Page
391 - 391E
Gids voor de installateur
5. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
•
Schakel, als alle noodzakelijke elektriciteitsaansluitingen zijn
gemaakt, de voeding naar het systeem in en programmeer de
centrale naar wens.
•
Test vervolgens het automatische systeem en alle aangesloten
accessoires, en besteed daarbij men name aandacht aan de
controle van de veiligheidsinrichtingen.
•
Zet de bovenkant van de behuizing weer op zijn plaats, draai
de bevestigingsschroeven vast en zet de vier doppen erop, fig.
18 ref. a.
•
Plaats de onderkant van de behuizing kap zoals geïllustreerd in
fig. 18 ref. b.
•
Geef de klant de folder"Gebruikersgids" en toon hoe hij moet
werken en moet worden gebruikt.
Signaleer de eindgebruiker de eventuele risico's van de in-
stallatie.
6. HANDBEDIENDE WERKING
Als de aandrijving met de hand moet worden bediend omdat
de stroom is uitgevallen of in geval van een storing, handel dan
als volgt:
1.
Schakel de voeding naar het systeem uit door op de differen-
tieelschakelaar te drukken.
2.
Licht de beschermingsdop van de vergrendeling op, fig. 19
ref. a.
3.
Steek de sleutel erin en draai hem tegen de wijzers van de klok
in tot hij niet verder kan, fig. 19 ref. b.
4.
Draai de ontgrendelingsknop met de wijzers van de klok mee
tot hij niet verder kan, fig. 19 ref. c.
5.
Beweeg de vleugel met de hand.
h
Andel Als volgt om de normAle Werking te herstellen
1.
Controleer of de voeding naar het systeem is uitgeschakeld.
2.
Sluit de vleugel helemaal.
3.
Draai de ontgrendelingsknop tegen de wijzers van de klok in
tot hij niet verder kan, draai de sleutel met de wijzers van de
klok mee tot hij niet verder kan en trek hem eruit.
4.
Controleer of het ontgrendelingsmechanisme op correcte
wijze weer is ingeschakeld, door te proberen de vleugel met
de hand te bewegen. De vleugel moet vergrendeld zijn en het
mag niet mogelijk zijn hem met de hand te bewegen.
Zet de beschermingsdop van de vergrendeling weer op zijn
5.
plaats.
6.
Schakel de voeding naar het systeem weer in en geef een
openingscommando.
Het kan zijn dat de aandrijving bij de eerste cyclus de ver-
tragingen niet correct uitvoert. Wacht tot de cyclus voltooid
is en geef opnieuw een openingscommando.
7. SPECIALE TOEPASSINGEN
Andere toepassingen dan die in deze handleiding zijn beschreven
zijn UITDRUKKELIJK VERBODEN
8. ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant
veiligheidsniveau te garanderen, is het beter om ieder half jaar
een algemene controle op de installatie uit te voeren. Het boekje
"Gebruikersgids" heeft een voorgedrukt formulier om ingrepen te
registeren.
9. REPARATIES
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties
of andere directe ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot
gekwalificeerd en geautoriseerd FAAC-personeel of een erkend
FAAC-servicecentrum.
10. ACCESSOIRES
Zie de FAAC-catalogus voor verkrijgbare accessoires.
: