BS
D e lt a S o l
®
2.
Bediening en functie
2.1 Bedieningstoetsen
Terug (-)
2
(keuze / instellwaarden)
2.2
Uitlezing systeem en monitoring
$
Volledige uitlezing
2.2.1 Aanduiding van de kanalen
Enkel aanduiding van de kanalen
2.2.2 Lijst van de symbolen
Enkel lijst van de symbolen
Vooruit (+)
1
3
OK
ê
!
$
De regelaar wordt door de drie druktoetsen onderaan
de uitlezing bediend. De toets 1 dient voor het naar voor
bewegen in het menu of om de instelwaarden te verhogen,
de toets 2 wordt analoog voor de omgekeerde functies
gebruikt.
Om waarden in te stellen na het laatste kanaal met uitle-
zingen toets 1 gedurende ca. 2 seconden indrukken. Wordt
in de uitlezing een instelwaarde aangeduid, dan verschijnt in
de uitlezing de aanduiding
indrukken van toets 3 de ingavemodus kiezen
• het kanaal met de toetsen 1 en 2 kiezen.
• toets 3 kort indrukken, de uitlezing
-modus)
• met de toetsen 1 en 2 de waarde instellen.
• toets 3 kort indrukken, de aanduiding
continu, de ingestelde waarde is bewaard.
De uitlezing bestaat uit 3 domeinen: de aanduiding van de
kanalen, de lijst met de symbolen en het systeemscherm
(actief schema van de installatie)
De aanduiding van de kanalen bestaat uit twee delen. Het
bovenste deel is een alfanumerieke 16-segment aanduiding.
Hier worden hoofdzakelijk kanaalnamen/menupunten
aangeduid. In de onderste 7-segmentaanduiding worden
kanaalwaarden en instelparameters getoond.
Temperaturen en temperatuurverschillen worden aangeduid
met vermelding van de eenheid
of .
De bijkomende symbolen van de symboollijst tonen de
actuele status van het systeem.
Symbol
Normaal
relais 1 actief
relais 2 actief
Maximale begrenzing reservoir
actief/maximale temperatuur
reservoir overschreden
Optie vorstbeveiliging geac-
tiveerd
+
+
. Daarna kan men door het
flikkert (
verschijnt nu
knipperend
Collectorkoelfunctie actief,
terugkoeling actief
Minimale temperatuur-be-
grenzing collector actief,
vorstbeveiliging actief
Collector nooduitschakeling
actief of reservoir nooduit-
schakeling
Voeler defect
Handbediening actief
Een instelkanaal wordt gewij-
zigd. SET-modus
7
|