5.7 Isolatieweerstandsmeting – Functie M
5.7.1 De meting voorbereiden
Aanwijzing
De meetleidingen controleren
Vóór de isolatiemeting moet in schakelaarstand of
door middel van kortsluiten van de meetleidingen met de
meetpennen gecontroleerd worden, of het apparaat vrijwel
nul aangeeft. Hiermee kan een verkeerde aansluiting
voorkomen worden. Men kan hiermee ook achterhalen of
meetleidingen zijn onderbroken.
Meetleidingen kortsluiten
M
V
ISO
COM mA A
Temp
GMC-I Messtechnik GmbH
.
@UISO
00.00
!
0 V !
R
x
Metingen V/Hz – –
Aanwijzing
Isolatieweerstanden mogen alleen aan spanningsvrije
objecten worden gemeten.
Bij het meten van hoogohmige isolatieweerstanden mogen
de meetleidingen niet met elkaar in contact komen.
➭ Zet de draaischakelaar op „
➭ Sluit de meetleidingen aan op de twee vrijgegeven connectors.
➭ In deze schakelaarstand verricht u een stoorspanningsmeting
V AC+DC TRMS.
Alleen als het meetobject spanningsvrij is, mag u voor
isolatiemeting de knop FUNC | ENTER voor U
V
1M
M
@UISO
Aanwijzing
De schakelaarstand M
voor isolatieweerstandsmeting. Per vergissing aanliggende
stoorspanning wordt bij deze schakelaarstand echter
aangegeven.
Als in de installatie een stoorspanning bestaat van 50 V,
dan wordt de isolatieweerstandsmeting geblokkeerd. Op
het LCD-display wordt nog steeds de stoorspanning
aangegeven. Als er een spanning aanligt die groter is dan
1000 V ist, dan wordt ook nog eens akoestisch gemeld.
– Temp (°C/°F) –
– M
@UISO
M
".
@UISO
ON / OFF indrukken.
ISO
ISO 500V
000. 0
DC
AC
V
TRMS
Herkennen van stoorspanning
mag alleen worden gebruikt
@UISO
– A/Hz
39