4. ONDERHOUD
4.6.- FOUTDIAGNOSE
PROBLEEM
De unit start niet na de vorige start.
De ventilator werkt niet (hoewel de
compressor draait).
De compressor stopt wanneer de
hogedrukschakelaar uit gaat.
De compressor stopt wanneer de
lagedrukschakelaar uit gaat.
Het oliepeil in de compressor is erg laag.
Hoog geluidsniveau van compressor en
hoge en lage druk zijn abnormaal.
Installatiehandleiding /eCOMFORT-MIL150D-0916 / 05/2017
OORZAAK
•
Koppel de voeding los.
•
Hoofdschakelaar ingesteld op STOP.
•
Geen waterdebiet.
•
De zekeringen zijn gebroken.
•
Lage elektrische voeding.
•
Eén van de beveiligingen is geactiveerd.
•
Compressorfout.
•
Lage watertemperatuur.
•
Interne beveiliging actief.
•
Slechte aansluiting.
•
Slechte condensatiedrukregeling.
•
Condensorbatterij vervuild.
•
Unit werkt buiten limieten.
•
Abnormale werking van de ventilatoren.
* Onvoldoende koudemiddel.
* De waterwisselaar is geblokkeerd
(waterzijde).
* Geen waterdebiet.
* Expansieventiel geblokkeerd.
•
De carterverwarming werkt niet.
•
Verkeerde Fasevolgorde voeding van
compressor.
ACTIE
•
Controleer elektrische voeding.
•
Sluit hoofdschakelaar aan.
•
Start waterpomp (en controleer lucht in
systeem).
•
Controleer de spanning.
•
Controleer de antivriesthermostaat.
•
Controleer de hoge- en
lagedrukshakelaar.
•
Verander van compressor.
•
Creëer een vraag naar koeling.
•
Laat de motor koelen.
•
Sluit naar behoren aan.
•
Controleer de werking.
•
Onderhoud condensorbatterij.
•
Controleer de ventilatoren.
* Controleer de vulling.
* Onderhoud de wisselaar.
* Controleer of er voldoende waterstroming
is.
* Verander het expansieventiel.
•
Vervang de carterverwarming en
controleer het oliepeil.
•
Wissel de draden tussen twee van de
fasen van compressorvoeding.
• 61 •