Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Canon PowerShot Pro1 Gebruiksaanwijzing pagina 87

Inhoudsopgave

Advertenties

2
Draai het hoofdwiel en kies een
sluitertijd.
3
Maak de opname.
Als de sluitertijd en de diafragmawaarde
in wit op het LCD-scherm (of in de zoeker)
worden weergegeven, is de juiste
belichting ingesteld.
Als de diafragmawaarde in rood wordt
weergegeven op het LCD-scherm (of in
de zoeker), is het beeld onderbelicht
(onvoldoende licht) of overbelicht (te veel
licht). Pas de sluitertijd aan met het
hoofdwiel totdat de diafragmawaarde
in wit wordt weergegeven.
Als u [Safety Shift] [Aan] zet in het menu
Opname, wordt automatisch de juiste
sluitertijd gekozen. (De functie Safety
Shift (p. 86))
Als u de zoominstelling aanpast nadat
u de sluitertijd hebt ingesteld, wordt de
diafragmawaarde soms gewijzigd op basis
van de zoominstelling.
U kunt de automatisch geselecteerde
combinatie van sluitertijd en
diafragmawaarde wijzigen zonder dat de
belichting wordt veranderd (p. 105).
Bij CCD-beeldsensoren neemt de hoeveelheid ruis in het
opgenomen beeld toe bij langere sluitertijden. Bij deze camera
worden beelden die met een sluitertijd van minder dan
1,3 seconden zijn opgenomen speciaal verwerkt om de ruis
te verwijderen, zodat beelden van hoge kwaliteit ontstaan.
Het kan echter enige tijd duren voordat de volgende opname
kan worden gemaakt.
83

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave