TILE MATRIX (Tegelmatrix)
Hiermee kunt u één beeld vergroten en weergeven op meerdere schermen (maximaal 100) via een distributieversterker.
OPMERKING: Een lage resolutie is niet geschikt voor multischermweergave. U kunt zonder een distributieversterker op
het kleinere aantal schermen werken.
Deze functie wordt beschikbaar bij selectie van SCREEN SAVER (Schermbeveiliging) of IMAGE FLIP (Beeld spiegelen)
behalve NONE (Geen).
Dynamic (Dynamisch) of Zoom functioneert niet als Tile Matrix (Tegelmatrix) is geactiveerd.
Als DYNAMIC (Dynamisch) of ZOOM (Zoomen) wordt geselecteerd in ASPECT (Beeldverhouding) terwijl TILE MATRIX
(Tegelmatrix) wordt uitgevoerd, wordt de instelling toegepast na voltooiing van TILE MATRIX (Tegelmatrix).
Wanneer TILE MATRIX (Tegelmatrix) is geactiveerd, zijn de volgende functies niet beschikbaar: MULTI PICTURE MODE
(Multibeeldmodus), TEXIT TICKER (Text ticker), CLOSED CAPTION (Ondertiteling), STILL (Stilstaand beeld), POINT
ZOOM (Specifi ek zoomen). Zie de uitleg bij de functie POINT ZOOM (Specifi ek zoomen) voor nadere details (pagina 58).
Indien de Media Player inhoud weergeeft terwijl de TILE MATRIX (Tegelmatrix) actief is, dan kan de timing van het
weergeven van afbeeldingen op de monitor een gat vertonen.
Deze functie is niet beschikbaar wanneer SCREEN SAVER (schermbeveiliging) is geactiveerd.
Als HDMI van TERMINAL SETTINGS (Terminal-instelling) is ingesteld op MODE2 (MODUS 2), is TILE MATRIX
(Tegelmatrix) niet beschikbaar.
H MONITORS (H-monitors) Aantal monitors dat naast elkaar (horizontaal) is geplaatst.
V MONITORS (V-monitors) Aantal monitors dat boven elkaar (verticaal) is geplaatst.
POSITION (Positie)
Hiermee kiest u welk deel van de vergrote beeldweergave op de monitor wordt weergegeven.
TILE COMP
Hiermee schakelt u de functie TILE COMP (Tegelcompositie) in. Als YES (JA) is ingesteld voor TILE COMP
(Tegelcompositie)
(Tegelcompositie), kunt u een weergegeven beeldformaat en -positie aanpassen door de +-knop of de --knop op de
afstandsbediening in te drukken.
ENABLE (Inschakelen)
Hiermee worden de door u gekozen instellingen voor de tegelmatrix ingeschakeld.
TILE MATRIX MEM
Wanneer INPUT (Ingang) is geselecteerd, wordt de instelling TILE MATRIX (Tegelmatrix) toegepast op elke
(Geheugen tegelmatrix)
signaalingang.
COMMON (Standaard)
Alle instellingen voor de tegelmatrix worden opgeslagen voor elke signaalingang.
INPUT (Ingang)
Alle instellingen voor de tegelmatrix worden opgeslagen voor de signaalingang die u hebt geselecteerd.
ID CONTROL (ID-controle)
Hiermee stelt u het id-nummer van de monitor in tussen 1-100 en het groeps-id van A-J. DETECTED MONITORS
(Gedetecteerde monitors) laat het totale aantal monitoren zien die zijn opgenomen in de keten met aangesloten LAN-
kabels.
OPMERKING: zet de hoofdschakelaar van de monitor niet uit of zet deze in stand-by terwijl AUTO ID/IP SETTING
(Automatische ID-/IP-instelling) of AUTO ID/IP RESET (ID/IP automatisch opnieuw instellen) wordt geactiveerd.
De Group ID (Groeps-id) wordt samengesteld uit meerdere selecties.
AUTO ID/IP SETTING
Indien "SET" (Instellingen) wordt geselecteerd, verschijnt het venster AUTO ID/IP SETTING (Automatische ID-/IP-
(Automatische ID-/IP-
instelling).
instelling)
Sluit geen netwerkapparaten aan op monitors die zijn aangesloten op het LAN-netwerk.
SETTING ITEM
Selecteer een item uit [MONITOR ID] (Monitor-ID), [IP ADDRESS] (IP-adres) en [ID and IP] (ID en IP).
(Instelbaar item)
MONITOR ID
Wanneer u voor "Yes" (Ja) kiest, worden alle monitor-ID's automatisch ingesteld voor alle monitors.
(Monitor-ID)
IP ADDRESS
Stel het eerste octet in voor het derde octet onder "BASE ADDRESS" (Basisadres).
(IP-adres)
Het vierde octet wordt automatisch ingesteld op "1" en loopt daarna op overeenkomstig het aantal monitors dat is
aangesloten op het LAN-netwerk.
Indien onder SETTING ITEM (Item instellen) "IP ADDRESS" (IP-adres) of "ID and IP" (ID en IP) is geselecteerd, wordt
het basisadres weergegeven.
ID en IP
Stel de monitor-ID en het IP-adres in.
BASE NUMBER
Stel het basisnummer in binnen 100 voor de mastermonitor.
(Basisnummer)
De overige monitors die de keten van het LAN-netwerk volgen, krijgen automatisch een monitor-ID toegewezen.
De monitor-ID die aan elke monitor wordt toegekend, loopt automatisch op uitgaande van het basisnummer van de
mastermonitor. Stel het basisnummer zodanig in dat alle monitor-ID's die worden toegekend aan de monitors die het
LAN-netwerk volgen, ook binnen 100 blijven.
BASE ADDRESS
Wanneer u voor "Yes" (Ja) kiest, worden alle IP-adressen automatisch ingesteld voor alle monitors.
(Basisadres)
ID/IP SETTING START
Wanneer u voor "Yes" (Ja) kiest, worden alle instellingen in de AUTO ID/IP SETTING (Automatische ID-/IP-instelling)
(ID/IP-instelling starten)
geactiveerd.
DETECTED
Dit item wordt weergegeven nadat "SETTING ITEM" (Item instellen) is geselecteerd en "ID/IP ADDRESS START"
MONITORS
(ID/IP-adres starten) op "YES" (Ja) is gezet.
(Gedetecteerde
Als het weergegeven nummer en de feitelijke monitor-ID zoals die is toegekend, van elkaar verschillen, selecteer dan
monitors)
"RETRY" (Opnieuw proberen) om de monitors opnieuw te tellen.
Als het weergegeven nummer juist, selecteer dan "CONTINUE" (Doorgaan).
AUTO ID/IP RESET (ID/IP
Wanneer "RESET" (Opnieuw instellen) wordt geselecteerd, verschijnt het venster AUTO ID/IP RESET (ID/IP automatisch
automatisch opnieuw instellen)
opnieuw instellen).
RESET ITEM
Selecteer een instelling uit [MONITOR ID] (Monitor-ID), [IP ADDRESS] (IP-adres) en [ID and IP] (ID en IP).
(Item opnieuw
Wanneer het aantal monitors dat is aangesloten op het LAN-netwerk, wordt gewijzigd, selecteer dan hetzelfde item dat
instellen)
u hebt geselecteerd onder "SETTING ITEM" (Item instellen) in "AUTO ID/IP SETTING" (ID/IP automatisch instellen) en
voer vervolgens "AUTO ID/IP RESET" (ID/IP automatisch opnieuw instellen) opnieuw uit.
ID/IP RESET START
Wanneer u "YES" (Ja) selecteert, wordt de instelling van het onder RESET ITEM (Item opnieuw instellen) geselecteerde
(ID/IP opnieuw
item teruggezet naar de standaardinstellingen.
instellen starten)
Zodra de instelling is teruggezet naar de standaardinstelling verschijnt de melding "FINISH!!" (Afronden).
OPMERKING: Nadat "ID/IP RESET START" (ID/IP opnieuw instellen starten) is geactiveerd, zijn "MONITOR ID"
(Monitor-ID) "IP ADDRESS" (IP-adres) individuele instellingen, ook al zijn de monitors aangesloten op het LAN-netwerk.
DETECTED MONITORS
Hiermee wordt het aantal gedetecteerde monitors weergegeven.
(Gedetecteerde monitors)
COMMAND TRANSFER
Als ON (AAN) is ingesteld, wordt er een opdracht verstuurd naar alle monitoren die met LAN-kabels zijn aangesloten.
(Overdracht opdracht)
RESET (Opnieuw instellen)
Hiermee zet u alle instellingen in het menu MULTI DISPLAY (Meerdere beeldschermen) terug naar de fabrieksinstellingen.
Nederlands-39