Gebruik geen elastische onderdelen of
balgen voor het aansluiten van de
leidingen.
Bij sommige opstellingen is een voetstuk
vereist onder de voetbocht om een juiste
installatie van de pomp te waarborgen.
Het vrije uiteinde van de kabel mag niet
worden ondergedompeld aangezien in dat
geval water in de motor kan doordringen.
1. Boor montagegaten voor de beugel van de
geleidestang binnen in de put en maak deze
provisorisch vast met twee schroeven.
2. Plaats het voetstuk van de voetbocht op de
bodem van de put. Gebruik een schietlood om de
juiste positie vast te stellen. Maak het voetstuk
van de automatische koppeling met zware
keilbouten vast. Als de bodem van de put ongelijk
is, dan moet het voetstuk van de automatische
koppeling worden ondersteund zodat dit voetstuk
recht staat bij het vastmaken.
3. Monteer de persleiding volgens de procedures en
zonder deze bloot te stellen aan vervorming of
spanning.
4. Plaats de geleidestangen in de ringen van het
voetstuk van de automatische koppeling en stel
de lengte nauwkeurig in op de
geleidestangbeugel.
5. Schroef de provisorisch vastgemaakte beugel van
de geleidestang los, plaats deze boven op de
geleidestangen en bevestig deze stevig aan de
wand van de put.
6. Verwijder eventueel puin uit de put voordat u de
pomp erin plaatst.
7. Bevestig de automatische koppeling aan de
persopening van de pomp. Schuif de geleidestang
van de automatische koppeling tussen de
geleidestangen en laat de pomp in de put zakken
met behulp van een ketting. Wanneer de pomp
het voetstuk met automatische koppeling bereikt,
wordt er automatisch een goede verbinding tot
stand gebracht.
8. Hang het uiteinde van de ketting op aan een
stevige haak bovenin de put.
9. Pas de lengte van de motorkabel aan door deze
op te rollen op een trekontlaster zodat de kabel
niet wordt beschadigd tijdens bedrijf. Maak de
trekontlaster vast aan een stevige beugel bovenin
de put. Zorg dat de kabels niet knikken of worden
afgekneld.
8
De pomp op het voetstuk van de automatische
koppeling laten zakken
De pomp aansluiten op het voetstuk van de
automatische koppeling