UITLEG BESCHERMINGSFUNCTIES
Bij een storing, wordt de regelaar direct uitgeschakeld, de motor loopt uit en op de display wordt
de aard van de storing aangeduid. Reset niet gewoon, controleer waarom er een storing is!
Remedies vindt u op de volgende pagina´s,genummerd zoals hier in de linkse kolom.
Omschrijving
1
Te hoge stroom
2
Overspanning
3
Onderspanning
4
Netfase uitval
5
Uitgangsfase uitval
6
Hoge temperatuur
koellichaam
7
Extern alarm
8
PTC-thermistor
9
Remweerstand warm
10
Motor overbelast
11
Regelaar overbelast
12
Geheugen storing
13
Storing extern paneel
14
CPU-storing
15
Beschermingsstoring
16
Storing RS485
17
Data worden niet
opgeslagen bij
onderspanning
Het resetten geschiedt op de negatieve flank van het resetsignaal, dus bijvoorbeeld als men de
resetdrukknop loslaat. Is het startsignaal nog aanwezig, kan de regelaar direct starten.
GEVAAR VOOR BEDIENINGSPERSONEEL?
49
LED
OC1
Er wordt tijdens het aanlopen, vertragen of constante snelheid een te
hoge stroom gevraagd of er is een kortsluiting of aardsluiting in de
OC2
uitgang van de regelaar.
OC3
OU1
De tussenkringspanning is hoger als 400 VDC omdat er te veel
energie terugvloeit uit de motor.
OU2
Dit is geen beveiliging tegen een te hoge voedingsspanning.
OU3
LU
De tussenkringspanning is t.g.v. een te lage voedingsspanning lager
als 200 VDC. Is parameter F14 actief, volgt geen alarm-
melding; ook niet als het net volledig wegvalt.
Lin
OPL
OH1
Dit kan voorkomen als de ventilator defect is.
OH2
Wordt actief als een normaal gesloten contact van bijvoorbeeld een
thermisch relais aan een ingang aangesloten opent.
OH4
dbH
OL1
Elektronisch thermisch relais parameter F10 actief.
OLU
Indien opgenomen stroom te lang hoger is als de nominale stroom.
Er1
Treedt op bij ontbrekende of ongeldige gegevens.
Er2
Er3
Dit kan onder meer optreden bij parasietproblemen.
Er6
Er8
Storing tijdens het gebruik van de RS485 interface.
ErF
Betekenis