeling.mijnbedrijf.nl IP-adres: 192.168.2.116 De algemene naam wordt als unieke id van het apparaat gebruikt. Voor HP Jetdirect-printservers waarbij gebruik wordt gemaakt van EAP-verificatie, dienen bepaalde verificatieservers mogelijk te worden geconfigureerd met de algemene naam die op het certificaat is opgegeven.
  • Pagina 132 Table 4.8 Vensters voor het configureren van certificaten (4 van 4) State/Province. (Vereist voor alle landen/regio's) Moet ten minste uit drie tekens bestaan. (vereist) Country/Region. Uit twee tekens bestaande ISO 3166-land-/regiocode. Gebruik bijvoorbeeld 'gb' voor Groot-Brittannië of 'us' voor Verenigde Staten (vereist). Install Certificate of Install CA Certificate Gebruik het scherm Install Certificate om een Jetdirect-certificaat te installeren.
  • Pagina 133 Access Control Gebruik dit tabblad om de toegangscontrolelijst op de HP Jetdirect-printserver weer te geven. Een toegangscontrolelijst (of hosttoegangslijst) bepaalt welke hostsystemen (of netwerken van hostsystemen) toestemming krijgen voor toegang tot de printserver en het aangesloten netwerkapparaat. De lijst kan maximaal 10 vermeldingen bevatten.
  • Pagina 134: Dient Voor Toegang Voor De Host Met Ip-Adres

    Voorbeelden. Raadpleeg de onderstaande tabel met voorbeeldinformatie: IP-adres Masker Beschrijving 192.0.0.0 255.0.0.0 Dient voor toegang voor alle hosts met netwerknummer 192. 192.1.0.0 255.1.0.0 Dient voor toegang voor alle hosts op netwerk 192, subnet 1. 192.168.1.2 Dient voor toegang voor de host met IP-adres 192.168.1.2.
  • Pagina 135 Mogelijk is het omleiden van uw browser naar HTTPS een transparante procedure. Dit is afhankelijk van de mogelijkheden van uw browser. Geïntegreerde HP Jetdirect-printservers zijn standaard geconfigureerd om HTTPS en HTTP toe te staan. Hoewel dit niet wordt aanbevolen, kunt u niet-beveiligde HTTPS- en HTTP-communicatie accepteren door het selectievakje Encrypt All Web Communication uit te schakelen.
  • Pagina 136 Tabel 4.4 voor een beschrijving van SNMP-keuzen. SNMP v3. De HP Jetdirect-printserver bevat een SNMP v3-agent (Simple Network Management Protocol, versie 3) voor uitgebreide SNMP-beveiliging. De SNMPv3-agent maakt gebruik van een op de gebruiker gebaseerd beveiligingsmodel voor SNMP v3 (RFC 2574) dat zorgt voor gebruikersverificatie en gegevensprivacy door codering.
  • Pagina 137 LET OP U dient Telnet uit te schakelen en beveiligde geïntegreerde webcommunicatie via HTTPS in te schakelen voordat u de eerste SNMP v3-account maakt. Hiermee voorkomt u toegang tot of onderschepping van accountgegevens via een onveilige verbinding. SNMP v1- en v2c-agents kunnen naast de SNMP v3-agent bestaan.
  • Pagina 138 Discovery worden ondersteund, in- of uitschakelen: SLP (Service Location Protocol). Indien deze optie is ingeschakeld, verzendt de HP Jetdirect-printserver SLP-pakketten, die door systeemtoepassingen voor automatische detectie en installatie worden gebruikt. Als deze optie is uitgeschakeld, worden er geen SLP-pakketten verzonden.
  • Pagina 139 802.1x Authentication Op deze pagina kunt u instellingen voor 802.1X-verificatie op de Jetdirect-printserver opgeven voor clientverificatie op het netwerk. Daarnaast kunt u de instellingen voor 802.1X-verificatie terugzetten op de fabriekswaarden. Wees voorzichtig wanneer u de instellingen LET OP voor 802.1X-verificatie wijzigt; de verbinding kan daardoor namelijk verloren gaan.
  • Pagina 140 Table 4.10 802.1X-configuratie-instellingen Item Beschrijving Enable Protocols Schakel de ondersteunde protocollen in die voor 802.1X-verificatie op het netwerk worden gebruikt. PEAP: (Protected Extensible Authentication Protocol). Bij PEAP wordt gebruikgemaakt van digitale certificaten voor netwerkserververificatie en wachtwoorden voor clientverificatie. Voor PEAP is een EAP-gebruikersnaam, een EAP-wachtwoord en een CA-certificaat vereist.
  • Pagina 141: Network Statistics

    Deze pagina wordt gebruikt voor het weergeven van telwaarden en andere statusinformatie die op het betreffende moment op de HP Jetdirect-printserver is opgeslagen. Deze informatie is vaak nuttig tijdens het evalueren van de prestaties en eventuele problemen die zich met het netwerk of het netwerkapparaat voordoen.
  • Pagina 142: Overige Koppelingen

    (toegang tot internet is vereist om deze pagina's te kunnen bekijken). HP Home HP Home biedt een koppeling naar de introductiepagina van Hewlett-Packard op de website van HP (hiervoor is toegang tot internet vereist). U kunt deze koppeling ook activeren door op het logo van HP te klikken.
  • Pagina 143: Configuratie Voor Afdrukken Via Lpd

    De HP Jetdirect-printserver bevat een LPD-servermodule (Line Printer Daemon) voor de ondersteuning van afdrukken via LPD. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de HP Jetdirect-printserver moet configureren voor gebruik met de diverse systemen die afdrukken via LPD ondersteunen. Deze instructies bestaan uit...
  • Pagina 144: Informatie Over Lpd

    Line Printer Daemon (LPD) verwijst naar het protocol en de programma's voor spooling-services voor de line-printer die op verschillende TCP/IP-systemen kunnen worden geïnstalleerd. Veelgebruikte systemen die de LPD-functionaliteit van de HP Jetdirect-printserver ondersteunen, zijn onder andere: Op Berkeley gebaseerde (BSD) UNIX-systemen HP-UX Solaris...
  • Pagina 145: Vereisten Voor De Configuratie Van Lpd

    Vereisten voor de configuratie van LPD Vóór u afdrukken via LPD kunt gebruiken, moet de printer correct via de HP Jetdirect-printserver op het netwerk zijn aangesloten en moet u over statusinformatie over de printserver beschikken. Deze informatie wordt weergegeven op de HP Jetdirect-configuratiepagina.
  • Pagina 146: Overzicht Van Lpd-Setup

    <gedefinieerd door gebruiker> gedefinieerd door gebruiker, optioneel met opdrachttekenreeks vóór en na de afdrukgegevens De LPD (Line Printer Daemon) op de HP Jetdirect-printserver behandelt gegevens in de wachtrij text als ongeformatteerde tekst of ASCII en voegt een return toe aan elke regel voordat deze naar de printer wordt verstuurd.
  • Pagina 147: Stap 3. Een Testbestand Afdrukken

    Hoofdstuk Als de naam van de wachtrij niet een van de hierboven aangegeven namen is, gaat de HP Jetdirect-printserver ervan uit dat het raw1 is. Stap 3. Een testbestand afdrukken Met de LPD-opdrachten kunt u een testbestand afdrukken. Zie voor instructies de documentatie bij uw besturingssysteem.
  • Pagina 148: Lpd Op Unix-Systemen

    Zie de pagina printcap voor meer informatie over printcap. Voorbeeld: printcap-gegevens voor ASCII- of tekstprinters lj1_text|text1:\ :lp=:\ :rm=laserjet1:\ :rp=text:\ :lf=/usr/spool/lpd/lj1_text.log:\ :sd=/usr/spool/lpd/lj1_text: Voorbeeld: printcap-gegevens voor PostScript-, PCL- of HP-GL/2-printers lj1_raw|raw1:\ :lp=:\ :rm=laserjet1:\ :rp=raw:\ :lf=/usr/spool/lpd/lj1_raw.log:\ :sd=/usr/spool/lpd/lj1_raw: Configuratie voor afdrukken via LPD 148 NLWW...
  • Pagina 149 Als uw printer geen ondersteuning biedt voor automatisch schakelen tussen de PostScript-, PCL- en HP-GL/2-printertaal, gebruikt u het bedieningspaneel van de printer (indien aanwezig) om een printertaal te selecteren of laat u selectie van de printertaal over aan de toepassing via in de afdrukgegevens ingesloten opdrachten.
  • Pagina 150 (ASCII) of 'raw'-bestanden (PCL, PostScript of andere printertaal). Selecteer, voordat u het SAM-hulpprogramma uitvoert, een IP-adres voor de HP Jetdirect-printserver en voeg dit toe aan het bestand /etc/hosts op het systeem waarop HP-UX wordt uitgevoerd. 1. Start het SAM-hulpprogramma als supergebruiker.
  • Pagina 151 Voorbeelden (voor op BSD gebaseerde systemen): lpq -Ptext1 lpq -Praw1 Vervang voor HP-UX-systemen lpq -P door lpstat om de afdrukstatus weer te geven. Het proces voor de configuratie van de HP Jetdirect-printserver voor het gebruik van LPD is nu voltooid.
  • Pagina 152: Tcp/Ip-Software Installeren

    LPD op systemen met Windows NT/2000/Server 2003 In deze sectie wordt beschreven hoe Windows NT/2000-netwerken geconfigureerd worden voor gebruik van HP Jetdirect LPD-services (Line Printer Daemon). Het proces bestaat uit twee delen: De installatie van TCP/IP-software (indien nog niet geïnstalleerd)
  • Pagina 153 NT 4.0: Klik op Start, Instellingen, Configuratiescherm. Dubbelklik vervolgens op Netwerk om het dialoogvenster Netwerk weer te geven. Als het TCP/IP-protocol vermeld staat op het tabblad Protocollen en Microsoft TCP/IP-afdrukken vermeld staat op het tabblad Services, is de noodzakelijke software reeds geïnstalleerd.
  • Pagina 154 4. Klik op OK om af te sluiten. 5. Sluit, wanneer u hierom wordt gevraagd, Windows af en start de computer opnieuw op om de wijzigingen in werking te laten treden. Configuratie van een netwerkprinter voor computers met Windows 2000/Server 2003 Stel de standaardprinter in door de volgende stappen uit te voeren.
  • Pagina 155 Voer de DNS-naam of het IP-adres in van de HP Jetdirect-printserver. b. Voor de naam van de printer of afdrukwachtrij op de HP Jetdirect-printserver voert u (in kleine letters) raw, text, auto, binps of de naam van een door de gebruiker gedefinieerde wachtrij in (door de gebruiker gedefinieerde afdrukwachtrijen kunnen worden ingesteld via de geïntegreerde webserver, zie...
  • Pagina 156: Configuratie Van Een Netwerkprinter Voor Computers Met Windows Nt

    4. Klik op Poort toevoegen. 5. Selecteer LPR-poort en klik op Nieuwe poort. 6. Typ in het vak Naam of adres van server die lpd levert het IP-adres of de naam van de HP Jetdirect-printserver. Opmerking NT-clients kunnen het IP-adres of de naam opgeven van de NT-server die voor afdrukken via LPD is geconfigureerd.
  • Pagina 157: Afdrukken Vanuit Windows-Clients

    De configuratie controleren Druk vanuit Windows NT een bestand af vanuit een willekeurige toepassing. Als het bestand op de juiste wijze wordt afgedrukt, was de configuratie succesvol. Als de afdruktaak niet wordt uitgevoerd, probeert u rechtstreeks vanuit DOS af te drukken. Gebruik hiervoor de volgende syntaxis: lpr -S<ipaddress>...
  • Pagina 158: Lpd Op Windows Xp-Systemen

    LPD op Windows XP-systemen In deze sectie wordt beschreven hoe Windows XP-netwerken moeten worden geconfigureerd voor HP Jetdirect LPD-services (Line Printer Daemon). Het proces bestaat uit twee delen: Optionele Windows-netwerkonderdelen toevoegen Een LPD-netwerkprinter configureren Optionele Windows-netwerkonderdelen toevoegen 1. Klik op Start.
  • Pagina 159 Type de DNS-naam (Domain Name System of het IP-adres (Internet Protocol) van de HP Jetdirect-printserver. b. Typ (in kleine letters) de naam van de afdrukwachtrij voor de HP Jetdirect-printserver (bijvoorbeeld: raw, text, auto of binps.) Klik op OK. 6. Selecteer de fabrikant en het printermodel. (Klik indien nodig op Diskette en volg de aanwijzingen om het printerstuurprogramma te installeren.) Klik op Volgende.
  • Pagina 160 5. Typ in het vak Naam of adres van server die lpd levert de DNS-naam of het IP-adres van de HP Jetdirect-printserver. 6. Typ in het dialoogvenster Naam van printer of afdrukwachtrij op die computer (in kleine letters) de naam van de afdrukwachtrij voor de HP Jetdirect-printserver (bijvoorbeeld: raw, text, auto,binps of door de gebruiker gedefinieerde wachtrij).
  • Pagina 161: Lpd Op Mac Os-Systemen

    Voordat u een printer kunt instellen voor afdrukken via LPD, moet er een IP-adres worden toegewezen aan de printer of de printserver. Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma om het IP-adres als volgt te configureren: 1. Dubbelklik op het HP LaserJet-hulpprogramma in de map HP LaserJet.
  • Pagina 162 Bureaublad. 11. Sluit het programma af. Voor de recentste informatie over het gebruik van de HP Jetdirect LPD-services op Mac OS-systemen zoekt u naar LPR printing op de website van de Tech Info Library van Apple Computer op http://til.info.apple.com.
  • Pagina 163: Afdrukken Via Ftp

    Het FTP-protocol wordt gebruikt om af te drukken bestanden van een clientsysteem naar een printer te sturen die via HP Jetdirect is aangesloten. Tijdens een FTP-afdruksessie maakt de client verbinding met de HP Jetdirect FTP-server en stuurt de client een af te drukken bestand naar de server, die dit bestand vervolgens naar de printer stuurt.
  • Pagina 164 Afdrukbestanden De HP Jetdirect FTP-server stuurt af te drukken bestanden door naar de printer, maar interpreteert deze niet. Om bestanden correct af te drukken moeten deze in een taal zijn die door de printer herkend kan worden (zoals PostScript, PCL of niet-opgemaakte tekst).
  • Pagina 165 HP Jetdirect FTP-server slechts één gegevensverbinding tegelijk voor het afdrukken van bestanden. De overdrachtsmodus voor een FTP-gegevensverbinding met de HP Jetdirect-printserver is altijd de stromingsmodus, waarbij de detectie van het einde van het bestand tot het sluiten van de gegevensverbinding leidt.
  • Pagina 166 De Jetdirect FTP-server accepteert echter elke willekeurige gebruikersnaam. Wachtwoorden worden genegeerd. Nadat de gebruiker zich heeft aangemeld, verschijnt het bericht '230' op de clientcomputer. Tevens worden de HP Jetdirect-poorten weergegeven die voor het afdrukken beschikbaar zijn. De HP Jetdirect-printservers in deze handleiding bieden één poort (poort 1).
  • Pagina 167: Opdrachten

    <poort#> is het poortnummer voor het afdrukken. Voor cd <poort#> geïntegreerde HP Jetdirect-printservers is alleen poort 1 beschikbaar. cd / geeft de hoofddirectory van de HP Jetdirect FTP server aan. quit quit beëindigt de FTP-sessie met de HP Jetdirect-printserver. geeft de inhoud weer van de huidige directory.
  • Pagina 168 Tabel 6.1 Opdrachten voor gebruikers van de HP Jetdirect FTP-server (2 van 2) Opdracht Beschrijving Hiermee configureert u een ASCII ascii FTP-bestandsoverdracht. HP Jetdirect-printservers ondersteunen enkel controle op overdrachten van tekens zonder afdrukopmaak (er worden standaardwaarden gebruikt voor spatiëring en marges).
  • Pagina 169 Directory: Description: ----------------------------------------------------- PORT1 Print to port 1 HP LaserJet 9050 To print a file, use the command: put <filename> [portx] or cd to a desired port and use: put <filename>. Ready to print to PORT1 230 User logged in.
  • Pagina 170: Beveiligingsfuncties

    Inleiding De beveiligingsfuncties worden geleverd om onbevoegde toegang tot de netwerkconfiguratieparameters en andere gegevens die zijn opgeslagen op HP Jetdirect-printservers zoveel mogelijk te beperken. De functies kunnen verschillen afhankelijk van de versie van de firmware op de printserver. LET OP...
  • Pagina 171 3), Telnet (Hoofdstuk 3), services van de geïntegreerde webserver (Hoofdstuk 4) of HP Web Jetadmin. Er mogen maximaal zijn 16 alfanumerieke tekens worden gebruikt. Mag, indien geconfigureerd via de geïntegreerde webserver, worden gesynchroniseerd als Set-communitynaam van SNMP voor HP Web Jetadmin Set-opdrachten van SNMP v1/v2c.
  • Pagina 172 Samenvatting van de beveiligingsfuncties voor HP Jetdirect (2 van 4) IP-toegangscontrolelijst Bevat maximaal tien hostsystemen, of netwerken van hostsystemen, die toegang hebben tot de HP Jetdirect-printserver en het aangesloten netwerkapparaat. Toegang blijft over het algemeen beperkt tot de hostsystemen die in de lijst staan.
  • Pagina 173 De printserver ondersteunt het maken van een SNMP v3-account wanneer deze is ingeschakeld via de geïntegreerde webserver. De accountgegevens kunnen in SNMP v3-beheertoepassingen worden geïntegreerd. Het maken en beheren van de SNMP v3-account vanuit HP Web Jetadmin wordt probleemloos ondersteund door de printserver. Beveiligingsfuncties 173...
  • Pagina 174 HP Jetdirect en de printer. Raadpleeg voor meer informatie de on line Help van HP Web Jetadmin. (Alleen voor printservers met alle functies) Met HP Web Jetadmin kan de SNMP v3-agent probleemloos op de printserver worden ingeschakeld en kan een SNMP v3-account worden gemaakt voor veilig, gecodeerd beheer.
  • Pagina 175: Beveiligingsfuncties Gebruiken

    Instellingen voor de toegangsregeling Instellingen Niveau van toegangsregeling Toegankelijk via HTTP (geïntegreerde webserver), Meest geschikt voor vertrouwde omgevingen. SNMP v1/v2c-toepassingen Elk systeem heeft toegang tot de HP of Telnet. Jetdirect-configuratieparameters via de Beheerderswachtwoord geïntegreerde webserver, Telnet of niet ingesteld SNMP-beheersoftware. Wachtwoorden zijn niet vereist.
  • Pagina 176 Tabel 7.2 Instellingen voor de toegangsregeling Instellingen Niveau van toegangsregeling Niet-gebruikte protocollen High uitgeschakeld Hoge beveiliging voor niet-vertrouwde, professioneel beheerde omgevingen. HTTPS-toegang ingeschakeld met gebruik van certificaten Toegang is beperkt tot geverifieerde hosts die in uitgegeven door vertrouwde de toegangscontrolelijst zijn vermeld. Codering instanties zorgt voor gegevensprivacy.
  • Pagina 177: Problemen Met De Hp Jetdirect-Printserver Oplossen

    HP Jetdirect-printserver; problemen die met het netwerk te maken hebben. Om problemen met de HP Jetdirect-printserver op te kunnen lossen, hebt u mogelijk de volgende items nodig: een Jetdirect-configuratiepagina (zie Hoofdstuk een configuratiepagina of pagina met diagnostische gegevens van de printer;...
  • Pagina 178: Fabriekswaarden Herstellen

    Fabriekswaarden herstellen U kunt de parameters op de HP Jetdirect-printserver (bijvoorbeeld het IP-adres) terugzetten op de fabriekswaarden met behulp van de volgende procedures: Een Jetdirect X.509-certificaat, dat is LET OP geïnstalleerd voor beveiligde SSL/TLS-webservices, blijft opgeslagen tijdens een cold-reset naar fabriekswaarden. Een certificaat van een certificeringsinstantie (CA) dat is geïnstalleerd...
  • Pagina 179 Nadat de fabriekswaarden van e printer zijn teruggezet, kunnen door de gebruiker opgegeven printerinstellingen zijn gewijzigd. Na een cold-reset kan de verbinding tussen de netwerksystemen en de printer verloren gaan. Problemen met de HP Jetdirect-printserver oplossen 179 NLWW...
  • Pagina 180: Algemene Probleemoplossing

    "I/O-kaart klaar" op de Zie hoofdstuk 9 configuratiepagina weergegeven? Is er communicatie tussen de printer Zie procedure 4 en het netwerk? Als het probleem aanhoudt, raadpleegt u de netwerkdocumentatie. Afbeelding 8.1 Het probleem bepalen Problemen met de HP Jetdirect-printserver oplossen 180 NLWW...
  • Pagina 181 Zie procedure 3 in deze sectie voor een lijst met foutberichten die betrekking hebben op het netwerk en voor corrigerende maatregelen. Raadpleeg de documentatie bij de printer voor een volledige lijst met berichten voor het bedieningspaneel en corrigerende maatregelen. Problemen met de HP Jetdirect-printserver oplossen 181 NLWW...
  • Pagina 182 Gebruikershandleiding bij de printer of het Help-systeem van het bedieningspaneel. 2. Is er een afdruktaak bezig? Het is niet mogelijk om een HP Jetdirect-configuratiepagina naar de printer af te drukken terwijl er een afdruktaak bezig is. Wacht tot de taak klaar is en druk de configuratiepagina vervolgens af.
  • Pagina 183: Procedure 3: Foutberichten Op Het Display Van Het Printerbedieningspaneel Oplossen

    Wacht tien minuten om te zien of dit bericht verdwijnt. Als dit niet gebeurt, kan het zijn dat u de HP Jetdirect-printserver moet vervangen. 3. Verschijnt het bericht 40 FOUT op het display van de printer? De HP Jetdirect-printserver heeft een onderbreking in de gegevenscommunicatie ontdekt.
  • Pagina 184: Procedure 4: Printercommunicatieproblemen Met Het Netwerk Oplossen

    In deze informatie wordt ervan uitgegaan dat u al een configuratiepagina hebt afgedrukt. 1. Zijn er fysieke verbindingsproblemen tussen het werkstation of de bestandsserver en de HP Jetdirect-printserver? Controleer de netwerkbekabeling, aansluitingen en routerconfiguraties. Controleer of de lengte van de netwerkkabels voldoet aan de specificaties van het netwerk.
  • Pagina 185 8. Als andere gebruikers wel kunnen afdrukken, gebruiken ze dan hetzelfde netwerkbesturingssysteem? Controleer het systeem en zorg ervoor dat de instellingen van het besturingssysteem correct zijn. 9. Is uw protocol ingeschakeld op de HP Jetdirect-printserver? Controleer de status van de protocolinstellingen op de Jetdirect-configuratiepagina. Zie Hoofdstuk 9 voor informatie over de configuratiepagina.
  • Pagina 186 (wellicht is een handmatige opdracht voor papierdoorvoer nodig). 13. Wordt de printer weergegeven in HP Web Jetadmin of een ander beheerprogramma? Controleer de netwerk- en HP Jetdirect-instellingen op de Jetdirect-configuratiepagina. Zie...
  • Pagina 187 Controleer of de printer zich in hetzelfde fysieke subnet bevindt en of deze niet is verbonden via een router. 15. Reageert de printer op ondersteunde systemen op HP Web Jetadmin? Controleer de netwerk- en HP Jetdirect-instellingen op de Jetdirect-configuratiepagina. Zie...
  • Pagina 188: Problemen Met De Lpd-Configuratie Voor Unix Oplossen

    HP Jetdirect-printserver kunt oplossen. 1. Druk een Jetdirect-configuratiepagina af. 2. Controleer of de IP-configuratiewaarden correct zijn. Als dit niet het geval is, moet u de HP Jetdirect-printserver opnieuw configureren. 3. Meld u aan bij het hostsysteem en typ: ping <IP address>...
  • Pagina 189 De uitgeschakelde wachtrij kan opnieuw worden gestart met de volgende opdracht: HP-UX: enable qname Problemen met de HP Jetdirect-printserver oplossen 189 NLWW...
  • Pagina 190: Hp Jetdirect-Configuratiepagina

    HP Jetdirect-printservers en het oplossen van problemen. Deze pagina biedt identificatie-informatie (zoals het HP Jetdirect-model, de versie van de firmware en het LAN-hardwareadres) en status- en configuratieparameters van ondersteunde netwerkprotocollen. Tevens vindt u op deze pagina statistische gegevens over het netwerk die zijn verzameld door de printserver.
  • Pagina 191: Opmaak Van De Configuratiepagina

    Opmaak van de configuratiepagina Een typische Jetdirect-configuratiepagina wordt weergegeven in Afbeelding 9.1. De configuratiepagina die wordt weergegeven, is afhankelijk van de printserver. Afbeelding 9.1Voorbeeld van een Jetdirect-configuratiepagina HP Jetdirect-configuratiepagina 191 NLWW...
  • Pagina 192 Naam van Beschrijving gedeelte HP Jetdirect- Geeft de HP Jetdirect-printserver aan en bevat de algemene configuratie of status. Zie Tabel 9.1 voor informatie over items in dit gedeelte. algemene...
  • Pagina 193: Berichten Op De Configuratiepagina

    MODELNUMMER: Het modelnummer van de HP Jetdirect-printserver (bijvoorbeeld J7949E). HARDWAREADRES: Het twaalfcijferige hexadecimale netwerkhardwareadres (MAC) van de HP Jetdirect-printserver die in de printer of het apparaat is geïnstalleerd. Dit adres wordt door de fabrikant toegewezen. FIRMWAREVERSIE: Het firmware-revisienummer van de HP Jetdirect-printserver die momenteel in de printer is geïnstalleerd.
  • Pagina 194 FABRICAGE- De fabricage-identificatiecode voor gebruik door de INFORMATIE: medewerkers van de on line ondersteuning van HP. FABRICAGEDATUM: De datum waarop de HP Jetdirect-printserver is gemaakt. HP Jetdirect-configuratiepagina 194 NLWW...
  • Pagina 195: Beveiligingsinstellingen

    Beheerderswachtwoord: Geeft aan of er een IP-beheerderswachtwoord is geconfigureerd op de printserver. Dit wachtwoord wordt ook gebruikt voor Telnet, de geïntegreerde webserver en HP Web Jetadmin om toegang tot configuratieparameters van de printserver te bepalen. Er mogen maximaal 16 alfanumerieke tekens worden gebruikt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
  • Pagina 196 Gespecificeerd: er is een door de gebruiker opgegeven Set-communitynaam van SNMP ingesteld. Toegangslijst: Geeft aan of er op de HP Jetdirect-printserver een controlelijst voor hosttoegang is geconfigureerd. De controlelijst voor hosttoegang geeft het IP-adres van aparte systemen of een IP-netwerk van systemen aan die toestemming hebben voor toegang tot de printserver en het apparaat.
  • Pagina 197: Diagnostische Gegevens Netwerk

    Bericht Beschrijving TOTAAL Totaal aantal foutloze frames (pakketten) dat door de ONTVANGEN HP Jetdirect-printserver is ontvangen. Dit zijn PAKKETTEN: broadcast-pakketten, multicast-pakketten en pakketten die speciaal voor de printserver zijn bestemd. Hierbij zijn niet inbegrepen de pakketten die specifiek voor andere knooppunten zijn bestemd.
  • Pagina 198: Raadpleeg Voor

    TCP/IP-configuratie-informatie (1 van 4) Bericht Beschrijving STATUS: Huidige TCP-status. KLAAR: duidt erop dat de HP Jetdirect-printserver op gegevens wacht via TCP/IP. UITGESCHAKELD: duidt erop dat TCP/IP handmatig is uitgeschakeld. INITIALISATIE: duidt erop dat de printserver naar de BOOTP-server zoekt of het configuratiebestand probeert op te halen via TFTP.
  • Pagina 199 (Reverse Address Resolution Protocol). DOOR DE GEBRUIKER OPGEGEVEN: handmatige configuratie via Telnet, het bedieningspaneel van de printer, HP Web Jetadmin, de geïntegreerde webserver of een andere methode. STANDAARD-IP: het standaard-IP-adres is toegewezen. Dit adres is mogelijk geen geldig adres voor uw netwerk.
  • Pagina 200 0 en 3600. Een waarde van nul schakelt het time-out-mechanisme uit. De standaardwaarde is 270 seconden. SLP: Geeft aan of de HP Jetdirect-printserver SLP-pakketten (Service Location Protocol) verzendt die door toepassingsprogramma's worden gebruikt voor geautomatiseerde installatie.
  • Pagina 201: Raadpleeg Voor Foutberichten

    HP Web Jetadmin wordt gevonden, wordt de URL weergegeven van het hostsysteem dat voor de services van HP Web Jetadmin wordt gebruikt. De URL is beperkt tot twee regels en kan worden afgekort. NIET GESPECIFICEERD: duidt erop dat de URL van de hostcomputer voor Web Jetadmin niet kon worden vastgesteld of niet is geconfigureerd.
  • Pagina 202 XXXXXX communicatie tussen de printer en de XXXXXX HP Jetdirect-printserver. XXXXXX ONBEKEND: duidt erop dat de HP Jetdirect-printserver nog steeds probeert te bepalen welk netwerknummer moet worden gebruikt. FRAMETYPE De tweede kolom (Frametype) geeft het frametype aan dat wordt gebruikt met het bijbehorende netwerknummer:...
  • Pagina 203: Novell Netware-Parameters

    Bericht Beschrijving STATUS: Geeft de huidige status van de Novell NetWare-configuratie aan. KLAAR: duidt erop dat de HP Jetdirect-printserver wacht op gegevens. UITGESCHAKELD: duidt erop dat IPX/SPX handmatig is uitgeschakeld. INITIALISATIE: duidt erop dat de printserver bezig is met het registreren van het knooppuntadres of de naam. Het is mogelijk dat tevens een verder statusbericht wordt weergegeven.
  • Pagina 204 NetWare-server geconfigureerd. WACHTRIJPOLL-INT (interval voor opdrachtnavraag) Duidt op de tijd (in ERVAL: seconden) dat de HP Jetdirect-printserver wacht om te controleren of er afdruktaken in een afdrukwachtrij staan. De standaardinstelling is 2 seconden. SAP-INTERVAL: Duidt op de tijd (in seconden) dat de...
  • Pagina 205: Appletalk-Protocolinformatie

    AppleTalk-configuratie-informatie Bericht Beschrijving STATUS: Geeft de huidige status van de AppleTalk-configuratie aan. KLAAR: duidt erop dat de HP Jetdirect-printserver wacht op gegevens. UITGESCHAKELD: duidt erop dat AppleTalk handmatig is uitgeschakeld. INITIALISATIE: duidt erop dat de printserver bezig is met het registreren van het knooppuntadres of de naam.
  • Pagina 206 DLC/LLC-configuratie-informatie Bericht Beschrijving STATUS: Geeft de huidige status van het DLC/LLC-protocol aan. KLAAR: duidt erop dat de HP Jetdirect-printserver wacht op gegevens. UITGESCHAKELD: duidt erop dat DLC/LLC handmatig is uitgeschakeld. INITIALISATIE: duidt erop dat de printserver bezig is met het registreren van het knooppuntadres of de naam. Het is mogelijk dat tevens een verder statusbericht wordt weergegeven.
  • Pagina 207: Foutberichten

    Als de fout aanhoudt, vervangt u de HP Jetdirect-printserver. Zie voor informatie over het vervangen de Print Server Hardware Installation Guide. 0A LAN-FOUT - (Vast Ethernet) Controleer de netwerkverbindingen.
  • Pagina 208 GEEN LINKBEAT weergegeven als LinkBeat niet wordt gevonden. Controleer de netwerkkabel en controleer of de concentrator/hub LinkBeat geeft. 13 HERCONFIG. Zet de HP Jetdirect-printserver uit en weer aan of gebruik NETWERK - de reset-functie om de nieuwe configuratiewaarden te HERSTART activeren.
  • Pagina 209 19 GEEN WACHTRIJ De HP Jetdirect-printserver heeft ontdekt dat er voor het TOEGEWEZEN printserverobject geen wachtrijen zijn toegewezen. Wijs wachtrijen toe aan het printserverobject met het hulpprogramma voor printerinstallatie of voor NetWare.
  • Pagina 210 NetWare-hulpprogramma (zoals PCONSOLE) of een ander hulpprogramma om het printserverobject aan te maken. Als de HP Jetdirect-printserver is geconfigureerd voor meerdere bestandsservers, wordt de fout alleen op de configuratiepagina weergegeven als geen van de bestandsservers de verbinding heeft gemaakt.
  • Pagina 211 Foutberichten (5 van 11) Foutcode en bericht Beschrijving 20 AANMELDEN Er is een fout ontdekt toen de HP Jetdirect-printserver zich MISLUKT probeerde aan te melden bij de bestandsserver. Dit kan worden veroorzaakt doordat het printserverobject niet op de bestandsserver bestaat of vanwege een veiligheidscontrole die voorkomt dat de printserver zich kan aanmelden.
  • Pagina 212 Beschrijving 24 VERBINDING De NetWare-printserver heeft verzocht om beëindiging van PSERVER de verbinding met de HP Jetdirect-printserver. Er is geen VERBROKEN fout en er is ook geen fout aangegeven. Controleer of de NetWare-printserver actief is en start deze indien nodig opnieuw.
  • Pagina 213 ONOPGELOST communicatieprobleem bestaat. 30 NDS: FOUT MET Het HP Jetdirect-printserverobject is onvindbaar in de PRINTSERVERNAAM opgegeven NDS-context. 31 NDS: FOUT MET Kan een lijst van printerobjecten niet vinden die moeten zijn PS-PRINTERLIJST toegewezen aan het printserverobject.
  • Pagina 214 40 ARP DUBBEL De ARP-laag heeft een ander knooppunt op het netwerk IP-ADRES ontdekt dat hetzelfde IP-adres gebruikt als de HP Jetdirect- printserver. Uitgebreide foutinformatie onder dit bericht toont het hardwareadres van het andere knooppunt. 41 NOVRAM-FOUT De HP Jetdirect-printserver kan de inhoud van zijn NOVRAM niet lezen.
  • Pagina 215 4F TFTP-FOUT: OP De TFTP-overdracht van het configuratiebestand vanuit de AFSTAND host naar de HP Jetdirect-printserver is mislukt en de remote host heeft een TFTP-FOUT-pakket naar de printserver verstuurd. 50 TFTP-FOUT: De TFTP-overdracht van het configuratiebestand vanuit de LOKAAL host naar de HP Jetdirect-printserver is mislukt;...
  • Pagina 216 De HP Jetdirect-printserver is momenteel bezig met het IN UITVOERING ophalen van zijn basis-IP-configuratie-informatie via BOOTP/RARP. 55 BOOTP/DHCP De HP Jetdirect-printserver is bezig met het ophalen van IN UITVOERING zijn basis-IP-configuratie-informatie via BOOTP/DHCP en heeft geen fouten gevonden. 56 DHCP NAK...
  • Pagina 217 De duur van de lease is minder dan of gelijk aan de tijd voor het opnieuw binden. F1 POGING De HP Jetdirect-printserver probeert een verbinding tot VERBINDING MET stand te brengen met de NetWare-server(s). Dit is een SERVER normaal bericht.
  • Pagina 218: Inleiding

    IP-communicatie efficiënt kan zijn. Voor elk knooppunt of apparaat dat rechtstreeks in het netwerk communiceert, is een IP-adres nodig, met inbegrip van op HP Jetdirect aangesloten apparaten. NLWW...
  • Pagina 219 Transmission Control Protocol (TCP) Met TCP worden de gegevens in pakketten verdeeld en worden de pakketten bij ontvangst weer gecombineerd, hetgeen een op de verbinding gerichte, betrouwbare en gegarandeerde levering aan een ander knooppunt in het netwerk biedt. Wanneer gegevenspakketten op de bestemming zijn ontvangen, wordt met TCP een checksum voor elk pakket berekend om te controleren of de gegevens niet beschadigd zijn.
  • Pagina 220: Ip-Adres: (Netwerkgedeelte)

    IP-adres Elke host (werkstation of knooppunt) in een IP-netwerk heeft een uniek IP-adres nodig voor elke netwerkinterface. Dit adres is een softwareadres dat wordt gebruikt om het netwerk en de specifieke hosts in dat netwerk te identificeren. Elk IP-adres kan in twee afzonderlijke delen worden verdeeld: het netwerkgedeelte en het hostgedeelte.
  • Pagina 221 Structuur en klasse van IP-adressen Een IP-adres bestaat uit 32-bits met gegevens en is onderverdeeld in 4 gedeelten die elk 1 byte of in totaal 4 bytes bevatten. xxx.xxx.xxx.xxx Voor efficiënte routing werden netwerken onderverdeeld in drie klassen, zodat de routing eenvoudigweg kan beginnen met het identificeren van de eerste byte met informatie in het IP-adres.
  • Pagina 222: Ip-Parameters Configureren

    De waarden kunnen handmatig worden geconfigureerd (bijvoorbeeld via Telnet, de geïntegreerde webserver, de opdrachten 'arp' en 'ping' en beheersoftware van HP) of ze kunnen steeds automatisch worden gedownload met DHCP of BOOTP wanneer de printserver wordt ingeschakeld. Zie Hoofdstuk 3 voor configuratiemethoden.
  • Pagina 223: Subnetten

    Subnetten Wanneer er een IP-netwerkadres voor een bepaalde netwerkklasse aan een organisatie wordt toegewezen, worden er geen voorbereidingen getroffen voor meer dan één netwerk op die locatie. Lokale netwerkbeheerders gebruiken subnetten om een netwerk onder te verdelen in een aantal verschillende subnetwerken. Wanneer een netwerk in subnetten wordt verdeeld, kan dit leiden tot betere prestaties en een beter gebruik van de beperkte netwerkadresruimte.
  • Pagina 224 Als er meerdere gateways of routers zijn, is de standaardgateway meestal het adres van de eerste, of dichtstbijzijnde gateway of router. Als er geen gateways of routers zijn, krijgt de standaardgateway meestal het IP-adres van het netwerkknooppunt (zoals het werkstation of de HP Jetdirect-printserver). Overzicht van TCP/IP 224 NLWW...
  • Pagina 225 De berichten worden verwerkt op basis van hun prioriteit en de instellingen van syslogd. U kunt de HP Jetdirect-printserver configureren met het IP-adres van de syslog-server. Wanneer er een syslog-server is geconfigureerd, kunnen de HP Jetdirect-printserver en het aangesloten apparaat syslog-berichten verzenden met UDP.
  • Pagina 226 Een aantal syslog-parameters voor de HP Jetdirect-printserver zijn weergegeven in Tabel A.4. Tabel A.4 HP Jetdirect-syslog-parameters Item Beschrijving Syslog Server IP-adres van een syslog-server voor het verzenden van IP address syslog-berichten. Als dit nul (0.0.0.0) is of niet is opgegeven, zijn de syslog-berichten uitgeschakeld.
  • Pagina 227: Het Menu Van Het Hp Jetdirect-Bedieningspaneel

    Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel Inleiding Geïntegreerde HP Jetdirect-printservers bieden een configuratiemenu dat toegankelijk is via het bedieningspaneel van de printer. De toetscombinaties waarmee u via het bedieningspaneel toegang tot dit menu krijgt, zijn afhankelijk van de printer. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor de printer of druk een menuoverzicht van het bedieningspaneel af voor meer informatie.
  • Pagina 228: Beschrijving Van Parameters

    Beschrijving van parameters Tabel B.1 voor een beschrijving van de menu-items en opties. Tabel B.1 Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel (1 van 9) Menu-item Opties Beschrijving van instellingen TCP/IP INSCHAKELEN AAN: het TCP/IP-protocol inschakelen UIT: het TCP/IP-protocol uitschakelen HOSTNAAM...
  • Pagina 229 Tabel B.1 Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel (2 van 9) Menu-item Opties Beschrijving van instellingen CONFIG.METHODE Hiermee geeft u aan met welke methode TCP/IP-parameters worden geconfigureerd op de Jetdirect-printserver. BOOTP: BootP (Bootstrap Protocol) gebruiken voor automatische configuratie vanaf een...
  • Pagina 230 Tabel B.1 Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel (3 van 9) Menu-item Opties Beschrijving van instellingen DHCP Dit menu wordt weergegeven als VERNIEUWEN CONFIG. METHODE is ingesteld op DHCP en er een DHCP-lease bestaat voor de printserver. NEE (standaardinstelling): de printserver vraagt niet om vernieuwing van de DHCP-lease.
  • Pagina 231 Tabel B.1 Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel (4 van 9) Menu-item Opties Beschrijving van instellingen STANDAARD-IP Geef het IP-adres op dat standaard moet worden gebruikt wanneer de printserver geen IP-adres kan verkrijgen van het netwerk tijdens een gedwongen TCP/IP-herconfiguratie (bijvoorbeeld...
  • Pagina 232 Tabel B.1 Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel (5 van 9) Menu-item Opties Beschrijving van instellingen IPX/SPX INSCHAKELEN AAN: het IPX/SPX-protocol inschakelen UIT: het IPX/SPX-protocol uitschakelen FRAMETYPE Hiermee geeft u de instellingen voor het frametype voor het netwerk op. AUTO (standaardinstelling): de...
  • Pagina 233 Tabel B.1 Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel (6 van 9) Menu-item Opties Beschrijving van instellingen DIAGNOSTIEK Het Jetdirect-menu Diagnostiek biedt tests voor het oplossen van problemen met netwerkhardware of TCP/IP-netwerkverbindingen. LOOPBACK-TEST LET OP: wanneer deze test wordt uitgevoerd, wordt de bestaande TCP/IP-configuratie gewist.
  • Pagina 234 Tabel B.1 Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel (7 van 9) Menu-item Opties Beschrijving van instellingen PING-TEST Deze test wordt gebruikt om de netwerkcommunicatie te controleren. Tijdens deze test worden link-level pakketten verzonden naar een externe netwerkhost en wordt gewacht op een reactie.
  • Pagina 235 Tabel B.1 Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel (8 van 9) Menu-item Opties Beschrijving van instellingen PING-RESULTATEN Gebruik dit item om de status en resultaten van de ping-test te bekijken op het display van het bedieningspaneel. U kunt de volgende items selecteren: VERZ.
  • Pagina 236 Tabel B.1 Het menu van het HP Jetdirect-bedieningspaneel (9 van 9) Menu-item Opties Beschrijving van instellingen OPN INSTELL Hiermee geeft u aan of de huidige beveiligingsinstellingen op de printserver worden opgeslagen of dat de fabriekswaarden worden hersteld. NEE (standaardinstelling): de huidige beveiligingstellingen blijven behouden.
  • Pagina 237: Licentie Openssl

    OpenSSL-instructies Licentie OpenSSL Copyright © 1998-2004 Het OpenSSL Project. Alle rechten voorbehouden. Herdistributie en gebruik in bronvorm en binaire vorm, met of zonder aanpassing, is toegestaan indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1. Herdistributie van broncode dient bovenstaande copyrightinformatie, deze lijst met voorwaarden en de volgende vrijwaring te bevatten.
  • Pagina 238: Oorspronkelijke Licentie Ssleay

    Oorspronkelijke licentie SSLeay Copyright © 1995-1998 Eric Young (eay@cryptsoft.com). Alle rechten voorbehouden. Dit pakket is een SSL-implementatie die is ontwikkeld door Eric Young (eay@cryptsoft.com). De implementatie is ontwikkeld om afgestemd te zijn op Netscape's SSL. Deze bibliotheek mag voor commerciële en niet-commerciële doelen worden gebruikt indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan.
  • Pagina 239 Zone 109, 205 BOOTP/DHCP IN UITVOERING ARP DUBBEL IP-ADRES 214 arp-opdracht 72 BOOTP/RARP IN UITVOERING Auto IP Zie ook standaard-IP-adres BOOTP-server 42 bedieningspaneel 229 configuratie 42 geïntegreerde webserver 103 identificeren 199 AUTO-ONDERHANDELING 194 browsers geïntegreerde webserver 99 HP Web Jetadmin 19 NLWW...
  • Pagina 240 131 IPX/SPX 201 certificeringsinstantie, zie Novell NetWare 203 CA-certificaat TCP/IP 198 clientcomputers, ondersteunde CONFLICTEN BIJ LATE HP IP/IPX Printer Gateway 26 VERZENDING 197 Internet Printer Connection 22 softwareoplossingen 14 Codering ondersteunde coderingen 135 DHCP SNMP v3 136 bedieningspaneel 229...
  • Pagina 241 BOOTP-label 44 FRAMETYPE 202 geïntegreerde webserver 103 Telnet 80 TFTP-bestand 52 Hosttoegangslijst, zie gateway Toegangslijst beschrijving 224 HP IP/IPX Printer Gateway voor bootptab-bestand 44 NDPS 25 geïntegreerde webserver 103 NDPS 25 printerbedieningspaneel 96 GECONFIGUREERD DOOR 199 GEEN NDS-SERV ONBEREIKBAAR SERVER GEVONDEN 209...
  • Pagina 242: Initialisatie Poging Verbinding Met Server

    195, 197 verwijderen via Telnet 95 HP LaserJet Utility naam wijzigen, van printer 29 Internet Printer Connection uitvoeren 28 15, 22 HP Web Jetadmin 19 TFTP-configuratie 53 installeren 20 ipv4-multicast met geïntegreerde webserver geïntegreerde webserver 112, verwijderen 21 Telnet 86...
  • Pagina 243 Index NDPS, zie HP IP/IPX Printer Gateway voor NDPS LAN-FOUT CONTROLLER-CHIP 207 Context 204 EXTERNE LOOPBACK 207 FOUT AANKOND. GEEN DRAAGGOLF 208 PRINTEROBJECT 213 GEEN LINKBEAT 208 FOUT MET GEEN SQE 207 PRINTSERVERNAAM 213 HERHALINGSFOUT 208 FOUT MET INTERNE LOOPBACK 207...
  • Pagina 244 PSERVER-GEGEVENS ONTV. beveiligingsparameters 195 configuratiepagina 190 ONVERZENDBARE foutberichten 207 PAKKETTEN 197 ondersteunde protocollen 8 overzicht van TCP/IP 218 softwareoplossingen van HP 14 PEAP 10 statistische parameters 197 PEM (Privacy Enhanced Mail) 132 NETWERKFRAMETYPE ONTV. ping test bedieningspaneel 234 NIET GECONFIGUREERD 209...
  • Pagina 245 110 SNMP v3 173 geïntegreerde webserver 111 software-installatie RARP, gebruiken 70 AppleTalk (voor Mac OS) 27 RARP-server, identificatie 199 HP Web Jetadmin 20 RCFG (NetWare) 125, 138 Standaardgateway configuratiepagina 199 standaardgateway zie ook gateway SAM-afdrukwachtrijen (HP-UX) standaard-IP-adres 35...
  • Pagina 246: Verificatie Mislukt

    34 traps, TFTP-configuratie 59 configuratiepagina 198 geïntegreerde webserver 103 LPD-setup 146 overzicht 218 UDP, zie User Datagram Protocol STATUS-bericht 198 UNIX-netwerken (HP-UX en Telnet-configuratie 80 Solaris), afdrukken via LPD 143 TFTP-configuratie 52 upgrades, firmware 11 Telnet TFTP-parameter 61 gebruiken 74...
  • Pagina 247 127 Web Jetadmin-synchronisatie WACHTWOORDFOUT 209 Web JetAdmin URL koppeling naar geïntegreerde webserver 142 Web Jetadmin, URL Zie ook HP Web Jetadmin Web Jetadmin-URL ingang op configuratiepagina WINS-server 200 DHCP en 62 zelftestpagina, zie configuratiepagina zone, AppleTalk geïntegreerde webserver 109...
  • Pagina 248 © 2004 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Nederlands...

Inhoudsopgave