3.- INBEDRIJFSTELLING EN WERKING
3.3.- HET WATERDEBIET CONTROLEREN
Het is zeer belangrijk dat de unit aan het correcte waterdebiet werkt. Het is gevaarlijk om de unit aan een laag debiet te
laten werken, omdat dit tot ernstige schade kan leiden voor onderdelen, maar ook de warmtewisselaar. Indien de unit
met een te hoog debiet werkt, zal dit optimale prestaties verhinderen. De beste manier om het debiet te bepalen is het
temperatuurverschil te meten tussen de waterin- en -uittrede.
Waterdebiet controleren (het is belangrijk dit te doen op vollast). (Standaard unit)
Voor het nominale en minimale waterdebiet moet het verschil tussen de waterin- en -uitltredetemperatuur 5°C zijn (alleen
koel- en warmtepompunits in koelcyclus) voor een intredetemperatuur van 12°C en uittredetemperatuur van 7°C en een
buitentemperatuur van 35°C. Indien deze omstandigheden veranderen, zal de unitcapaciteit ook veranderen en als gevolg
voor het nominale debiet zal de waterin- en -uittredetemperatuur lichtjes variëren van 5°C, zoals kan worden gezien in de
volgende tabel, op basis van het nominale debiet.
Wateruittredetemperatuur °C
7
9
11
Indien de unit moet worden gestart in de verwarmingscyclus en indien u aan de nominale koelsnelheid wilt werken, geeft
het volgende de verschillende bij benadering tussen de waterintrede- en -uittredetemperatuur weer voor de verschillende
omstandigheden.
Wateruittredetemperatuur °C
35
50
Opmerking:
Het besturingssysteem van de unit geeft de weer te geven waterintrede- en -uittredetemperatuur weer. Zie het gedeelte
Regelingsbeschrijving.
Controleer of de juiste waterpomp werd geselecteerd, met inachtneming van het drukverlies in het hydraulische systeem. Het is
gevaarlijk om de unit met een laag debiet te laten draaien en alle gevolgen die eruit zouden kunnen voortvloeien, worden niet
gedekt door de garantie.
Start de luchtbehandelingskast of de ventilatorconvectoren niet tot de watertemperatuur de ingestelde temperatuur bereikt of
gebruik een automatisch besturingsapparaat die de werking van de airconditioningunit annuleert als de installatie niet naar behoren
is ingesteld.
Wanneer alles normaal werkt, lees dan alle gegevens af en vul het inbedrijfstellingsrapport in.
Installatiehandleiding /eCOMFORT-MIL150D-0916 / 05/2017
∆T (waterintredetemperatuur - wateruittredetemperatuur)
15
20
25
6,1
5,8
5,5
6,5
6,2
5,9
7,0
6,7
6,4
∆T (waterintredetemperatuur - wateruittredetemperatuur)
-6
0
4,5
5,5
4
5
Buitentemperatuur (°C)
30
35
5,3
5,0
5,6
5,3
6,0
5,7
Buitentemperatuur (°C BH)
6
6,5
6
40
45
4,7
4,4
5,0
4,7
5,4
5,0
12
18
7,5
8,5
7
8
• 52 •