Pagina 1
Zonneregelaar Handboek voor de vakman Installatie Bediening Functies en opties Fouten opsporen Hartelijk dank voor de aankoop van dit RESOL-apparaat. Handboek Lees deze handleiding zorgvuldig door om optimaal gebruik te kunnen maken van dit apparaat. www.resol.com Bewaar deze handleiding zorgvuldig.
Veiligheidsrichtlijnen Doelgroep Neem deze veiligheidsrichtlijnen precies in acht om gevaren en schade voor men- Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor geautoriseerde vakmensen. sen en waardevolle voorwerpen uit te sluiten. Elektrotechnische werkzaamheden mogen alleen uitgevoerd worden door elektro- monteurs. Voorschriften De eerste inbedrijfstelling dient te worden uitgevoerd worden door de fabrikant van de installatie of door een door hem benoemd vakkundig persoon.
Zonneregelaar DeltaSol ® Daarenboven biedt de standaarduitvoering een potentiaalvrij contact, waarmee een De DeltaSol ® SLL is de kleinste regeling van de SL serie. Zijn uitvoering is op- naverwarming kan aangestuurd worden, en een V40 debietmeter impulsingang voor timaal voor kleine en middelgrote solar- en verwarmingssystemen, met een keuze uit 10 voorgeconfigureerde systemen.
Installatie 2.2 Elektrische aansluiting 2.1 Montage LEt op! Elektrostatische ontlading! Elektrostatische ontlading kan schade aan elektronische onderde- WAARSCHUWING! Elektrische schok! len veroorzaken! Bij geopende behuizing liggen spanningsvoerende onder- Î Zorg vóór aanraking van het binnenste van de behui- delen bloot! zing voor ontlading.
/ USB of VBus ® ® LAN (niet meegeleverd) op een pc of netwerk worden aangesloten. Op de website van RESOL www.resol.de staan verschillende oplossingen ter beschikking voor het 100 ... 240 V visualiseren en de instelling op afstand. 50-60 Hz Aanwijzing Zie pagina 55 voor andere accessoires.
2.4 Systeemoverzicht Zonne-energiesysteem met 1 boiler Zonne-energiesysteem met 2 boilers Zonne-energiesysteem met 1 boiler en Zonne-energiesysteem met 1 boiler (pagina 8) en warmte-uitwisseling (pagina 9) naverwarming (pagina 10) en 3-wegklep voor boilerlagenvulling (pagina 11) Zonne-energiesysteem met 2 boilers Zonne-energiesysteem met 2 boilers Zonne-energiesysteem met oost- / Zonne-energiesysteem met 1 boiler en en kleplogica (pagina 12)
Systeem 2: Zonne-energiesysteem met 2 boilers en warmte-uitwisseling Sensoren Relais Sensors Relais Temperatuur collector 1 / GND Zonnepomp R1 / N / PE Temperatuur boiler 2 / GND Boilerlaadpomp R2 / N / PE onder vrij R4 / R4 Temperatuur warm- 3 / GND te-uitwisseling bron Temperatuur warm-...
Systeem 3: Zonne-energiesysteem met 1 boiler en naverwarming Sensoren Relais Sensors Relais Temperatuur collector 1 / GND Zonnepomp R1 / N / PE Temperatuur boiler 2 / GND Boilerlaadpomp R2 / N / PE onder Temperatuur naver- 3 / GND Aansturing naver- R4 / R4 warming...
Systeem 4: Zonne-energiesysteem met 1 boiler en 3-wegklep voor boilerlagenvulling Sensoren Relais Sensors Relais Temperatuur collector 1 / GND Zonnepomp R1 / N / PE Temperatuur boiler 2 / GND Klep zonne-energie R2 / N / PE onder vrij R4 / R4 Temperatuur boiler 3 / GND boven...
Systeem 8: Zonne-energiesysteem met 1 boiler en naverwarming via vaste brandstofketel Sensoren Relais Sensors Relais Temperatuur collector 1 / GND Zonnepomp R1 / N / PE Temperatuur boiler 2 / GND Laadpomp vaste R2 / N / PE onder brandstofketel Temperatuur boiler 3 / GND vrij...
Systeem 9: Zonne-energiesysteem met 1 boiler en retourverhoging Sensoren Relais Sensors Relais Temperatuur collector 1 / GND Zonnepomp R1 / N / PE Temperatuur boiler 2 / GND Klep retourverhoging R2 / N / PE onder vrij R4 / R4 Temperatuur boilerre- 3 / GND tourverhoging...
Systeem 10: standaard-zonne-energiesysteem met 1 boiler en afvoer van overtollige warmte Sensoren Relais Sensors Relais Temperatuur collector 1 / GND Zonnepomp R1 / N / PE Temperatuur boiler 2 / GND Klep afvoer van over- R2 / N / PE onder tollige warmte vrij...
Bediening en functie Elektrische aansluiting van een HR-pomp 3.1 Knoppen en draaiknop De toerentalregeling van een HR-pomp vindt plaats via een PWM-signaal. Naast de aansluiting op het relais (spanningsvoorziening) moet de pomp op één van de PWM-uitgangen A / B van de regelaar worden aangesloten. Relaistoewijzing pWM-uitgangen PWM A - Relais 1 PWM B - Relais 2...
3.3 Controlelampje De regelaar beschikt over een meerkleurig controlelampje in het midden van het De menustructuur van de regelaar wordt onderverdeeld in 2 niveaus: het statusni- veau en het menuniveau. Lightwheel ® . De volgende toestanden kunnen hiermee worden weergegeven: Het statusniveau bestaat uit afzonderlijke weergavekanalen, waarin weergavewaar- Kleur brandt continu...
Systeembewakingsdisplay opties / functies kiezen en instellen Systeembewakingsdisplay Een optie / functie, die instelwaarden bevat, wordt met de aanduiding PUSH weer- gegeven. Î Om naar het submenu van de optie te gaan, kiest u op de gewenste optie met het Lightwheel ®...
4.1 Systeemweergave 4.2 Andere aanduidingen In het systeembewakingsdisplay wordt het gekozen schema weergegeven. Het be- Smiley staat uit meerdere systeemcomponentensymbolen die afhankelijk van de status van Bij een storingsvrije werking (normale bedrijfsmodus) wordt een smiley ☺ in het het systeem knipperen, continu of verborgen worden weergegeven. display weergegeven.
Statusniveau / meetwaarden Verbruikswaarden In de normale bedrijfsmodus van de regelaar bevindt zich het display op het sta- In het menu verbruikswaarden worden verschillende verbruikswaarden weerge- tusniveau. Dit geeft systeemafhankelijk de in de tabel vermelde meetwaarden weer. geven. Naast deze weergavewaarden worden op het statusniveau mogelijke storingsmel- Betekenis Weergave dingen weergegeven (zie pagina 52).
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling 1. taal: Als het systeem hydraulisch is gevuld en bedrijfsklaar is, moet de regelaar op de Î Stel de gewenste menutaal in. voeding worden aangesloten. De regelaar doorloopt een initialisatiefase, waarin alle symbolen op het display wor- den weergegeven en het Lightwheel ®...
Pagina 24
Inbedrijfstelling 5. Systeem: 9. Lading boiler 2: Î Stel het gewenste systeem in (zie pagina 31). Î Schakel het laden van boiler 2 in of uit (zie pagina 33). Aanwijzing De lading van boiler 2 kan alleen worden inge- steld als in het subkanaal SYS een 2-boilersys- 6.
Inbedrijfstelling 12. Maximumtoerental: Î Stel het maximumtoerental MAX van het relais in. Voer de instelling tevens uit voor relais 2, indien aanwezig (zie pagina 42). Aanwijzing Als in het subkanaal REL (REL2) de instel- ling oNoF is gekozen, staat de instelling van het maximumtoerental niet ter beschikking.
De weergave- en instelkanalen alsmede het instelbereik zijn afhankelijk van het gekozen systeem, de functies en opties, de ingevoerde bedienercode en de aangesloten componenten. Een aanvullend document met een opsomming van alle opties en parame- ters kan op www.resol.de worden gedownload. STAB Stabilisatie 8.1 Statusniveau Geeft de in tSTB ingestelde stabilisatietijd afl opend weer.
Pagina 27
Weergave van de boilertemperaturen Weergave van overige temperaturen TBO, enz. TVBK, enz. Andere gemeten temperaturen Boilertemperaturen Weergavebereik: -40 … +260 °C Weergavebereik: -40 … +260 °C Geeft de huidige temperatuur bij de betreffende sensor weer. De weergave Geeft de huidige boilertemperatuur weer. van de temperaturen is systeemafhankelijk.
Pagina 28
Weergave van het toerental Weergave van de thermische desinfectie TDES 1 %, 2 % Temperatuur desinfectie Huidig pomptoerental Weergavebereik: -40 … +260 °C Weergavebereik: 20 … 100 % (standaardpomp / HR-pomp) Als de optie thermische desinfectie (OTDES) is geactiveerd en de verhittings- Geeft het huidige toerental van de betreffende pomp weer.
Pagina 29
DDES Verhittingsperiode Weergavebereik: 0:00 … 23:59 (hh:mm) Als de optie thermische desinfectie (OTDES) is geactiveerd en de verhittings- periode loopt, wordt de resterende tijd van de verhittingsperiode afl opend weergegeven (in uren en minuten). Weergave van de tijd Tijd tijd Geeft de huidige tijd weer.
8.2 overzicht menuniveau VERBRUIK CoL 2 BLBE DAtUM pag. 34 pag. 47 pag. 31 pag. 41 pag. 44 VERBRUIKSWAAR- COLLECTOR 2 NAVERWARMING BLOKKEERBEVEILI- DATUM GING LLoGI otDES tAAL pag. 36 pag. 42 pag. 31 pag. 45 pag. 48 SYSTEEMKEUZE LAADLOGICA RETOURVERHO- THERMISCHE TAALKEUZE...
Pagina 31
Verbruikswaarden 1 Bedrijfsurenteller VERBRUIK hR 1 (2, 4) bedrijfsuren pUSH Relais 1, 2, 4 DAGEN Bedrijfsdagen R (1, 2, 4) Bedrijfsurenteller MAXS1(… 4) De bedrijfsurenteller telt de bedrijfsuren van het betreffende relais bij elkaar op Maximumtemp. (h R1 / h R2 / h R4) Op het display worden hele uren weergegeven. Sensor 1 …...
Pagina 32
3/4 ∆t -regeling De regelaar gedraagt zich als een standaard-verschilregeling. Als het temperatuur- LAD (2) tV(2)AAN verschil het inschakeltemperatuurverschil bereikt of overschrijdt, wordt de pomp Inschakeltemperatuurversch. ingeschakeld. Als het temperatuurverschil de ingestelde uitschakeltemperatuurver- pUSH Instelbereik: 1,0 … 50,0 K in 0,5 K-stappen schil bereikt of hieronder daalt, wordt het betreffende relais uitgeschakeld.
3/4 Voorrangslogica De voorrangslogica wordt alleen in 2-boilersystemen en gelaagde boilers toegepast en bepaalt de verdeling van de warmte tussen de boilers. S(2)MAX PRIO: Boiler 1 / boiler onder Maximumtemperatuur boiler PRIO2: Boiler 2 / boiler boven Instelbereik: 4 … 95 ° De boiler, waarvoor 1 wordt ingesteld, is de voorrangsboiler.
5/6 Nooduitschakeling collector Als de collectortemperatuur de ingestelde temperatuurlimiet van de collector CoL (2) CNooD (2) overschrijdt, wordt de zonnepomp (R1 / R2) uitgeschakeld om een schadelijke over- Temperatuurlimiet collector verhitting van de zonnecomponenten te voorkomen (nooduitschakeling collector). pUSH Instelbereik: 80 … 200 °C Bij overschreden temperatuurlimiet van de collector knippert op het display ⚠.
Pagina 35
5/6 Minimumtemperatuur van de collector De minimumtemperatuur van de collector dient om een minimale inschakeltempe- ratuur aan te geven die overschreden moet worden om de zonnepomp (R1 / R2) in oMLIMCoL oMLIMCoL (2) te schakelen. Als de collectortemperatuur onder de ingestelde minimumtempera- Min.temperatuur collector tuur daalt, knippert ❄...
Pagina 36
5/6 Vorstbeveiligingsfunctie oVB CoL (2) oVBCoL Vorstbeveiligingsfunctie De vorstbeveiligingsfunctie activeert het laadcircuit tussen collector en boiler als Keuze: ON / OFF de collectortemperatuur onder de ingestelde temperatuur VB AAN tEMp daalt. pUSH Fabrieksinstelling: OFF Zo wordt het warmtedragend medium beschermd tegen bevriezen en indikken. Als VB UIt tEMp wordt overschreden, wordt de zonnepomp weer uitgeschakeld.
Pagina 37
Aanwijzing Als de drainback-functie is geactiveerd, staan de koelfuncties alsmede de vorstbeveiligingsfunctie niet ter beschikking. Het menu VAK FUNCtIE (vakantiefunctie) is dan eveneens niet beschik- oBSt BACK Boosterfunctie baar en kan ook niet via de microknop ⛁ worden opgeroepen. Keuze: ON / OFF Aanwijzing pUSH Fabrieksinstelling: OFF...
Pagina 38
optie gespreide lading In 2-boilersystemen met twee pompen kan een spreidingsfunctie worden geactiveerd: Zodra het instelbare temperatuurverschil tVSpREID tussen collector en de boi- ler met hogere prioriteit is overschreden, wordt de tweede boiler parallel geladen, voor zover de zonnelading voor deze boiler niet wordt geblokkeerd. Als 2K onder Pendelpauze tVSpREID wordt gebleven, wordt de pomp weer uitgeschakeld.
Pagina 39
8 Koelfuncties Er kunnen verschillend koelfuncties worden geactiveerd: de systeemkoeling, de boi- KoEL oSYK lerkoeling en de afvoer van overtollige warmte. Optie systeemkoeling Aanwijzing pUSH Instelbereik: OFF / ON Als de temperatuur bij de boilersensor 95 °C bereikt, worden alle koelfunc- Fabrieksinstelling: OFF ties geblokkeerd.
Pagina 40
Uitvoering pomp: Het toegewezen relais wordt met 100 % ingeschakeld als de collectortemperatuur de ingestelde collector-temperatuuroverschrijding bereikt. otoCoL Als de collectortemperatuur 5 K onder de ingestelde collector-temperatuurover- Temperatuuroverschrijding schrijding daalt, wordt het relais weer uitgeschakeld. Bij de uitvoering pomp werkte collector de afvoer van overtollige warmte onafhankelijk van de zonnelading.
Pagina 41
10 Warmte-uitwisselingsfunctie De functie warmte-uitwisseling dient om warmte van een warmtebron aan een WUItW StIJGWW tV AAN WW warmteput over te dragen. Stijging Inschakeltemperatuurversch. Het relais (systeemafhankelijk) wordt geactiveerd als aan alle inschakelvoorwaarden pUSH Instelbereik: 1 … 20 K Instelbereik: 1,0 … 50,0 K wordt voldaan: Fabrieksinstelling: 2 K Fabrieksinstelling: 6,0 K...
Pagina 42
Retourverhoging De functie retourverhoging dient om warmte uit een warmtebron over te dragen aan de retour van het verwarmingscircuit. tV IN REtoURV Retourverhoging Het relais (systeemafhankelijk) wordt geactiveerd als aan alle inschakelvoorwaarden Inschakeltemperatuurversch. pUSH Keuze: ON / OFF wordt voldaan: Instelbereik: 1,0 …...
Pagina 43
14 Vakantiefunctie Met de vakantiefunctie kan de aansturing van de regelaar gedurende een afwezig- VAK FUNCtIE oSYK heid worden ingesteld. Deze dient om het systeem bedrijfsklaar te houden en een Optie systeemkoeling continue thermische belasting te verlagen. pUSH Instelbereik: OFF / ON De onderstaand beschreven instellingen worden pas actief als de vakantiefunctie Fabrieksinstelling: OFF met de parameter DAGEN is geactiveerd, zie onder.
Pagina 44
Aanwijzing De parameter DAGEN is alleen via de microknop ⛁ toegankelijk (zie pagina 31). Aanwijzing De in dit hoofdstuk beschreven instellingen zijn onafhankelijk van de instel- lingen in het menu KOEL die tijdens de vakantie inactief zijn. Aanwijzing Als de drainback-optie is geactiveerd, is de vakantiefunctie niet beschikbaar en kan ook niet via de microknop ⛁...
17 thermische desinfectie otDES Deze functie dient om de vorming van legionella in drinkwaterreservoirs door ge- otDES Optie thermische desinfectie richte activering van de naverwarming te beperken. Instelbereik: ON / OFF Referentierelais is R2, Referentiesensor is R3. Fabrieksinstelling: OFF pUSH Voor de Thermische Desinfectie wordt de temperatuur van de Referentiesensor bewaakt.
Pagina 46
19 Warmteverbruiksmeting De warmteverbruiksmeting kan op 2 verschillende manieren plaatsvinden: zonder oWVM oWVM volumemeetonderdeel of met volumemeetonderdeel V40. Optie warmteverbruiksmeting Instelbereik: OFF / ON pUSH Aanwijzing Fabrieksinstelling: OFF De meest precieze warmteverbruiksmeting wordt behaald als sensoren in de voorloop en retour alsmede een debietmeetapparaat wordt gebruikt. In 2-collektorsystemen moeten voor de warmteverbruiksmeting sensoren DtYpE in de gezamenlijk voorloop en retour worden gebruikt.
19 Warmteverbruiksmeting met vast ingesteld debiet De warmteverbruiksmeting vindt plaats als “schatting” met het verschil tussen voorloop- en retourtemperatuur en het ingestelde debiet (bij een pomptoerental van 100 %). Î Stel 1 in het kanaal DtYpE in. Î Stel het afgelezen debiet (l/min) in het kanaal DMAX in. Î...
21 tijd en datum De regelaar beschikt over een real-timeklok die o. a. voor de thermostaatfunctie DAtUM tIJD / tijd nodig is. Instelbereik: 00:00 … 23:59 In het display wordt in de onderste regel de dag en na de punt de maand weerge- pUSH Fabrieksinstelling: 12:00 geven.
23 Functiecontrole ∆t -bewaking ∆t HooG Deze functie dient om het temperatuurverschil te bewaken. De waarschuwingsmel- Optie ∆T te hoog ding ∆T te hoog verschijnt als een zonnelading gedurende 20 min met een verschil pUSH Keuze: ON / OFF groter dan 50 K plaatsvindt. De aansturing van de regelaar wordt niet afgebroken, Fabrieksinstelling: OFF maar het systeem dient wel te worden gecontroleerd.
Pagina 50
Maximumtemperatuur boiler Deze functie dient om het overschrijden van de ingestelde maximumtemperatuur van de boiler vast te stellen en te melden. De regelaar vergelijkt de huidige boiler- BoILMAX temperatuur met de ingestelde maximumtemperatuur van de boiler en controleert zodoende de boilerlaadcircuits. pUSH De maximumtemperatuur van de boiler geldt als overschreden als de gemeten tem- BoILMAX...
Bedienercode en snelmenu instelwaarden Code Snelmenu De toegang tot enkele instelwaarden kan via een bedienercode worden beperkt (klant). Kanaal Fabrieksinstelling Instelbereik Aanduiding 1. Installatiemonteur 0262 (fabrieksinstelling) 12:00 TIJD 00:00 … 23:59 tijd Alle menu‘s en instelwaarden worden weergegeven en alle instellingen kunnen wor- TV AAN 6,0 K 1,0 …...
11 Fouten opsporen Als een storing optreedt, wordt via het display van de regelaar een melding weer- Controlelampje in Lightwheel ® knippert rood. Op het display verschijnt het gegeven. symbool ☍ en het symbool ⚠ knippert. Lightwheel ® of display brandt niet meer Sensordefect.
Pagina 53
Plaats de collectorsensor bij de zonnevoorloop (warmste collector- Warmtewisselaar verstopt? uitgang); gebruik de dompelhuls van Plausibiliteitscontrole van de optie de betr. collector. buiscollectorfunctie Spoelen Warmtewisselaar te klein? Aanwijzing Bereken de dimensionering opnieuw Voor antwoorden op vaak gestelde vragen (FAQ) zie www.resol.de.
Pagina 54
De zonnepomp werkt niet, hoewel de collector duidelijk warmer is dan de boiler. Zit de boilerisolatie dicht tegen de wanden aan? Brandt het lampje in het Lightwheel ® ? Indien niet, druk dan op de rechter knop. Gaat de displayverlichting aan? Vervang de isolatie of versterk deze.
RESOL-regelaars verzamelen. Met het grote volledig grafische display krijgt u een overzicht van alle aangesloten regelaars. Sla op de SD-kaart opgeslagen gegevens op Het RESOL V40 is een meetapparaat met contactgever voor de registratie van de of gebruik de LAN-interface voor de evaluatie op de pc.
Zo kan vanuit elk netwerkstation toe- gang worden verkregen tot de regelaar en het systeem met de RESOL Service- Center-software worden uitgelezen. De interfaceadapter VBus ®...
Voor het gebruik buiten het auteursrecht om is toe- uit deze handleiding worden gebruikt of toegepast, dan gebeurt dit uitdrukkelijk stemming nodig van de firma RESOL – Elektronische Regelungen GmbH. Dit geldt op eigen risico van de betreffende gebruiker. Elke aansprakelijkheid van de uitgever in het bijzonder voor reproducties/kopieën, vertalingen, microfilms en de opslag op...