DE TRACTOR BEDIENEN
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Stop de motor onmiddellijk als:
• De motor plotseling vertraagt of versnelt;
• Onnodige geluiden plotseling worden gehoord;
• Uitlaatgassen plotseling erg donker worden.
Instrumentencluster
Als de waarschuwingslampjes op het instrumenten-
cluster gaan branden tijdens de werking, stop dan
onmiddellijk de motor en zoek de oorzaak zoals
hieronder wordt getoond.
Bedien de tractor nooit terwijl het lampje van het
clusterinstrument brandt.
2
(1) Waarschuwingsindicator voor motoroliedruk
(2) Waarschuwingsindicator voor elektrische
lading
(3) Indicator voor gloeibougie
Motoroliedruk
Als de oliedruk in de motor onder het voorgeschreven
niveau gaat, zal het waarschuwingslampje op het
instrumentencluster branden.
Als dit tijdens werkzaamheden zou gebeuren en
gaat niet uit als de motor naar meer dan 1000 tpm
versneld, controleer dan het motoroliepeil.
(Raadpleeg
"Motoroliepeil
"DAGELIJKSE CONTROLE" in de paragraaf
"PERIODIEK ONDERHOUD")
Elektrische lading
Als
de
wisselstroomdynamo
laadt, zal het waarschuwingslampje op het
instrumentencluster
werkzaamheden zou gebeuren, controleer dan het
elektrische oplaadsysteem of raadpleeg uw lokale
FARMTRAC-dealer/-distributeur.
OPMERKING:
•
Raadpleeg
uw
distributeur voor instructies over het controleren en
onderhouden van uw tractor.
Brandstofmeter
Als het sleutelcontact aan is, geeft de brandstofmeter het
brandstofpeil aan.
Kijk uit dat u niet de brandstoftank ledigt. Er kan
anders lucht in het brandstofsysteem komen. Mocht
dit gebeuren, dan moet het systeem worden ontlucht.
(Zie "Brandstofsysteem ontluchten" in "ONDERHOUDEN
NAAR VEREISTE" in
3
1
controleren"
de
accu
branden.
Als
tijdens
lokale
FARMTRAC-dealer/-
1. Brandstofmeter (B) Vol (A) Leeg
Temperatuurmeter koelvloeistof
!
WAARSCHUWING
Om persoonlijk letsel of dood te vermijden:
•
Verwijder de radiatordop niet totdat de temperatuur
van de koelvloeistof ver beneden zijn kookpunt is.
Maak daarna de dop iets los om enige druk vrij te
geven, alvorens de dop helemaal te verwijderen.
1.
Met het sleutelcontact "AAN" geeft deze meter de
temperatuur van de koelvloeistof aan. "C" voor
"cold" (koud) en "H" voor "Heet".
2.
Als de indicator de "H"-positie bereikt (rode
zone), dan is de motorkoelvloeistof oververhit.
Controleer
de
"PROBLEEMOPLOSSEN" te raadplegen.
1
in
niet
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
TPM - cum - Urenteller
Deze meter geeft metingen voor motortoerental,
toerental aftakas en de uren dat de tractor heeft
gewerkt.
1.
De TPM-Cum-Urenteller geeft het motortoerental
en de toerentallocatie van de aftakas 540 en 540E
op de wijzerplaat aan.
2.
De urenteller geeft in 5 cijfers de uren aan dat
de tractor is gebruikt. Het laatste cijfer geeft 1/10
aan van
26
A
B
1
tractor
door
het
hoofdstuk