De functie voor beeldstabilisatie
instellen
De functie voor beeldstabilisatie (IS, Image Stabilizer)
met lensverschuiving maakt het mogelijk camerabewegingen,
waardoor bewogen foto's ontstaan, tot een minimum te beperken
wanneer u opnamen maakt van onderwerpen in de verte die zijn
uitvergroot of wanneer u zonder flits opnamen maakt bij weinig licht.
Weergave op
Opties
het LCD-
scherm
Uit
Continu
Opname
Pan
* Als u een groothoek- of telelens (apart verkrijgbaar) gebruikt en de instelling
[Converter] is ingesteld, worden andere pictogrammen weergegeven
1
Selecteer [IS modus].
1. Druk op de knop MENU.
2. Gebruik in het menu
of
om [IS modus] te selecteren.
Beschikbare opnamemodi
–
Aangezien de IS-modus continu is ingeschakeld,
kunt u het effect op de scherpte van foto's
controleren op het LCD-scherm. Hierdoor
kunt u gemakkelijker de beeldcompositie
bepalen en scherpstellen op onderwerpen.
Deze modus wordt alleen geactiveerd als de
ontspanknop wordt ingedrukt. Als de camera op
[Continu] is ingesteld, kan de opname enigszins
onscherp worden. Dit is afhankelijk van het
onderwerp. In de modus Opname kunt u echter
een opname van een onderwerp maken zonder
dat u zich zorgen hoeft te maken over eventuele
onnatuurlijke bewegingen op het LCD-scherm.
Met deze optie wordt alleen het effect van op- en
neergaande camerabewegingen opgeheven in
het beeld. Deze optie wordt aanbevolen voor
het maken van opnamen van voorwerpen
die horizontaal bewegen.
de knop
Overzicht
(p.
85
p. 299
264).