Het scherm wordt donkerder.
De weergave van het
LCD-scherm wordt donkerder
in sterk zonlicht of fel licht.
Het scherm knippert.
Het scherm knippert bij
het maken van opnamen
bij tl-verlichting.
Er verschijnt een lichtstreep (paarsrood) op het
LCD-scherm.
Dit is mogelijk bij het maken van
een opname van een zeer helder
onderwerp, zoals de zon of een
andere lichtbron.
wordt weergegeven.
Waarschijnlijk is een langere
sluitertijd geselecteerd vanwege
onvoldoende licht.
Dit is normaal bij apparaten
met CCD's en wijst niet op
een storing of defect. Dit
beeld wordt niet opgenomen
bij het maken van foto's, maar
wel bij filmopnamen.
Dit is geen camerastoring
(knipperen wordt vastgelegd
bij films maar niet bij foto's).
Dit is normaal bij apparaten
met CCD's en wijst niet op een
storing of defect. De lichtbalk
wordt niet opgenomen bij het
maken van foto's, maar wel bij
filmopnamen.
Als u het ND-filter inschakelt,
wordt deze lichtstreep minder
sterk
(p.
140).
Stel de IS modus in op een
andere instelling dan [Uit]
(p.
85).
Verhoog de ISO-waarde
Gebruik Auto ISO shift
Stel de flitser in op een andere
instelling dan
(p.
73).
Stel de zelfontspanner in en
bevestig de camera bijvoorbeeld
op een statief
(p.
Als u over een externe flitser
beschikt, sluit u deze aan
op de camera
(p.
235
(p.
87).
(p.
88).
(flitser uit)
75).
266).