4.- ONDERHOUD
4.2.- ONDERHOUDSPLAN
ONDERHOUDSPLAN
Nr.
Taak
Inspectie van de aluminium-kope-
ren verbindingen van microchan-
1
nel condensor op corrosie
De condensor reinigen (overeen-
2
komstig de lokale regelgeving)
Inspectie van elektrische weer-
3
stand van compressoren
Reiniging luchtfi lters
4
schakelkasten
Inspectie van de
5
condenserventilatoren
Visuele inspectie van het oliepeil
en controle van de olie op sporen
6
van zuur in de koelcircuits
Controleer de 4-weg omkeerklep
7
(warmtepomp)
Controleer de positie van de car-
terverwarming (rond de compres-
8
sor) en of die naar behoren werkt
Controleer de ontdooicyclus met
9
omkering van 4-weg omkeerklep.
Controleer de waterdruk in het
10
circuit indien mogelijk
Controleer de algemene werking
11
van de stromingsschakelaar
Controleer de circulatiepompen
12
Installatiehandleiding /eCOMFORT-MIL150D-0916 / 05/2017
Bedrijfsmodus
Inspectie uit te voeren bij het reinigen van de condensor. Indien er cor-
rosie wordt gedetecteerd, moet een preventieve behandeling worden
gedaan op basis van onze aanbevelingen
Het is verplicht om de condensor te reinigen. Afhankelijk van omgeving
waarin de unit zich bevindt, varieert de frequentie van de reiniging van
één keer per maand tot minstens twee keer per jaar.
De prestaties en de duurzaamheid van de machine is gebaseerd op de
perfecte warmte overdracht.
Het gebruik van een pH-neutraal reinigingsproduct is verplicht.
(WAARSCHUWING: Lamellen en koperen buizen zijn erg fragiel! Elke
vorm van schade zal de prestaties van de unit beperken.
Controleer de elektrische weerstand, volgens een bepaalde frequentie,
afhankelijk van het gebruik van de machine. Voorbeeld:
Elke maand: Indien de unit het hele jaar door wordt gebruikt
Halfjaarlijks: bij seizoensgebonden gebruik
Op basis van de omgeving van de installatie is het verplicht om de fi lters
van een keer per maand tot twee keer per jaar te reinigen. Om overver-
hitting van de elektrische onderdelen te voorkomen.
Controleer de fi ltervervuilingssnelheid, reinig of vervang de fi lter wanneer
nodig door een originele fi lter
Controleer de rotatie van de ventilator (vrije rotatie, detectie van trillingen
of lagergeluiden)
Controleer de opgenomen ampères op alle drie fasen; vergelijk de waar-
den met de nominale waarde in het elektrische schema.
Controleer de status van de ventilatorbladen en de beschermingen
ervan.
Controleer het oliepeil door het kijkglas aan de zijkant van de compres-
sor. Test de olie elke 3 jaar en na elke interventie aan het koelcircuit
Schakel in koelmodus over naar warmtepompmodus. Stel de bediening
opnieuw in.
Controleer of de carterverwarming goed en strak genoeg is bevestigd
En controleer om de algemene werking van de carterverwarming.
Zet de unit in de warmtepompmodus. Wijzig het instelpunt om de stan-
daard ontdooimodus te krijgen en verminder de cyclustijd tot de mini-
mumwaarde. Controleer de werking van de ontdooicyclus.
Controleer de waterdruk in het circuit en de effi ciëntie van het
expansievat
Zet de compressoren uit, stop de watercirculatie. Start de unit daarna en
wacht om het storingssignaal van het waterdebiet in de regelaar.
Controleer het opgenomen vermogen en de juiste draairichting van de
pompen.
Controleer de waterdichtheid van de afdichting van de pomp en volg in-
dien nodig het onderhoudsplan van de fabrikant.
|
|
|
|
|
|
|
•
•
•
|
|
|
|
|
•
|
|
• 55 •