!
VEILIGE WERKING
5.
Als een structureel onderdeel van de ROPS is
beschadigd, vervang de volledige structuur bij uw
plaatselijke FARMTRAC-dealer / -distributeur
6.
Als de tractor is uitgerust met een inklapbare
ROPS, kan deze tijdelijk worden neergeklapt
wanneer dit absoluut noodzakelijk is voor
gebieden met hoogtebeperkingen. (De ROPS
biedt geen bescherming voor de bestuurder in
de ingeklapte positie. Voor de veiligheid van de
bestuurder moet de ROPS in de rechtopstaande
en vergrendelde positie worden geplaatst en de
veiligheidsgordel worden vastgemaakt voor alle
andere handelingen.)
7.
Gebruik altijd de veiligheidsgordel als de tractor
een ROPS heeft.
Gebruik
de
veiligheidsgordel
inklapbare ROPS omlaag is of als er geen ROPS
is. Controleer de veiligheidsgordel regelmatig en
vervang hem als deze uitgerafeld of beschadigd is.
1
2
(1) ROPS
(2) Veiligheidsgordel
OPMERKING:
Effectieve
trillingsversnellingen is 2,3 m/s
2. WERKING VAN DE TRACTOR
De veiligheid van de bestuurder is een prioriteit. Veilige
bediening, met name met betrekking tot het kantelen
van gevaren, vereist het begrijpen van de apparatuur
en de omgevingscondities op het moment van gebruik.
Sommige verboden toepassingen die van invloed
kunnen zijn op kantelen van gevaren, omvatten rijden
en draaien met werktuigen en lasten die te hoog worden
gedragen enz. Het is de verantwoordelijkheid van de
bestuurder om alert te zijn op eventuele apparatuur
of omgevingscondities die een veilige bediening in
gevaar kunnen brengen.
niet
als
een
waarden
van
de
2
2
Starten
1. Zit tijdens het starten altijd in de bestuurdersstoel
de
motor
of
bedieningselementen. Pas de stoel aan volgens
de instructies in desectie over het bedienen van de
tractor. Start de motor nooit terwijl u op de grond
staat.
2. Zorg voordat u de motor start of alle hendels
(inclusief ondersteunende bedieningshendels) in
hun neutrale positie staan, dat de parkeerrem is
ingeschakeld en de keuzehendel aftakas (PTO) is
uitgeschakeld of in "NEUTRAAL" staat. Maak de
veiligheidsgordel vast als de tractor een inklapbare
ROPS heeft in de opstaande en vergrendelde
positie.
3. Start de motor niet door over starterminals kort
te sluiten of door de veiligheidsschakelaar te
overbruggen. De machine kan in versnelling
starten en bewegen als het normale startcircuit
wordt overbrugd.
4. Laat de motor niet draaien of stilstaan in een
niet-geventileerde ruimte. Koolmonoxidegas is
kleurloos, geurloos en dodelijk.
5. Controleer
voor
aanwezigheidssturing
juist
werken.
Test
(Zie "Controleren Motorstartsysteem" in "ELKE 50
UREN" in de sectie "PERIODIEK ONDERHOUD".)
Bedien het niet tenzij ze juist functioneren.
Werken
1. Trek alleen met de zwenkdissel. Koppel nooit aan
de asbehuizing of een ander punt aan behalve aan
de zwenkdissel; dergelijke voorzieningen zullen het
risico op ernstig persoonlijk letsel of overlijden als
gevolg van instabiliteit van een tractor vergroten
(1) Zwenkdissel
bedieningshendels
elk
gebruik
of
van
de
bestuurder
de
veiligheidssystemen.
of
de
1