F03
Absolute maximale uitgangsfrequentie (komt overeen met stuursignaal 10VDC).
Instelbereik: 25 - 400Hz
Standaardinstelling: 50Hz
V
V/Hz-karakteristiek
F04
Frequentie waarbij de nominale spanning wordt bereikt, dit is normaal de frequentie
welke op het motorkenplaatje staat.
Met de parameters H50 en H51 (zie blz.45) kan men een knik maken in de V/Hz-
karakteristiek. Is F05=0 worden de waarden van H50 en H51 genegeerd.
Instelbereik: 25 - 400Hz
Standaardinstelling: 50Hz
F05
Nominale spanning van de motor.
Wordt deze waarde op 0 gezet, is de maximale uitgangsspanning gelijk aan de
voedingsspanning (er is geen spanningsstabilisatie).
Wordt een andere waarde ingesteld, dan houdt de regelaar de maximale
uitgangsspanning constant op deze waarde. Is automatisch boostregeling,
automatische energiespaarfunctie of slipcompensatie ingesteld, dan moet deze
parameter op de nominale spanning van de motor worden ingesteld.
Wordt een bepaalde spanning ingesteld, is de belastbaarheid van de regelaar hoger
maar er is een grotere kans op de storing ‚overspanning'.
Instelbereik: 220V regelaar: 80-240VAC
400V regelaar:160-500VAC
Standaardinstelling: 0V
Resolutie: 0,1Hz
Niet te veranderen tijdens bedrijf.
V
f
Resolutie: 0,1Hz
Niet te veranderen tijdens bedrijf.
Resolutie: 1V
Niet te veranderen tijdens bedrijf.
F-parameters
f
16