3
Druk op de pijl
multifunctionele keuzeknop en
selecteer het aantal beelden met de
pijl
of
keuzeknop.
Als u herhaaldelijk op de multifunctionele
keuzeknop drukt, wordt het aantal beelden
steeds met 5 verhoogd.
Hoeveel beelden* er kunnen worden
opgenomen is afhankelijk van de
resterende ruimte op de CF-kaart.
* Het maximum aantal beelden kan minder
worden, afhankelijk van het soort opnamen dat
u al hebt gemaakt.
4
Druk op de knop SET.
Op het LCD-scherm (of in de zoeker) verschijnt het pictogram
op de display verschijnt het pictogram
5
Druk op de sluiterknop.
De eerste opname wordt gemaakt. De intervalfunctie wordt nu
geactiveerd en de volgende opnamen worden volgens de opgegeven
instellingen gemaakt.
Als het ingestelde aantal opnamen is gemaakt, wordt de camera
automatisch uitgeschakeld, ongeacht de instellingen van de
energiebesparingsfunctie.
Als de onderstaande handelingen worden verricht terwijl
de intervalfunctie actief is, wordt de functie afgebroken:
• Het keuzewiel draaien of de sluiterknop half indrukken terwijl
de camera gereed is voor de volgende opname.
• De CF-kaartsleuf of het klepje van het batterijvak openen.
• Overschakelen naar de afspeelmodus.
• De camera uitschakelen.
Als de intervalfunctie is gestart, kunnen de bedieningsknoppen niet meer
worden gebruikt.
De lens blijft uitgeschoven totdat de volgende opname wordt gemaakt.
Beelden worden niet direct na de opname weergegeven op het
LCD-scherm (of in de zoeker).
De intervalfunctie is alleen beschikbaar als de datum en tijd zijn ingesteld.
De functies Super Macro, Continu-opnamen (normaal en hoge snelheid)
en Zelfontspanner zijn niet beschikbaar.
U kunt geen instellingen opgeven voor automatisch belichtingsbereik
en BKT-focus.
op de
op de multifunctionele
.
en
111