1.PAPIER PLAATSEN
6
Verplaats de achtergeleider naar de onderrand van het papier terwijl het lagere deel in de
richting van de pijlen geduwd wordt.
7
Controleer of er geen ruimte zit tussen het papier en de zijgeleiders of het papier en de
eindgeleider.
Als er te veel ruimte is, kan dit leiden tot papierstoringen of het onjuist detecteren van het papierformaat.
Tussen het papier en de zijgeleiders ("A" in de afbeelding):
Zorg ervoor dat er geen ruimte is. (0,5 mm of minder aan één kant of in totaal 1,0 mm of minder) Als er echter
papierstoringen optreden, maak dan wat ruimte.
Tussen het papier en de eindgeleider ("B" in de afbeelding):
Zorg ervoor dat er geen ruimte is. (0,5 mm of minder)
8
Wijzig de papierformaatindicator indien nodig.
9
Duw de papierlade voorzichtig en recht in het multifunctionele systeem tot deze niet verder kan.
Het papierformaat wordt automatisch gedetecteerd.
Zodra de lade wordt ingedrukt, wordt deze automatisch in het apparaat getrokken.
14 Papier in laden plaatsen
A
B