Opnamen maken – de camera
instellingen laten selecteren
Zie Beschikbare functies in de verschillende opnamemodi (p. 206)
achter in deze handleiding als u wilt weten welke instellingen kunnen
worden gewijzigd in de diverse opnamemodi.
Automatische modus
In deze modus hoeft u alleen de sluiterknop in te drukken. De camera
doet de rest.
1
Controleer of de camera in de opnamemodus staat (p. 29).
2
3
Richt de camera op het onderwerp.
4
Gebruik de zoomring om de gewenste compositie te
bepalen (relatieve grootte van het onderwerp op het
LCD-scherm (of in de zoeker)).
5
Druk de sluiterknop half in (p. 41).
De camera wordt scherpgesteld op het
onderwerp. Er klinken twee piepjes
wanneer de camera klaar is met meten.
Het autofocusframe wordt groen
weergegeven op het LCD-scherm
(of in de zoeker).
De sluitertijd en diafragmawaarde worden
automatisch bepaald en weergegeven
op de display en het LCD-scherm
(of in de zoeker).
Als scherpstellen op het onderwerp niet
lukt, klinkt er één piepje en wordt het
autofocusframe geel.
Zet het keuzewiel in de stand
Autofocusframe
53
.