14
2.4
Veilig werken
Naast
de
veiligheidsaanwijzingen
gebruikshandleiding
dient
algemeen geldige wet- en regelgeving ten aanzien
van veiligheid en ongevallenpreventie in acht te
nemen.
De veiligheidsaanwijzingen op de machinestikkers
moeten worden opgevolgd.
Als de machine op de openbare weg wordt vervoerd
dient
u
zich
te
houden
verkeersvoorschriften.
2.5
Veiligheidsaanwijzingen voor de
bedieningspersoon
2.5.1
Algemene
ongevallenpreventieregels
Basisregel:
Telkens voor het gebruik machine en trekker
controleren op verkeers- en gebruiksveiligheid!
1. Neem
naast
bedieningshandleiding
aanwijzingen ook de algemene regels voor
veiligheid en ongevallenpreventie in acht!
2. De
aangebrachte
aanwijzingen geven belangrijke adviezen
voor een ongevaarlijk gebruik. De naleving
ervan dient uw eigen veiligheid!
3. Bij het rijden op openbare wegen de
geldende
verkeersvoorschriften
nemen!
4. Voor het begin van de werkzaamheden zich
vertrouwd
maken met alle
bedieningselementen
Tijdens het werk is het daarvoor te laat!
5. De kleding van de gebruiker dient zo strak
mogelijk te zijn. Vermijdt los gedragen
kleding!
6. Ter voorkoming van brandgevaar machine
schoon houden!
7. Voor het wegrijden en voor het begin van de
werkzaamheden de omgeving controleren
(kinderen). Let op voldoende zicht!
8. Meerijden op de machine tijdens het werk of
tijdens het transport is niet toegestaan!
9. Machine volgens voorschrift aankoppelen en
uitsluitend
aan
ophangpunten bevestigen en
10. Bij het aan- en afkoppelen van de machine
aan
of
van
voorzichtigheid geboden!
DB542.1 (D) 12.01
in
de
u
de
nationale,
aan
de
nationale
veiligheids-
de
in
genoemde
waarschuwingen
in
inrichtingen,
en
hun
functies.
de
voorgeschreven
borgen!
de
trekker
is
bijzondere
Veiligheid
11. Bij het aan- en afkoppelen van de machine
de
steunelementen
brengen (stabiliteit)!
12. Frontgewichten altijd volgens voorschrift aan
deze
de daarvoor bedoelde bevestigingspunten
aanbrengen!
13. Toegestane asbelasting van de trekker in
acht nemen!
14. Maximale transportafmetingen volgens de
wegenverkeerswetgeving in acht nemen!
15. Transportuitrusting,
waarschuwingsborden
bescherminrichtingen
controleren!
16. Bedieningskoorden voor de snelkoppelingen
moeten los hangen en wel zodanig, dat ze
niet kunnen blijven haken en zelfstandig in
actie treden!
17. Tijdens het rijden de bestuurdersplaats nooit
verlaten!
18. Rijgedrag, stuur- en remkwaliteiten worden
door aanbouw of getrokken werktuigen en
ballastgewichten beïnvloed. Let daarom op
en
voldoende stuur- en remkwaliteit!
19. Bij het heffen van de machine in de
driepuntshefinrichting, wordt de vooras van
de trekker ontlast. Zorg voor voldoende
belasting van de vooras (zie handleiding van
de trekkerfabrikant), deze moet minstens
20% van het van het eigengewicht van de
deze
trekker bedragen!
20. Houd bij het nemen van bochten rekening
met het uitzwenken en/of de centrifugale
kracht van de machine!
en
21. Om het slingeren van de aangebouwde
machine te voorkomen, de hefarmen van de
driepuntshef-inrichting vastzetten.
22. Machine alleen gebruiken wanneer alle
beschermende delen aangebracht en in
acht
positie zijn!
23. Niemand binnen het draai- en zwenkbereik
van de machine toelaten!
24. Hydraulische opklapelementen mogen alleen
worden bediend als zich niemand binnen het
zwenkbereik bevindt!
25. Delen die van buitenaf worden bediend (bijv.
hydraulisch) bestaat gevaar voor verwonding
en afklemmen!
26. Voor het verlaten van de trekker de machine
op de grond zetten, motor afzetten en
contactsleutel uitnemen!
27. Tussen trekker en werktuig mag zich
niemand bevinden, zonder dat de trekker
tegen wegrijden is beveiligd met de
handrem en/of stopwig!
Verboden zich binnen het strooibereik op te
houden. Gevaar door weggeslingerde
deeltjes. Voor het inschakelen van de
strooischotels iedereen uit de werpzone van
de strooier weg sturen.
Niet in de buurt van de draaiende
strooischotels komen.
in
de
juiste
stand
zoals
verlichting,
en
monteren
en