De lasdraad wordt in de achterste groef van de draadrol opgerold!
•
Opschriften hebben betrekking op de achterste groef van de draadrol in gemonteerde
toestand.
5.9.3
Invoeren van de draadelektrode
Letselgevaar door bewegende onderdelen!
De draadtoevoerapparaten zijn met bewegende onderdelen uitgerust die handen, haar,
kledingsstukken of gereedschap kunnen grijpen en zodoende personen kunnen
verwonden!
•
Handen niet in draaiende of bewegende onderdelen of aandrijfonderdelen plaatsen!
•
Afdekkingen van de behuizing tijdens werking gesloten houden!
Letselgevaar door ongecontroleerd losraken van de draadelektrode!
Het lasdraad kan met hoge snelheid worden toegevoerd en bij onvakkundig of
onvolledige draadgeleiding ongecontroleerd losraken en personen verwonden!
•
Voordat men de stroom aansluit dient men de volledige draadgeleiding, van de draadspoel
tot de lastoorts tot stand te brengen!
•
Bij niet gemonteerde lastoorts, tegendrukrollen van de draadtoevoereenheid losmaken!
•
De draadgeleiding op regelmatige afstanden controleren!
•
Tijdens de werking alle afdekkingen van de behuizing gesloten houden!
099-005084-EW505
22.09.2011
INSTRUCTIE
Afbeelding 5-10
VOORZICHTIG
Opbouw en functie
Plaatsen van de draadelektrode
35