Inhoudsopgave
Advertenties
3.2 Strooien
Zijn de werkgegevens correct ingevoerd, dan kunt u beginnen met strooien.
- Schakel de aftakas in (540 toeren/min).
- Druk op [START] om te beginnen met strooien.
- Druk op [STOP] om het strooien te stoppen.
- Laat de aftakas draaien bij het keren op een kopakker.
Tijdens en na het strooien zijn de volgende waarden uit te lezen:
1 de actuele rijsnelheid
2 de totaal gestrooide hectares (via [hectareteller])
3 de gereden afstand tijdens strooien [afgelegde weg])
4 het actuele toerental van de aftakas (optioneel via [rpm])
Algemeen: door het nogmaals indrukken van de desbetreffende toets kunt u terug gaan naar de
actuele rijsnelheid.
Als u begint met strooien kunt u de hectareteller en de gereden strooiafstand op 0 zetten door
binnen de bewuste functies op [C] en daarna op [=] te drukken.
3.2.a Over- en onderdoseren
3.2.b Kantstrooien
- Toets de gewenste strooibreedte in op de Vicontrol.
- Begin te strooien met de normale strooipijp op uw werkbreedte vanaf de rand van het perceel.
Let erop dat er geen kunstmestkorrels in de (eventuele) sloot terecht komen.
- Strooi het perceel helemaal af.
- Monteer vervolgens de kantstrooipijp (optioneel) met de opening naar de rand van het perceel.
- Stel de halve werkbreedte in en de helft van de gift in kg/ha.
- Rij bij het kantstrooien in hetzelfde spoor (op uw werkbreedte vanaf de rand van het perceel) als
bij de eerste volledige strooigang.
3.2.c Meten van de afgelegde weg/uitzetten van rijbanen
Voor het uitzetten van rijbanen drukt u op [afgelegde weg] en per markering van de werkbreedte
op [C] en [=] om het display op 0 te zetten. U kunt zo exact de rijsporen over de breedte van het
perceel uitmeten.
8
Advertenties
Inhoudsopgave
