Bepalen op welk moment de flitser moet
worden gebruikt
Keuzewiel
De flitser wordt geactiveerd direct nadat de sluiter wordt
1e gordijn
geopend, ongeacht de sluitertijd. Meestal wordt deze instelling
gebruikt op het moment dat de opname wordt gemaakt.
De flitser wordt geactiveerd direct voordat de sluiter wordt
gesloten, ongeacht de sluitertijd. In vergelijking met de optie 1e
2e gordijn
gordijn wordt de flitser later geactiveerd, waardoor u foto's kunt
maken waarin bijvoorbeeld de achterlampen van een auto een
lichtspoor achter de auto vormen.
Opname met de
instelling 1e gordijn
1
Selecteer [1e gordijn] of [2e gordijn] bij de optie
[Flits sync] in het menu [
Opname met de
instelling 2e gordijn
(Opname)].
109