B) Check-up status: display Chc.
FR
Voor de schoonmaak van het rooster
van de brander, alvorens over te gaan
BE
tot de ontbranding.
C) Ontbrandingsstatus: display Acc.
RUS
Onderverdeeld in drie fasen:
1. Voorverwarming bougie : om de bougie
op temperatuur te brengen alvorens de
pellets naar beneden vallen en in de
vuurpot terechtkomen.
2. Vaste ontbranding : om de juiste hoe-
veelheid brandstof nodig voor de ont-
steking aan te voeren in de brander.
3. Variabele ontbranding : om de vlam te
ontsteken in een maximum tijdsinterval
dat vooraf bepaald werd.
Nadat de vlam werd ontstoken gaat het
systeem over naar de stabiliseringssta-
tus.
D) Stabiliseringsstatus: display Stb.
Deze status wordt bekomen na de ont-
stekingsfase en dient voor versterking
en behoud van de vlam alvorens over te
gaan naar de status voor normale
werking.
E) Normale status: display nor.
Deze status wordt bekomen na de stabi-
liseringsfase en dient om de ketel op de
ingestelde temperatuur te brengen.
Overgang tot de modulatiestatus in de
nabijheid van de ingestelde keteltempe-
ratuur.
F) Modulatiestatus: display Mod.
Deze status wordt bekomen na de nor-
male fase en dient om het vermogen te
verminderen alvorens de in de parame-
ter TH-KETEL ingestelde temperatuur
bereikt wordt .
IDe delta-modulatie wordt default inge-
steld op 5°C. Nadat de ingestelde tem-
peratuur werd bereikt, gaat het systeem
over tot de behoudsstatus.
G) Behoudsstatus: display MAn.
Deze status wordt bereikt wanneer de
keteltemperatuur hoger is dan de para-
meter TH-KETEL. Deze status wordt
onderverdeeld in drie fasen:
1. Afvoer : voor de afvoer van de
restwarmte.
2. Schoonmaak : voor de finale schoon-
maakbeurt van de vuurpot.
3. Behoud : het systeem is uitgeschakeld
en wacht totdat de temperatuur van de
ketel daalt alvorens opnieuw een ont-
branding uit te voeren.
H) Status
recuperatie
display Rec.
Indien de voeding onderbroken wordt,
zal het systeem de condities nagaan om
autonoom terug op te starten.
I) Veiligheidsstatus: display Sic.
Wordt geactiveerd na oververhitting van
de ketel (t° > 95°C): onderbreekt de
brandstoftoevoer om een temperatuur-
daling te bekomen. Wordt op een auto-
nome wijze gereset wanneer de tempe-
ratuur terug daalt onder de betreffende
42
temperatuur.
L) Uitschakelstatus: display SPE.
Wordt geactiveerd na het manuele com-
mando voor uitschakeling of na een
alarm (automatische uitschakeling).
Bestaat uit twee fasen:
1. Uitschakeling : voor de uitdoving van de
vlam en afvoer van de restwarmte.
2. Finale schoonmaakbeurt : voor de fina-
le schoonmaakbeurt van de vuurpot.
M) Alarmstatus voor te hoge tempera-
tuur: display Alt - tSi.
Wordt geactiveerd na de interventie van
de mechanische veiligheidsthermostaat
met handbediende reset gelegen in de
regeleenheid van het controlepaneel.
Deze onderbreekt de elektrische voe-
ding van de brander wanneer de water-
temperatuur in de ketel de waarde 95°C
bereikt.
Nadat de temperatuur enkele graden
werd afgekoeld moet de thermostaat
gereset worden om de brander terug op
te starten, door het kapje los te draaien
en op het knopje te drukken.
N) Alarmstatus voor te hoge tempera-
tuur in de pelletaanvoerslang: display
Alt - tPE.
Ook in de pelletaanvoerslang van de
brander ligt een contactthermostaat
met handbediende reset die de daling
van de pellets blokkeert wanneer in de
slang zelf de temperatuurwaarde 90°C
wordt bereikt.
O) Alarmstatus door ongewenste uit-
schakeling: display Alt-SPA.
Wordt geactiveerd wanneer er geen
brandstof aanwezig is in de brander.
ontbranding: