DE TRACTOR BEDIENEN
3
1
Voorwaarts
X – Hef opwaarts en beweeg
voor- en achterwaarts om
af te stellen
1. Stoel 2. Positie Verstelhendel
3. Veiligheidsgordel
2.
Posities van lichtschakelaar selecteren.
•
Koplamp
I
Richtingaanwijzer
alarmknipperlichten
♦
Schakelaar koplamp
(A) UIT....Koplamp UIT.
(B) Koplamp AAN.
♦
Waarschuwingslicht
1.
Wanneer de schakelaar voor het waarschuwingslicht
wordt ingedrukt, knipperen de alarmlichten samen met de
L/H- en R/H-indicatoren op het instrumentenpaneel.
2.
Druk
opnieuw
op
waarschuwingslicht om de waarschuwingslichten uit te te
schakelen.
♦
Richtingaanwijzer
waarschuwingslicht inschakelen
1.
Om een bocht naar rechts aan te geven terwijl de
alarmknipperlichten
waarschuwingslicht aan), draait u de richtingaanwijzer
schakelaar met de klok mee.
2.
Om een bocht naar links aan te geven terwijl
de alarmknipperlichten al knipperen, draait u de
richtingaanwijzer schakelaar tegen de klok in.
3.
Wanneer de linker of rechter richtingaanwijzer wordt
geactiveerd in combinatie met de waarschuwingslichten,
zal het aangegeven knipperlicht knipperen en blijft het
andere aan.
♦
Richtingaanwijzer
waarschuwingslicht uitschakelen
1.
Om
een
bocht
zonder
waarschuwingslichten
waarschuwingslichten uit), draait u de richtingaanwijzer
schakelaar met de klok mee.
2.
Om een bocht naar links aan te geven zonder
waarschuwingslichten, draait u de richtingaanwijzer
schakelaar tegen de klok in.
3.
Wanneer de linker of rechter richtingaanwijzer wordt
geactiveerd zonder de waarschuwingslichten, zal het
aangegeven knipperlicht knipperen en blijft het andere
aan.
OPMERKING:
•
De schakelaar voor de waarschuwingslichten is alleen in
werking als de sleutelschakelaar ofwel in de "AAN" - of
"START" -positie staat.
2
Achterwaarts
/
Schakelaar
de
schakelaar
voor
met
schakelaar
al
knipperen
(schakelaar
met
schakelaar
naar
rechts
aan
te
(schakelaar
•
De richtingaanwijzer schakelaar is alleen in werking als
de sleutelschakelaar in de "AAN" - of "START" -positie
staat.
•
De
indicator
waarschuwingslichten zullen gaan branden wanneer de
schakelaar voor de koplampen wordt ingeschakeld.
•
Zorg ervoor dat de richtingaanwijzer na het keren naar
de middenpositie wordt teruggezet.
A
A. Schakelaar koplamp
C. Schakelaar voor waarschuwingslichten
D. Zwaailamp
het
1
voor
voor
(1) Schakelaar koplamp
(2) Schakelaar richtingaanwijzerlamp
voor
geven
voor
1. Koplamp 2. Richtingaanwijzerlamp
Tractorlampen
(1) Koplamp
(2) Richtingaanwijzer / Waarschuwingslamp
24
in
de
schakelaar
B
D
C
B. Mobiele oplader
E. Sleutelstartschakelaar
voor
de
E
2
2
1