38
Wordt met de machine over een lang
traject met gevulde voorraadtrechter,
gesloten
uitloopopening
uitgeschakelde stand gereden (transport
naar de werkplek), dan voor met strooien
te
beginnen,
aandrijving
uitloopopeningen volledig open zetten.
Vervolgens
inschakelen en korte tijd stationair laten
strooien. Pas nadat de doseerschuif op
de gewenste stand is ingesteld, kan met
strooien worden begonnen.
Gaan de beide trechterpunten ondanks
gelijke instelling van de doseerschuiven
niet
gelijktijdig
basisinstelling van de doseerschuiven
controleren.
De
technische
strooischoepen hebben een belangrijke
invloed op de dwarsverdeling van het
strooigoed.
De levensduur van de strooischoepen is
sterk
afhankelijk
waarmee
gebruiksduur en de strooihoeveelheden.
8.2.1
Strooien op de werkplek
De machine tijdens werkonderbreking
(pauzes) laten zakken of de hefinrichting
vergrendelen.
De strooier is aan de trekker bevestigd, de
koppelingsas
of
hydraulische
aangesloten.
De instellingen voor
aanbouwhoogte,
werkbreedte en
stand van de schuiven
zijn uitgevoerd.
Aandrijving van de strooischotels inschakelen en
-
met
het
toerental
werkbreedte hoort, aandrijven.
Schuiven openen.
-
Het strooien met een contant toerental van de
-
strooischotels en constante rijsnelheid uitvoeren.
DB542.1 (D) 12.01
en
d.w.z.
voordat
u
inschakelt,
de
aftakas
langzaam
leeg,
dan
toestand
van
van
het
materiaal
wordt
gestrooid,
installatie
dat
bij
de
ingestelde
Het gebruik
in
de
de
de
de
de
is