INsTALLATIe
Montage
f Door zijn flexibiliteit heeft de luchtslang de neiging door te
hangen. Bevestig hem op afstanden van ca. 1 m.
f Isoleer het luchtkanaal en alle verbindingspunten bij benut-
ting van afgevoerde warmte of buitenlucht volgens de isola-
tiestandaard om condensvorming op deze componenten te
voorkomen.
Materiële schade
!
Wanneer u het luchtkanaal en zijn verbindingspunten niet
isoleert, kan zich, afhankelijk van de werkwijze van het
toestel, condens vormen aan het luchtkanaal. Condens
kan het toestel beschadigen. Vallende condensdruppels
kunnen meubels of de vloer beschadigen.
f Isoleer het luchtkanaal inclusief de luchtaansluitmof
op het toestel, dampdiffusiedicht.
10.2 Wateraansluiting
Materiële schade
!
Voer alle werkzaamheden voor wateraansluiting en in-
stallatie uit conform de voorschriften.
Materiële schade
!
Om de kathodische corrosiebescherming te verzekeren,
moet de elektrische geleidbaarheid van het drinkwater
binnen de grenswaarden liggen die vermeld zijn in het
hoofdstuk "Technische gegevens/gegevenstabel".
Koudwaterleiding
Als materiaal is thermisch verzinkt staal, roestvast staal, koper of
kunststof toegestaan.
Een veiligheidsventiel is vereist.
Warmwaterleiding
Als materiaal zijn roestvaststalen, koperen of kunststof buizen
toegestaan.
Materiële schade
!
Neem de instructies van de fabrikant en het hoofdstuk
"Technische gegevens/storingssituaties" in acht bij het
gebruik van kunststofbuizen.
f Spoel het buisleidingsysteem grondig door voordat het toes-
tel aangesloten wordt. Vreemde voorwerpen, zoals lasparels,
roest, zand of dichtingsmateriaal belemmeren de goede
werking van het toestel.
www.stiebel-eltron.com
Materiële schade
!
De wateraansluiting moet ter bescherming tegen corrosie
van de aansluitingen van vlakke afdichtingen voorzien
worden. Het is niet toegestaan de aansluitingen met hen-
nepvezel te omwikkelen.
De meegeleverde kunststof isolatieschroefkoppelingen
zijn bestemd voor het afdichten tegen en het voorkomen
van kathodische steenvorming bij sterk geleidend water.
1
1 Wartelmoer (G1)
2 Isolatiehuls
3 Gekraalde buis ( 22x1 mm , Koper )
4 Dichting
f Sluit de meegeleverde gekraalde buizen met de meegele-
verde dichtingen, isolatiehulzen en wartelmoeren aan op de
aansluitingen "koudwatertoevoer" en "warmwateruitloop".
f Test of alle isolatieschroefkoppelingen lekdicht zijn.
Veiligheidsventiel
Het toestel is een gesloten drinkwateropwarmer. Het toestel moet
van een drukcompensatie voorzien worden.
f Monteer een gehomologeerd veiligheidsventiel in de koud-
wateraanvoerleiding. De aanspreekdruk van het veiligheids-
ventiel moet altijd kleiner zijn dan of gelijk aan de toegelaten
werkdruk van het warmwatervat.
Het veiligheidsventiel beschermt het toestel tegen niet-toegestane
drukoverschrijdingen. De diameter van de koudwateraanvoerlei-
ding mag niet groter zijn dan de diameter van de veiligheidsklep.
f Zorg ervoor dat het expansiewater dat bij het veiligheidsven-
tiel naar buiten komt, in een afvoerbak kan druppelen, bijv.
in een bekken of een trechter.
De afvoerleiding mag niet afgesloten kunnen worden.
f Dimensioneer de afvoerleiding op een wijze dat het water bij
volledig geopende veiligheidsventiel ongehinderd kan wor-
den afgevoerd.
f Controleer of de uitblaasleiding van het veiligheidsventiel
geopend is in de richting van vrije lucht.
f Monteer de afblaasleiding van het veiligheidsventiel met een
constante afwaartse helling in een vorstvrije ruimte.
Reduceerventiel
De maximale druk in de koudwateraanvoerleiding moet ten minste
20% lager zijn dan de aanspreekdruk van het veiligheidsventiel.
Bij hogere maximale druk in de koudwateraanvoerleiding moet
een reduceerventiel geïnstalleerd worden.
Aftapkraan
f Installeer een geschikte aftapkraan op het laagste punt van
de koudwateraanvoerleiding.
2
3
4
WWK 221-301 electronic |
99