122
Als de weergave op het LCD-scherm wordt uitgeschakeld,
verandert de instelling voor scherpstellen als volgt (alleen
[AiAF] en [Centrum] zijn beschikbaar).
- [Gezicht det.] verandert in [AiAF].
- [FlexiZone] verandert in [Centrum].
Het autofocuskader ziet er zo uit als u de ontspanknop
half indrukt.
- Groen: scherp
- Geel: problemen met scherpstellen (optie [Centrum]
of [FlexiZone])
- Geen autofocuskader: problemen met scherpstellen
(optie [Gezicht det.] of [AiAF])
De functie Gezicht detect
Wanneer de camera gezichten detecteert, worden autofocuskaders
weergegeven op maximaal drie gezichten. Het kader waarin
zich volgens de camera het hoofdonderwerp bevindt, wordt wit
weergegeven, terwijl de andere kaders grijs worden weergegeven.
Als de sluiterknop half wordt ingedrukt en de camera scherpstelt,
kunnen er maximaal negen groene autofocuskaders verschijnen.
U kunt ook selecteren op welke persoon u wilt scherpstellen
(p.
125).
Als er geen wit kader en alleen maar grijze kaders worden
weergegeven of als een gezicht niet wordt gedetecteerd,
verandert de scherpstelmethode als volgt.
- Wanneer [Per beeld] is geselecteerd, worden opnamen gemaakt
in de modus [AiAF]. (Wanneer [Servo AF] is ingesteld op [Aan],
worden opnamen gemaakt in de modus [Centrum].)
- Wanneer [Continu] is geselecteerd, worden opnamen gemaakt
in de modus [Centrum].
Mogelijk worden niet-menselijke onderwerpen als een gezicht
beschouwd.
In bepaalde gevallen is het mogelijk dat gezichten niet worden
gedetecteerd.
Voorbeelden:
- als de gezichten zich aan de rand van het scherm bevinden,
of zeer klein, breed, donker of helder lijken in verhouding tot
de algehele compositie.
- Foto's met gezichten van mensen die opzij of schuin naar
voren kijken of met gezichten waarvan een deel is verborgen