Selecteer in dit scherm de gewenste optie met
de pijl
of
keuzeknop en stel de optie in met de pijl
of
op de multifunctionele keuzeknop.
Contrast
Selecteer (zwak), 0 (neutraal) of + (sterk).
Met deze functie past u de mate van
helderheid aan.
Scherpte
Selecteer (zwak), 0 (neutraal) of + (sterk).
Met deze functie bepaalt u hoe scherp omtrekken worden gedefinieerd.
Verzadiging
Selecteer (laag), 0 (neutraal) of + (hoog).
Met deze functie past u de kleurdiepte aan.
U kunt direct na het selecteren van de instellingen een opname maken
door op de sluiterknop te drukken. Na de opname wordt het menu
opnieuw weergegeven, zodat u de instellingen eenvoudig kunt wijzigen.
3
Druk op de knop FUNC. of klik op het hoofdwiel.
De witbalans kan niet worden ingesteld wanneer de modus
(Sepia) of
op de multifunctionele
(Zwart/Wit) is geselecteerd.
97