5.6 Koeling, klemaansluitingen
In het koelsysteem kunnen de klemmen worden gebruikt voor het volgende:
Ethernet
RJ45
1
3
I/O
5
7
9
I/O
11
A
RS485
Y
B
NC1
Relais 1
NO1
C1
NC2
Relais 2
NO2
C2
L
AC-voeding
Massa
N
Configureren van de I/O-klemmen volgens de tabel met klemaansluitingen
CIO1
+24 Volt
GND
CI01
GND
CI02
GND
CI03
GND
DI4
GND
DI5
GND
GENIbus, BACnet MS/TP of Modbus
RTU
Netvoeding
DI5
Communicatie naar Grundfos Building Connect,
Modbus TCP en BACnet IP.
24 VDC voeding
ingang extern setpoint (instelling van 0-10 V, 0-20 mA,
4 - 20 mA via Grundfos GO)
Externe start/stop van zowel MIXIT als pomp.
Signaalingang en -uitgang van het GBS-systeem.
Storingssignaal. Een NC/NO-uitgangsignaal, dat actief
zal zijn in geval van storing.
Run-signaal. Een NC/NO-uitgangsignaal, dat actief is
wanneer de MIXIT zonder alarmen werkt. Het signaal is
niet actief tijdens vorstbescherming.
Voedingsaansluiting, 230 V ± 10%
771