PERIODIEK ONDERHOUD
•
Zorg er bij het opladen van de batterij voor dat de
ontluchtingsdoppen stevig op hun plaats zitten
(indien aanwezig)
•
Wanneer u de kabel loskoppelt van de batterij, start
dan eerst met de negatieve pool. Wanneer u de
kabel op de batterij aansluit, start dan eerst met de
positieve pool.
•
Controleer de batterijlading nooit door een metalen
voorwerp over de polen te plaatsen.
Gebruik een voltmeter of hydrometer.
1. Sluit om het opladen van de batterij te vertragen, de
positieve pool van de batterij aan op de positieve
pool van de oplader en de negatieve op de negatieve
en laadt vervolgens op de standaardmanier op.
2. Een boost-lading is alleen voor noodgevallen. Het
zal de batterij gedeeltelijk opladen in een hoog
tempo en in een korte tijd. Bij gebruik van een boost-
opgeladen batterij, is het noodzakelijk om de batterij
zo snel mogelijk opnieuw op te laden.
Als u dit niet doet, wordt de levensduur van de
batterij verkort.
3. De batterij wordt opgeladen als het indicatorscherm
van zwart groen wordt.
4. Wanneer u een oude batterij inwisselt in een nieuwe,
gebruik een batterij met dezelfde specifi catie zoals
weergegeven in tabel 1.
Capaciteit
Volt
(V)
5 u (Ah)
12
♦
Richting voor Opslag
1. Wanneer u de tractor voor langere tijd opslaat, moet
u de batterij uit de tractor halen, de elektrolyt op het
juiste niveau instellen en op een droge plaats uit
direct zonlicht bewaren.
2. De batterij wordt automatisch ontladen terwijl deze
is opgeslagen. Herlaad ze elke 3 maanden in warme
seizoenen en eenmaal alle 6 maanden in koude
seizoenen.
Afstellen Rempedaal
!
WAARSCHUWING
Om persoonlijk letsel of de dood te voorkomen:
•
Stop de motor en blokkeer de wielen voordat u het
rempedaal controleert.
25 mm op het pedaal
Juiste vrije
speling van het
Houd de vrije speling in de rechter
rempedaal
en linker rempedalen gelijk.
1. Geef de parkeerrem vrij.
2. Druk de rempedalen lichtjes in en meet de vrije
slag aan de bovenkant van de pedaalslag.
3. Als afstelling nodig is, draait u de borgmoer los en
draait u aan de spanschroef om de lengte van de
stang binnen aanvaardbare grenzen aan te passen.
4. Draai de borgmoer weer vast.
Koudestart-
na
stroom (A)
65
540
1. Borgmoer 2. Spanschroef
Aanpassen Koppelingspedaal Vrije Speling
Om de vrije speling van het pedaal aan te passen:
1. Verwijder de splitpen, draai de borgmoer los en
verwijder vervolgens de gaffelpen.
2. Draai de gaffel om het effect over de hele lengte
van de vrijgavestang te vergroten of te verkleinen
na het losdraaien van de borgmoer, waardoor het
vergroten van de effectieve lengte een grotere
vrije speling zal geven en het verminderen van de
lengte minder vrije speling zal geven.
1
2 3
Afbeelding 2B
Afstellen koppelingspedaal
1. Dwarsas Hendel 2. Gaffelpen
3. Gaffel 4. Borgmoer 5. Vrijgave Stang
Controleren Radiatorslang en -Klem
!
WAARSCHUWING
Om persoonlijk letsel of de dood te voorkomen:
•
Zorg ervoor dat u de motor stopt en de sleutel
verwijdert voordat u de radiateurslang en -klem
controleert.
•
Laat de motor en koelvloeistof toe om voldoende af
te koelen voordat u deze controleert.
Controleer of de radiatorslangen na elk onderhoud
juist zijn bevestigd.
1. Als slangklemmen loszitten of water lekken, draai
dan de banden stevig vast.
2. Vervang de slangen en draai de slangklemmen
stevig vast als de radiatorslangen opgezwollen,
verhard of gebarsten zijn. Vervang de slangen en
slangklemmen bij elk onderhoud als deze worden
gecontroleerd en ontdekt wordt dat de slangen
gezwollen, gehard of gebarsten zijn.
45
4 5