H54
Aanloop- en vertraagtijd voor tipbedrijf (Zie parameter E01, waarde 10 (blz.26) en
parameter C20 (blz.37) om de tipfrequentie in te stellen.
Instelbereik: 0,0 – 3600sec
Standaardinstelling: 6,0sec
H64
Minimale frequentie bij ingeschakelde beveiligingsfuncties
Als één van de stroombegrenzingen actief is, mag de frequentie niet onder deze waarde
dalen. Wordt 0,0 ingesteld, dan wordt de minimale frequentie bepaald door F16.
Instelbereik: 0,1 – 60Hz
Standaardinstelling: 2,0Hz
H69
Automatische vertraagtijdverlenging bij gevaar voor overspanning.
H69
0
Niet actief
1
Actief
Als de regelaar een grote massa moet afremmen, bestaat het gevaar voor overspanning
(EOU). Wordt H69 geactiveerd, dan zal de vertraagtijd automatisch verlengt worden als
de tussenkringspanning boven een bepaald niveau stijgt. Hierdoor heeft de motor de
gelegenheid de regeneratieve energie af te bouwen.
Heeft de regelaar een remweerstand, dan mag deze parameter niet worden geactiveerd,
daar het anders tot een conflict tussen beide functies kan komen.
Standaardinstelling : 0
H70
Overbelastingsregeling (Stall-functie)
Voordat de regelaar ten gevolge van een te hoge koellichaamtemperatuur (OH1) of
overbelasting (OLU) in storing gaat, vermindert deze parameter de uitgangsfrequentie
om uitschakelen te vermijden.
Deze functie is zinvol bij toepassingen waarbij de belasting daalt bij lagere frequenties.
Indien een van de beschermingsfuncties, F43 of H12, is geactiveerd, heeft deze
parameter geen effect.
Wordt 0,0 geprogrammeerd, is de vertraging gelijk aan de vertraagtijd.
Deze parameter is zinvol voor toepassingen waarbij de belasting daalt bij lagere frequenties
Instelbereik: 0,1 – 100Hz/sec
Standaardinstelling: 999 (niet actief)
Resolutie: 0,01sec
Te veranderen tijdens bedrijf.
Resolutie: 0,1Hz
Te veranderen tijdens bedrijf.
Omschrijving
Te veranderen tijdens bedrijf
Resolutie: 0,01Hz/sec
Te veranderen tijdens bedrijf.
H-parameters
46